SMS Weissenburg: Duits slagschip en Ottomaanse krijger

De Duitse slagschip SMS Weissenburg vaart op hoge snelheid, mogelijk tijdens proefvaarten in 1894, als onderdeel van de Keizerlijke Marine.
Het Duitse slagschip SMS Weissenburg tijdens proefvaarten in 1894, met golvende boeggolf, een symbool van Duitse maritieme innovatie.

SMS Weissenburg was een van de eerste oceaanwaardige slagschepen van de Duitse Keizerlijke Marine. Als derde schip van de Brandenburg-klasse had ze een belangrijk aandeel in de overgang van kustverdediging naar een moderne vlootstrategie. Deze klasse omvatte vier schepen: SMS Brandenburg, SMS Wörth, SMS Kurfürst Friedrich Wilhelm en Weissenburg. De bouw van SMS Weissenburg begon in 1890 op de AG Vulcan-werf in Stettin. Het schip werd te water gelaten in 1891 en was voltooid in 1894.

De schepen van de Brandenburg-klasse waren uniek omdat ze waren uitgerust met zes zwaar kaliber kanonnen, verdeeld over drie dubbele geschuttorens, een afwijking van de norm van vier kanonnen in twee torens zoals gebruikelijk in andere marines.

Ontwerp en Bewapening

Algemene Specificaties

Weissenburg had een totale lengte van 115,7 meter, een breedte van 19,5 meter (uitgebreid tot 19,74 meter met torpedonetten), en een diepgang van 7,6 tot 7,9 meter. Het schip had een waterverplaatsing van 10.013 ton in standaardconditie en maximaal 10.670 ton bij volledige gevechtslading. Aangedreven door driecilinder verticale stoommachines en twaalf marineketels, bereikte ze een maximumsnelheid van 16,5 knopen (30,6 km/u). De actieradius bedroeg 4.300 zeemijlen bij een kruissnelheid van 10 knopen.

Bewapening

De primaire bewapening van SMS Weissenburg bestond uit zes 28 cm kanonnen, verdeeld over drie dubbele torens. Het achterschip en voorschip hadden lange L/40-kanonnen, terwijl het middengedeelte was uitgerust met kortere L/35-kanonnen. De secundaire bewapening omvatte acht 10,5 cm snelvuurkanonnen en acht 8,8 cm kanonnen, die in kazematten waren geplaatst. Verder beschikte ze over zes 45 cm torpedobuizen. Hoewel haar primaire bewapening zwaar was, werd de secundaire bewapening als relatief zwak beschouwd.

Pantsering

De pantsering van SMS Weissenburg maakte gebruik van nikkelstaal van Krupp, een nieuwe en sterkere staalsoort. Het centrale pantsergordel was 400 mm dik, ontworpen om de munitieopslagruimtes en machinekamers te beschermen. Het dek had een dikte van 60 mm en de geschuttorens waren voorzien van 300 mm dikke bepantsering.

Vroege Dienst bij de Duitse Keizerlijke Marine

Opleiding en Vredesoperaties

Na haar indienststelling in 1894 werd SMS Weissenburg toegevoegd aan de I Divisie van de oefenvloot. Gedurende de eerste tien jaar lag de nadruk op trainingsmanoeuvres en bezoeken aan buitenlandse havens. Deze oefeningen speelden een belangrijke rol in het ontwikkelen van tactieken voor de Duitse marine, met name onder leiding van Alfred von Tirpitz.

Een van de weinige belangrijke buitenlandse missies van SMS Weissenburg vond plaats tijdens de Bokseropstand in China (1900–1901). Samen met haar zusterschip voerde ze ondersteuningsoperaties uit in de regio.

Modernisering en Latere Dienst

In 1904–1905 onderging SMS Weissenburg een grondige modernisering. Het schip kreeg nieuwe ketels en extra bewapening, waardoor haar operationele capaciteiten werden verbeterd. Desondanks werd het schip in 1910 verkocht aan het Ottomaanse Rijk, waar het werd omgedoopt tot Turgut Reis, genoemd naar een Ottomaanse admiraal uit de 16e eeuw.

Overdracht aan het Ottomaanse Rijk

Rol tijdens de Balkanoorlogen

Na de overname door het Ottomaanse Rijk speelde Turgut Reis een actieve rol in de Balkanoorlogen. Ze ondersteunde grondtroepen met artillerievuur en nam deel aan zeeslagen tegen de Griekse marine, zoals de Slag bij Elli en de Slag bij Lemnos. Beide veldslagen eindigden echter in nederlagen voor het Ottomaanse Rijk.

SMS Weissenburg als Turgut Reis en de Laatste Jaren

De Overgang naar het Ottomaanse Rijk

In 1910 werd SMS Weissenburg samen met haar zusterschip, SMS Kurfürst Friedrich Wilhelm, verkocht aan het Ottomaanse Rijk. De schepen werden respectievelijk hernoemd tot Turgut Reis en Barbaros Hayreddin, naar beroemde Ottomaanse admiraals. Deze verkoop was een directe reactie op de groeiende maritieme macht van Griekenland. De schepen ondergingen enkele aanpassingen en werden toegevoegd aan de Ottomaanse vloot, hoewel ze al verouderd waren in vergelijking met modernere slagschepen.

Technische Beperkingen in de Ottomaanse Vloot

Na de overdracht ondervond Turgut Reis ernstige operationele problemen. Haar condensatoren functioneerden slecht, wat haar snelheid beperkte tot slechts 8 à 10 knopen. Bovendien was het Ottomaanse Rijk niet in staat om voldoende getrainde bemanningsleden te leveren voor de twee slagschepen, wat hun inzetbaarheid verder beperkte.

Deelname aan de Balkanoorlogen

Ondersteuning van Landtroepen

Tijdens de Eerste Balkanoorlog (1912–1913) speelde Turgut Reis een ondersteunende rol. Ze bombardeerde Bulgaarse stellingen en versterkte de verdediging van Ottomaanse posities, met name tijdens gevechten rond de Çatalca-linie. Haar zware artillerie bood psychologische en tactische ondersteuning aan de belegerde Ottomaanse troepen.

Zeeslagen met de Griekse Marine

Slag bij Elli

Op 16 december 1912 vocht Turgut Reis samen met andere Ottomaanse schepen tegen de Griekse vloot in de Slag bij Elli. Ondanks haar inspanningen moest de Ottomaanse vloot zich terugtrekken naar de Dardanellen na aanzienlijke schade en verliezen. Dit was grotendeels te wijten aan de superieure manoeuvreerbaarheid en vuurkracht van het Griekse vlaggenschip Georgios Averof.

Slag bij Lemnos

Een maand later, op 18 januari 1913, nam Turgut Reis opnieuw deel aan een slag tegen de Grieken, deze keer bij Lemnos. De Ottomanen probeerden de blokkade van de Dardanellen te doorbreken, maar opnieuw faalden ze. Hoewel de schepen een aanzienlijke hoeveelheid munitie verbruikten, waren ze niet in staat om de Griekse schepen te treffen of een doorbraak te forceren.

Rol tijdens de Eerste Wereldoorlog

Ondersteuning van de Dardanellenverdediging

Toen het Ottomaanse Rijk in 1914 de Eerste Wereldoorlog betrad, was Turgut Reis al sterk verouderd. Ze werd gestationeerd bij de Dardanellen om de kustbatterijen te ondersteunen en de zeestraat te verdedigen tegen geallieerde aanvallen. Tijdens de Gallipoli-campagne van 1915 bood ze artilleriesteun tegen geallieerde landingspogingen.

Door technische mankementen en een gebrek aan moderne bewapening speelde Turgut Reis slechts een marginale rol in het conflict. Haar kanonnen werden uiteindelijk van boord gehaald en ingezet als kustverdedigingsgeschut.

De Laatste Jaren van Turgut Reis

Na de Oorlog

Na de Eerste Wereldoorlog werd Turgut Reis gebruikt als opleidingsschip voor de Ottomaanse en later de Turkse marine. Vanaf 1924 fungeerde ze voornamelijk als een stationair trainingsplatform in de Gölcük-scheepswerf. Veel van haar originele bewapening was inmiddels verwijderd, en ze diende voornamelijk om matrozen op te leiden in basistaken.

Ontmanteling

In 1933 werd Turgut Reis officieel uit dienst genomen. Vervolgens werd ze omgebouwd tot een woonplatform voor werfmedewerkers en bleef ze in deze rol tot 1950. Haar sloop begon in datzelfde jaar en werd in 1957 voltooid, waarmee een einde kwam aan de carrière van een schip dat meer dan zes decennia dienst had gedaan.

Conclusie

SMS Weissenburg, later bekend als Turgut Reis, was een schip dat symbool stond voor de overgangsperiode in maritieme oorlogvoering aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw. Hoewel haar operationele impact beperkt was door technische beperkingen en veroudering, leverde ze waardevolle bijdragen aan zowel de Duitse als Ottomaanse marines, vooral tijdens de vroege stadia van moderne vlootontwikkeling.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding: SMS Weissenburg, public domain via wiki commens
  2. Bennett, Geoffrey (2005). Naval Battles of the First World War. Barnsley: Pen & Sword Military Classics. ISBN 978-1-84415-300-8.
  3. Bodin, Lynn E. (1979). The Boxer Rebellion. London: Osprey Publishing. ISBN 978-0-85045-335-5.
  4. Childs, Timothy (1990). Italo-Turkish Diplomacy and the War Over Libya, 1911–1912. New York: Brill. ISBN 978-90-04-09025-5.
  5. Erickson, Edward J. (2003). Defeat in Detail: The Ottoman Army in the Balkans, 1912–1913. Westport: Greenwood Publishing Group. ISBN 978-0-275-97888-4.
  6. Forrest, Michael (2012). The Defence of Dardanelles. Barnsley: Pen and Sword Books. ISBN 978-1-78159-052-2.
  7. Fotakis, Zisis (2005). Greek Naval Strategy and Policy, 1910–1919. London: Routledge. ISBN 978-0-415-35014-3.
  8. Grießmer, Axel (1999). Die Linienschiffe der Kaiserlichen Marine: 1906–1918; Konstruktionen zwischen Rüstungskonkurrenz und Flottengesetz [The Battleships of the Imperial Navy: 1906–1918; Constructions between Arms Competition and Fleet Laws]. Bonn: Bernard & Graefe Verlag. ISBN 978-3-7637-5985-9.
  9. Gröner, Erich (1990). German Warships: 1815–1945. Vol. I: Major Surface Vessels. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-0-87021-790-6.
  10. Hall, Richard C. (2000). The Balkan Wars, 1912–1913: Prelude to the First World War. London: Routledge. ISBN 978-0-415-22946-3.
  11. Harrington, Peter (2001). Peking 1900: The Boxer Rebellion. London: Osprey. ISBN 978-1-84176-181-7.
  12. Herwig, Holger (1998). “Luxury” Fleet: The Imperial German Navy 1888–1918. Amherst: Humanity Books. ISBN 978-1-57392-286-9.
  13. Hore, Peter (2006). The Ironclads. London: Southwater Publishing. ISBN 978-1-84476-299-6.
  14. Langensiepen, Bernd & Güleryüz, Ahmet (1995). The Ottoman Steam Navy 1828–1923. London: Conway Maritime Press. ISBN 978-0-85177-610-1.
  15. Mach, Andrzej V. (1985). “Turkey”. In Gardiner, Robert & Gray, Randal (eds.). Conway’s All the World’s Fighting Ships 1906–1921. Annapolis: Naval Institute Press. pp. 387–394. ISBN 978-0-87021-907-8.
  16. Sondhaus, Lawrence (1997). Preparing for Weltpolitik: German Sea Power Before the Tirpitz Era. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-1-55750-745-7.
  17. Sondhaus, Lawrence (2001). Naval Warfare, 1815–1914. London: Routledge. ISBN 978-0-415-21478-0.
  18. Staff, Gary (2006). German Battlecruisers: 1914–1918. Oxford: Osprey Books. ISBN 978-1-84603-009-3.
  19. Bronnen Mei1940