
SMS Braunschweig was een slagschip uit de Braunschweig-klasse, gebouwd voor de Duitse Keizerlijke Marine aan het begin van de 20e eeuw. Ze werd te water gelaten in december 1902 en in gebruik genomen in oktober 1904. Dit schip, vernoemd naar het Hertogdom Braunschweig, vertegenwoordigde een overgangsfase in de maritieme technologie, waarbij traditionele ontwerpprincipes werden ingehaald door de snelle vooruitgang in slagscheepsontwerpen.
Met een bewapening van vier 28 cm kanonnen en een topsnelheid van 18 knopen (33 km/h), was SMS Braunschweig aanvankelijk een krachtig wapen. Toch maakte de komst van HMS Dreadnought in 1906 haar ontwerp snel verouderd. Ondanks deze technologische achterstand speelde de Braunschweig een actieve rol in de Duitse marine, zowel tijdens vredestijd als tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Inhouds opgave
Ontwerp en Specificaties
Bouw en Afmetingen
SMS Braunschweig werd gebouwd bij de Germaniawerft-scheepswerf in Kiel en had een totale lengte van 127,7 meter, een breedte van 22,2 meter en een diepgang van 8,1 meter. Haar waterverplaatsing bedroeg 13.208 ton als ontworpen en 14.394 ton volledig geladen. De bemanning bestond uit 35 officieren en 708 matrozen.
De aandrijving van het schip werd geleverd door drie verticale drievoudige-expansiemotoren, ondersteund door acht maritieme ketels en zes cilindrische ketels, die op steenkool werkten. Deze configuratie leverde een totaal vermogen van 16.000 pk, wat resulteerde in een topsnelheid van 18 knopen en een actieradius van 5.200 zeemijlen bij een kruissnelheid van 10 knopen.
Bewapening
De hoofdbewapening van SMS Braunschweig bestond uit vier 28 cm SK L/40 kanonnen, geplaatst in twee dubbelloops geschuttorens. Daarnaast had het schip een secundaire bewapening van veertien 17 cm kanonnen en achttien 8,8 cm snelvuurkanonnen. Ook was ze uitgerust met zes onderwater geplaatste torpedobuizen, strategisch verdeeld over de boeg, het achterschip en de zijden.
Pantsering
De bepantsering van SMS Braunschweig was ontworpen om essentiële delen zoals de motorruimtes en munitieopslag te beschermen. De gordelpantsering varieerde van 110 mm tot 225 mm dikte, terwijl het dek een pantsering van 40 mm had. De geschuttorens waren uitgerust met een pantser van 250 mm, wat hen bescherming bood tegen vijandelijke projectielen.
Vredestijd: Operationele Geschiedenis tot 1914
Na haar ingebruikname in 1904 werd SMS Braunschweig toegewezen aan het II Eskader van de Duitse vloot. Gedurende deze periode nam ze deel aan uitgebreide jaarlijkse trainingsprogramma’s en goodwill-bezoeken aan andere landen. Haar rol als vlaggenschip benadrukte haar belang binnen de vlootstructuur, ondanks haar status als pre-dreadnought slagschip.
In de jaren 1908 en 1909 maakte ze deel uit van de grote zomercruises van de Duitse marine, waarbij ze havens in onder meer Spanje en Noorwegen bezocht. Deze oefeningen en internationale bezoeken versterkten niet alleen de operationele vaardigheden van de bemanning, maar dienden ook diplomatieke doeleinden.
SMS Braunschweig tijdens de Eerste Wereldoorlog
Reactivatie en Oorlogsactiviteiten
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in juli 1914 werd SMS Braunschweig opnieuw in gebruik genomen en toegewezen aan de IV Slageskader. Dit eskader bestond voornamelijk uit oudere slagschepen en werd ingezet voor kustverdediging en operaties in zowel de Noordzee als de Oostzee. In september 1914 nam het schip deel aan een mislukte poging om de lichtkruiser SMS Magdeburg te redden, die was vastgelopen in de Oostzee.
Een van haar meest opvallende bijdragen vond plaats in augustus 1915 tijdens de Slag in de Golf van Riga. Braunschweig was betrokken bij een operatie om de Russische vloot te neutraliseren en de Duitse opmars naar Riga te ondersteunen. Het schip ondersteunde mijnenvegers en fungeerde als afleidingsmanoeuvre om de Russische slagschepen, waaronder de Slava, te confronteren. De missie werd uiteindelijk afgebroken vanwege de dreiging van geallieerde onderzeeërs en zware mijnenvelden.
Vermindering van Actieve Rol
Tegen het einde van 1915 begon het Duitse opperbevel oudere slagschepen zoals Braunschweig terug te trekken uit actieve gevechtsrollen. Dit was te wijten aan personeelstekorten en het toenemende gevaar van vijandelijke onderzeeërs. Het schip werd ingezet als vlaggenschip voor kustverdediging en later als opleidings- en barakschip. Deze aanpassingen verlengden haar diensttijd, ondanks haar beperkingen in vergelijking met modernere slagschepen.
Na de Oorlog: Dienst in de Reichsmarine
Modernisering en Hervatting van Dienst
Na de Eerste Wereldoorlog stond het Verdrag van Versailles Duitsland toe om zes slagschepen te behouden, waaronder SMS Braunschweig. In 1921–1922 onderging ze een uitgebreide modernisering, waarbij haar infrastructuur en technische systemen werden verbeterd. Het schip werd opnieuw in gebruik genomen in december 1921 en diende als vlaggenschip van de Marinestation der Nordsee.
Gedurende deze periode maakte Braunschweig verschillende buitenlandse reizen, waaronder een cruise naar Noorwegen en een reis naar Spanje. Deze missies versterkten de heropbouw van de Duitse marine en dienden diplomatieke doeleinden in de nasleep van de oorlog. In 1924 ondernam het schip een reis naar de Atlantische Oceaan, waarbij ze verschillende Europese havens aandeed.
Einde van de Diensttijd
Met de komst van modernere schepen en de reorganisatie van de Reichsmarine werd SMS Braunschweig in januari 1926 opnieuw uit dienst genomen. Ze werd geschrapt uit het maritieme register in maart 1931 en uiteindelijk gesloopt. Hiermee kwam een einde aan de loopbaan van een schip dat zowel in oorlog als in vrede een belangrijke rol had gespeeld in de Duitse maritieme geschiedenis.
Conclusie
SMS Braunschweig was een voorbeeld van de snelle technologische vooruitgang in de scheepsbouw aan het begin van de 20e eeuw. Hoewel haar ontwerp al snel verouderd raakte door de komst van dreadnought-slagschepen, bewees ze haar waarde in zowel vredestijd als tijdens de Eerste Wereldoorlog. Haar aanpassingen en langere diensttijd in de Reichsmarine onderstrepen de veerkracht en veelzijdigheid van dit slagschip.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: SMS Braunschweig, Bundesarchiv, DVM 10 Bild-23-61-31 / CC-BY-SA 3.0 via Wiki commens
- N. J. M. Campbell en Erwin Sieche (1986). Conway’s All the World’s Fighting Ships 1906–1921. London: Conway Maritime Press. ISBN 978-0-85177-245-5.
- Erich Gröner (1990). German Warships: 1815–1945. Vol. I: Major Surface Vessels. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-0-87021-790-6.
- Paul G. Halpern (1995). A Naval History of World War I. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-1-55750-352-7.
- Hans H. Hildebrand, Albert Röhr, en Hans-Otto Steinmetz (1993). Die Deutschen Kriegsschiffe: Biographien – ein Spiegel der Marinegeschichte von 1815 bis zur Gegenwart. Vol. 2. Ratingen: Mundus Verlag. ISBN 978-3-8364-9743-5.
- Hans H. Hildebrand, Albert Röhr, en Hans-Otto Steinmetz (1993). Die Deutschen Kriegsschiffe: Biographien – ein Spiegel der Marinegeschichte von 1815 bis zur Gegenwart. Vol. 8. Ratingen: Mundus Verlag. ISBN 978-3-8364-9743-5.
- Holger Herwig (1998). “Luxury” Fleet: The Imperial German Navy 1888–1918. Amherst: Humanity Books. ISBN 978-1-57392-286-9.
- Bronnen Mei1940