
De Slag om Tinian vond plaats van 24 juli tot 1 augustus 1944 en was onderdeel van de Stille Oceaan-campagne in de Tweede Wereldoorlog. Deze veldslag tussen de Verenigde Staten en Japan speelde zich af op het eiland Tinian, een strategisch gelegen locatie in de Marianen. De slag was opmerkelijk vanwege het gebruik van napalm, dat voor het eerst werd ingezet.
Inhouds opgave
Historische Achtergrond
Strategie en Planning
Na de Eerste Wereldoorlog ontwikkelden de Verenigde Staten plannen voor een mogelijke oorlog met Japan, bekend als de “Orange-plannen”. Deze voorzagen in een offensief door de Marshalleilanden en Carolinen naar de Filipijnen. Hoewel de Marianen in deze plannen een ondergeschikte rol speelden, kwam hier verandering in tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op de Casablanca-conferentie in januari 1943 benadrukte admiraal Ernest J. King het belang van de Marianen vanwege hun strategische ligging langs Japanse communicatielijnen.
Het doel van de Amerikaanse Joint Chiefs of Staff was tweeledig: het gebruik van de Marianen als marinebasis en als uitvalsbasis voor de nieuwe Boeing B-29 Superfortress bommenwerpers. Vanuit de Marianen konden de industriële centra van Japan effectief worden aangevallen. Deze plannen werden bevestigd tijdens de conferentie in Caïro in december 1943, wat leidde tot de oprichting van Operatie Granite, gericht op de verovering van Saipan, Tinian en Guam.
Het Belang van Tinian
Tinian, slechts 5,6 kilometer verwijderd van Saipan, speelde een sleutelrol in de Amerikaanse strategie. Terwijl het in Japanse handen bleef, konden Japanse vliegtuigen Saipan aanvallen of Amerikaanse bewegingen observeren. Het eiland bood bovendien een vlak terrein dat ideaal was voor de aanleg van luchthavens, waaronder de reeds bestaande Ushi Point Airfield, met een harde landingsbaan van 1.450 meter.
De Japanse verdediging van Tinian was gericht op het strandgebied bij Sunharon Bay. De Amerikanen zagen echter kansen in de minder goed verdedigde noordwestelijke stranden, waar een verrassingsaanval mogelijk was.
Video Slag om Tinian
Bekijk op YouTube het officiële operatierapport van de USMC over de Slag om Tinian (1944). Dit unieke verslag biedt gedetailleerde inzichten in de militaire planning, strategieën en uitvoering van deze belangrijke campagne in de Stille Oceaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ontdek hoe deze operatie het verloop van de oorlog beïnvloedde.
Voorbereidingen en de Aanval op Tinian
Japanse Verdediging en Strategie
De Japanse verdediging op Tinian werd geleid door kolonel Kiyochi Ogata, commandant van het 50e Infanterieregiment, en kapitein Goichi Oie, bevelhebber van de 56e Marinebewakingsmacht. Samen beschikten zij over ongeveer 9.000 militairen, waaronder 5.000 man van het Japanse Keizerlijke Leger en 4.000 man van de Keizerlijke Japanse Marine. De verdedigingsstrategie was gebaseerd op het Japanse doctrine van kustverdediging, met als doel de vijand bij de landingsstranden af te slaan.
De Japanse troepen waren goed getraind en uitgerust met diverse wapens, waaronder 75mm bergkanonnen en luchtafweergeschut. De antitankwapens die werden ingezet, zoals de 37mm antitankkanonnen, waren echter grotendeels verouderd en niet effectief tegen de moderne Amerikaanse tanks, zoals de M4 Sherman. Deze veroudering beperkte de effectiviteit van de Japanse verdediging aanzienlijk tegen Amerikaanse gepantserde voertuigen.
Daarnaast waren de stranden versterkt met mijnenvelden en bunkers. Hoewel de verdediging geconcentreerd was rond de zuidelijke stranden van Sunharon Bay, waren de noordelijke stranden, aangeduid als White Beaches, relatief licht verdedigd.
Amerikaanse Voorbereidingen
De Amerikaanse aanvallen op Tinian werden geleid door het V Amphibious Corps, onder bevel van generaal-majoor Harry Schmidt. Het korps omvatte de 2e en 4e Mariniersdivisie, beide ervaren eenheden die eerder hadden gevochten op Saipan. Voor de operatie werd gebruikgemaakt van uitgebreide luchtverkenning, geavanceerde inlichtingen en grondige planning.
Een belangrijk onderdeel van de Amerikaanse voorbereidingen was het gebruik van het zogenaamde “Doodlebug”-systeem: speciale landingsrampen die op LVT’s (amfibische voertuigen) waren gemonteerd. Hiermee konden voertuigen gemakkelijk de lage kliffen rond de noordelijke stranden beklimmen. Bovendien zorgden de nabijheid van Saipan en het gebruik van landgebaseerde artillerie voor aanzienlijke tactische voordelen.

Bombardementen en Afleidingsmanoeuvres
Op 13 juni 1944 begonnen de Amerikaanse marineschepen met bombardementen op Tinian, gericht op het vernietigen van Japanse kustbatterijen en verdedigingswerken. Deze aanvallen werden geïntensiveerd in de dagen voorafgaand aan de landing. Op 23 juli voerden Amerikaanse schepen, waaronder de slagschepen USS Colorado en USS Tennessee, zware bombardementen uit op Tinian Town en de omringende gebieden.
Op 24 juli, de dag van de landing, voerde de 2e Mariniersdivisie een afleidingsmanoeuvre uit bij de zwaar verdedigde stranden van Sunharon Bay. Landingstroepen deden alsof ze een aanval uitvoerden door herhaaldelijk te water te gaan en zich weer terug te trekken. Deze actie trok veel Japanse troepen naar de zuidelijke stranden, waardoor de verdediging van de noordelijke stranden werd verzwakt.
De Landing op White Beaches
De daadwerkelijke landing begon om 07:30 op 24 juli 1944, gericht op White Beach 1 en White Beach 2 in het noordwesten van Tinian. De 4e Mariniersdivisie, onder leiding van generaal-majoor Clifton B. Cates, voerde de aanval uit. De landingen werden ondersteund door een massaal artilleriebombardement vanaf Saipan en marinevuursteun vanaf schepen.
De keuze voor de White Beaches bleek een strategisch meesterwerk. Hoewel deze stranden klein waren en omringd door koraalriffen, waren ze slechts licht verdedigd. De LVT’s brachten de mariniers naar de kust, waar ze snel de kliffen beklommen met behulp van de Doodlebug-ramps. Binnen enkele uren waren de Amerikaanse troepen stevig gevestigd op het eiland, met minimale verliezen in de eerste aanvalsgolf.
Gevechten en Japanse Tegenaanvallen
Oprukken naar het Zuiden
Na de succesvolle landingen op de White Beaches op 24 juli 1944 begon het V Amphibious Corps zijn opmars naar het zuiden. Het doel was om de strategisch belangrijke vliegvelden van Tinian te veroveren en de Japanse verdediging volledig te neutraliseren. De 4e Mariniersdivisie rukte op langs de westkust, terwijl de 2e Mariniersdivisie het oostelijke deel van het eiland doorkruiste. Beide divisies ontmoetten onderweg lichte weerstand, omdat veel Japanse troepen waren ingezet bij de stranden in het zuiden.
Op 25 juli namen de mariniers de Ushi Point Airfield in het noorden in. Dit vliegveld werd snel veiliggesteld en aangepast voor Amerikaans gebruik, wat cruciaal was voor verdere logistieke ondersteuning. De volgende dag werden de nabijgelegen Mount Maga en Mount Lasso, twee van de hoogste punten op Tinian, zonder noemenswaardige tegenstand ingenomen.

Japanse Tegenaanvallen
De Japanse commandant, kolonel Kiyochi Ogata, reageerde op de Amerikaanse opmars met een serie tegenaanvallen, uitgevoerd in de nacht van 25 juli. De eerste aanval richtte zich op het Amerikaanse bruggenhoofd bij White Beach 1 en werd uitgevoerd door ongeveer 600 Japanse soldaten en matrozen. Ondanks de felle strijd, waarbij Amerikaanse troepen zware artillerie en mitrailleurs inzetten, werden de Japanse troepen tegen de ochtend volledig teruggedrongen. Meer dan 400 Japanse soldaten kwamen om in deze aanval.
Een tweede aanval vond plaats in het centrale deel van de Amerikaanse linies, waar Japanse infanterie doorbrak. Hoewel de doorbraak aanvankelijk zorgde voor chaos, werden de Japanse soldaten uiteindelijk omsingeld en uitgeschakeld door versterkingen van de Amerikaanse artillerie en tanks. In totaal verloren de Japanners ongeveer 1.200 soldaten in de nachtelijke tegenaanvallen, zonder enige strategische winst te behalen.
Opruimen van Japanse Posities
Na de mislukte tegenaanvallen begonnen de Amerikanen systematisch de overgebleven Japanse posities op het eiland op te ruimen. Dit was een moeizaam proces vanwege het ruige terrein in het zuiden van Tinian, waar kliffen en grotten de verdediging van Japanse soldaten versterkten. De mariniers gebruikten vlammenwerpers, tanks en artillerie om Japanse bunkers en grotten te vernietigen.
Op 30 juli rukten de Amerikaanse troepen verder op naar Tinian Town en het zuidelijke deel van het eiland. Hier ontmoetten ze hevige weerstand van Japanse soldaten die zich hadden verschanst in de grotten en ravijnen van een kalkstenen plateau. Hoewel de Japanse verdedigers fanatiek vochten, werden ze uiteindelijk overweldigd door de Amerikaanse vuurkracht.
Laatste Verzet en Overwinning
De laatste georganiseerde Japanse weerstand vond plaats op 1 augustus 1944. Een groep Japanse soldaten en matrozen probeerde een laatste aanval uit te voeren op de Amerikaanse linies, maar deze werd snel afgeslagen. Na deze aanval verklaarde generaal-majoor Schmidt het eiland veilig. Desondanks gingen de opruimacties door, omdat kleine groepen Japanse soldaten zich bleven verschansen in grotten en kloven.
In de loop van de campagne hadden de Amerikanen ongeveer 1.800 slachtoffers, waaronder 290 doden en 1.515 gewonden. Aan Japanse zijde werden meer dan 5.700 soldaten gedood en 404 gevangengenomen. De meeste Japanse officieren, waaronder kolonel Ogata, kwamen om tijdens de gevechten of pleegden zelfmoord om gevangenneming te voorkomen.

Nasleep van de Slag om Tinian
Strategisch Belang van Tinian
Na de verovering van Tinian werd het eiland een belangrijke strategische uitvalsbasis voor de Verenigde Staten in de laatste fase van de oorlog in de Stille Oceaan. De Amerikaanse Seabees voltooiden binnen enkele maanden de bouw van North Field en West Field, twee grote vliegvelden met een totaal van zes start- en landingsbanen, elk geschikt voor Boeing B-29 Superfortress bommenwerpers.
Deze vliegvelden speelden een cruciale rol in de luchtoorlog tegen Japan. Vanuit Tinian werden grootschalige bombardementen op Japanse steden uitgevoerd, waaronder de bombardementen op Tokio in maart 1945. Het eiland werd echter vooral bekend als de vertrekbasis voor de B-29’s Enola Gay en Bockscar, die respectievelijk de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki lieten vallen in augustus 1945.
Civiele Bevolking en Militaire Bezetting
Voor de Slag om Tinian had het eiland een bevolking van ongeveer 16.000 Japanse en Koreaanse arbeiders en een klein aantal Chamorro-inwoners. Tijdens de gevechten kwamen veel burgers om het leven door bombardementen, uithongering, ziekte of massale zelfmoorden, vaak aangemoedigd door Japanse soldaten. Na de verovering werden meer dan 8.000 overlevenden geïnterneerd in kampen onder Amerikaans toezicht. De omstandigheden in deze kampen waren aanvankelijk moeilijk door een tekort aan voedsel en onderkomens, maar verbeterden geleidelijk door de inspanningen van de Amerikaanse militaire autoriteiten.
De Laatste Japanse Verdedigers
Hoewel het eiland officieel op 1 augustus 1944 werd veilig verklaard, gingen kleine groepen Japanse soldaten door met guerrilla-acties. De meeste van deze verdedigers werden binnen enkele maanden opgespoord en gedood of gevangengenomen. De laatste overlevende Japanse soldaat op Tinian werd pas in 1953 ontdekt en gerepatrieerd naar Japan.
Conclusie
De Slag om Tinian wordt vaak beschouwd als een voorbeeld van een goed uitgevoerde amfibische operatie, waarin grondige planning, inlichtingen en logistiek zorgden voor een relatief snelle en succesvolle verovering. Het eiland speelde daarna een cruciale rol in de Amerikaanse luchtoorlog tegen Japan en markeerde een belangrijke stap in de weg naar de uiteindelijke overwinning in de Stille Oceaan.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding 1: USGov-Military, Post-Work: User:W.wolny, Public domain, via Wikimedia Commons
- Afbeelding 2: United States Marine Corps, Public domain, via Wikimedia Commons
- Afbeelding 3: Sergeant H. Neil Gillespie, USMC, Public domain, via Wikimedia Commons
- Afbeelding 4: United States Navy, Public domain, via Wikimedia Commons
- Astroth, Alexander (2019). Mass Suicides on Saipan and Tinian 1944: An Examination of the Civilian Deaths in Historical Context. Jefferson, North Carolina: McFarland & Company. ISBN 978-1-4766-7456-8.
- Brooks, Victor (2005). Day in the Pacific, June-August 1944. Cambridge, Massachusetts: Da Capo Press. ISBN 978-0-306-81369-6.
- Cate, James (1953). The Pacific: Matterhorn to Nagasaki, June 1944 to August 1945. Vol. V. Chicago: University of Chicago Press. ISBN 978-0-316-58308-4.
- Hayes, Grace Person (1982). The History of the Joint Chiefs of Staff in World War II: The War Against Japan. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 0-87021-269-9.
- Morison, Samuel Eliot (1953). New Guinea and the Marianas, March 1944 – August 1944. Vol. VIII. Little Brown. ISBN 978-0-316-58308-4.
- Prefer, Nathan N. (2012). The Battle for Tinian: Vital Stepping Stone in America’s War Against Japan. Oxford: Casemate Publishers. ISBN 978-1-61200-094-7.
- Rottman, Gordon L. (2002). World War II Pacific Island Guide: A Geo-Military Study. Westwood, Connecticut: Greenwood Press. ISBN 0-313-31395-4.
- Rottman, Gordon L.; Gerrard, Howard (2004). Saipan & Tinian 1944: Piercing the Japanese Empire. Oxford: Osprey Publishing. ISBN 978-1-84176-804-5.