Renault FT: De eerste moderne tank in militaire geschiedenis

Renault FT 17 lichte tank, bemanning van 2, 37 mm kanon, maximale snelheid 8 km/u, tentoongesteld in Musée de l'Armée, Parijs.
De Renault FT 17, uitgerust met een 37 mm kanon en stalen pantser, tentoongesteld in het Musée de l'Armée, Parijs.

De Renault FT, ontworpen door Louis Renault en Rodolphe Ernst-Metzmaier in 1916, wordt beschouwd als de eerste moderne tank in de geschiedenis van de gepantserde oorlogsvoering. Het revolutionaire ontwerp, waarbij het hoofdkanon in een volledig draaiende koepel was geplaatst, werd een standaard die tot op de dag van vandaag wordt gebruikt in tankconstructies.

In totaal werden meer dan 3.000 exemplaren van de Renault FT geproduceerd tussen 1917 en 1919. Frankrijk bouwde 2.622 tanks, en andere landen, zoals de Verenigde Staten en Italië, produceerden hun eigen varianten op basis van het oorspronkelijke ontwerp. De Renault FT was niet alleen tijdens de Eerste Wereldoorlog een belangrijk wapen, maar zag ook actie tijdens diverse interbellumconflicten en zelfs in het begin van de Tweede Wereldoorlog.

Technische specificaties

De Renault FT woog 6,5 ton en was uitgerust met een Puteaux SA 1918 37 mm-kanon of een 8 mm Hotchkiss machinegeweer. Deze lichte tank had een bemanning van twee personen, bestaande uit een commandant en een chauffeur. Het voertuig was voorzien van een viercilinder Renault-motor van 39 pk, waarmee het een topsnelheid van 7 km/u kon halen en een bereik had van 60 km. De bepantsering varieerde van 8 mm tot 22 mm, wat de tank redelijk licht gepantserd maakte, maar voldoende om infanteriewapens te weerstaan.

Het ontwerp maakte gebruik van verticale vering voor de ophanging en een brandstofcapaciteit van 95 liter, wat het mogelijk maakte om de tank ongeveer acht uur lang te laten opereren. Een belangrijk aspect van de Renault FT was het gebruik van gescheiden compartimenten voor de bemanning en de motor, wat het voertuig veiliger en efficiënter maakte in vergelijking met eerdere ontwerpen.

Historische impact en standaardisering

De Renault FT bracht een revolutie teweeg in tankontwerpen. Voor het eerst werd de configuratie van een voorste bemanningscompartiment, achterste motorruimte en een draaibare koepel geïntroduceerd, wat de tank een veel flexibeler en efficiënter gevechtsvoertuig maakte. Dit ontwerp werd de norm voor toekomstige tanks en heeft invloed gehad op de ontwikkeling van tanks in vele landen, waaronder de VS (M1917), Italië (Fiat 3000) en de Sovjet-Unie (T-18).

Productie en varianten

Frankrijk was verantwoordelijk voor het grootste deel van de productie van de Renault FT, waarbij bedrijven zoals Renault zelf, Berliet, Somua en Delaunay-Belleville betrokken waren. Van de eerste bestelling van 3.530 tanks werd 52% gebouwd door Renault, terwijl Berliet, Somua en Delaunay-Belleville respectievelijk 23%, 17% en 8% van de productie op zich namen.

De tank was beschikbaar in verschillende varianten, waaronder de Char canon (met een 37 mm-kanon), de Char mitrailleuse (met een machinegeweer), de FT 75 BS (uitgerust met een houwitser), en de FT modifié 31, een latere versie met verbeterde bewapening. De Amerikaanse variant, de M1917, en de Russische versie, de Russkiy Reno, waren beide gebaseerd op de originele FT.

Ontwikkelingsgeschiedenis

Begin van de ontwikkeling

De ontwikkeling van de Renault FT begon eind 1915, toen kolonel Jean-Baptiste Estienne, een voorstander van het gebruik van tanks in oorlogsvoering, contact opnam met Louis Renault. In eerste instantie was Renault terughoudend om aan het project te werken vanwege de drukte in zijn fabriek, die al op volle toeren draaide voor de oorlogsproductie. Na verdere overreding en een ontmoeting in juli 1916, ging Renault uiteindelijk akkoord om mee te werken aan de ontwikkeling van een lichte tank.

Het eerste ontwerp werd grotendeels geleid door Renault zelf, met strikte beperkingen op het gewicht van de tank. Renault was van mening dat een tank van maximaal zeven ton noodzakelijk was om een gunstige verhouding tussen kracht en gewicht te behouden, gezien de beschikbare motoren van die tijd. De technische uitvoering van het ontwerp werd toevertrouwd aan Rodolphe Ernst-Metzmaier, die het ontwerp verder verfijnde.

Productie-uitdagingen en successen

Ondanks de aanvankelijke aarzeling van Renault, werden er uiteindelijk grote bestellingen geplaatst, wat de massaproductie van de tank mogelijk maakte. Hoewel de Renault FT te maken had met enkele technische problemen, zoals problemen met de radiatorventilator, was het voertuig een succes. In 1917 werden slechts 84 tanks geproduceerd, maar tegen de wapenstilstand in 1918 waren er bijna 2.700 tanks geleverd aan het Franse leger.

Naamgeving en misverstanden

Er bestaan veel misverstanden over de naam “Renault FT”. Vaak wordt ten onrechte aangenomen dat “FT” staat voor termen als “faible tonnage” (laag tonnage) of “franchisseur de tranchées” (loopgravenoverschrijder). In werkelijkheid verwijst de naam naar een eenvoudige interne code die door Renault werd gebruikt voor al zijn nieuwe projecten. De toevoeging “17”, zoals vaak wordt gebruikt in Engelstalige bronnen (FT-17), werd pas na de oorlog bedacht door historici en werd tijdens de Eerste Wereldoorlog nooit officieel gebruikt.

Internationale adoptie

Na de Eerste Wereldoorlog werd de Renault FT geëxporteerd naar tal van landen, waaronder België, Tsjechoslowakije, Finland, Japan, Polen en Spanje. Het was de meest prominente tank in vele legers tijdens het interbellum, en nam deel aan verschillende conflicten, zoals de Russische Burgeroorlog en de Pools-Sovjetoorlog.

Operationele geschiedenis

Eerste Wereldoorlog

De Renault FT maakte zijn gevechtsdebuut op 31 mei 1918 tijdens de Derde Slag bij de Aisne. De tank bleek effectief in het ondersteunen van infanterie-aanvallen en werd veelvuldig ingezet door zowel het Franse leger als de American Expeditionary Forces (AEF). Hoewel het in het begin kleine aantallen betrof, groeide het aantal Renault FTs op het slagveld snel, en de tank speelde een cruciale rol in de beslissende gevechten van 1918.

Interbellum en koloniale conflicten

Na de Eerste Wereldoorlog werden Renault FTs gebruikt in diverse conflicten over de hele wereld. In 1919 werden ze ingezet in de Russische Burgeroorlog door de Witte Legers tegen de Sovjets. In de jaren 1920 nam de tank deel aan koloniale campagnes, waaronder de onderdrukking van de Druzenopstand in Frans Mandaat Syrië en de Rifoorlog in Marokko.

Japan kocht Renault FTs en gebruikte ze tijdens de bezetting van Mantsjoerije in de jaren 1930. In Spanje waren de Renault FTs betrokken bij de Spaans-Marokkaanse Oorlog en speelden ze zelfs een rol in de Spaanse Burgeroorlog, waar ze zowel door Republikeinen als Nationalisten werden ingezet.

Tweede Wereldoorlog

Ondanks dat de Renault FT bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verouderd was, werden ze nog steeds gebruikt door verschillende legers, waaronder die van Frankrijk, Polen en Joegoslavië. In Frankrijk waren in 1940 nog zeven frontlinie-bataljons uitgerust met de Renault FT, hoewel deze geen partij waren voor de modernere Duitse tanks. Sommige FTs werden ingezet als statische verdedigingsposten langs de Maginotlinie.

Na de Franse overgave in 1940 nam het Duitse leger meer dan 1.700 Renault FTs in beslag en gebruikte ze voor politietaken en vliegveldverdediging. Ze werden zelfs in beperkte mate ingezet tijdens de Slag om Parijs in 1944.

Afgeleide ontwerpen

De Renault FT diende als basis voor tal van afgeleide ontwerpen. In Italië werd de Fiat 3000 geproduceerd, een kopie van de Renault FT. In de Sovjet-Unie werd een variant van de FT, de Russkiy Reno, geproduceerd, en later diende de FT als inspiratie voor de ontwikkeling van de T-18, de eerste volledig in de Sovjet-Unie ontworpen tank.

Conclusie

De Renault FT was een baanbrekend ontwerp dat de tankoorlogsvoering voorgoed veranderde. Het innovatieve ontwerp, met een volledig draaiende koepel en een aparte motorruimte, werd de standaard voor toekomstige tanks. De invloed van de Renault FT was wereldwijd te zien in de ontwikkeling van tanks in de jaren na de Eerste Wereldoorlog, en hoewel de tank verouderd raakte, bleef hij in gebruik tot ver in de twintigste eeuw.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding: Jean-Pol GRANDMONTCC BY 4.0, via Wikimedia Commons
  2. Estienne, J.B.E., L’Artillerie d’Assaut. Parijs: Librairie Militaire, 1920.
  3. Renault Archief, “Ontwikkeling van de FT-tank”, Renault Historisch Archief, 1917-1919.
  4. Malmassari, P., L’Histoire des Chars, Parijs: Hachette, 1998.
  5. Bronnen Mei1940