De Reggiane Re.2001 Falco II was een Italiaanse jager, die tijdens de Tweede Wereldoorlog dienst deed bij de Regia Aeronautica (Italiaanse luchtmacht). Het vliegtuig, een tijdgenoot van de beroemde Macchi C.202, stond bekend om zijn veelzijdigheid en wendbaarheid, wat het in staat stelde om het op te nemen tegen krachtigere tegenstanders zoals de Supermarine Spitfire. Ondanks de beperkte productie van slechts 252 toestellen, diende de Re.2001 als basis voor latere, krachtigere varianten, zoals de Re.2005.
Inhouds opgave
Ontwerp en ontwikkeling
De Reggiane Re.2001 was een doorontwikkeling van de Re.2000 Falco I, die door de Regia Aeronautica was afgewezen vanwege de onbeschermde brandstoftanks in de vleugels en de gebrekkige prestaties van de motor. De Re.2001 verbeterde dit ontwerp door gebruik te maken van een krachtigere en betrouwbaardere motor, namelijk de 1.175 pk (876 kW) Alfa Romeo R.A.1000 RC.41-I Monsone, een in licentie gebouwde versie van de Duitse Daimler-Benz DB 601.
Structuur en brandstoftanks
Hoewel veel van de rompsstructuur van de Re.2000 werd behouden, inclusief de volledige staartsectie, werden de vleugels van de Re.2001 opnieuw ontworpen. De semi-elliptische vleugels met drie liggers in elke vleugel bevatten conventionele brandstoftanks met een totale capaciteit van 544 liter. Deze tanks vervingen de eerdere ongepantserde compartimenten in de vleugels, wat een aanzienlijke verbetering betekende in termen van veiligheid en vechtcapaciteit.
Bewapening
De bewapening van de Re.2001 bestond uit twee 12,7 mm Breda-SAFAT machinegeweren in de bovenste motorkap en twee 7,7 mm Breda-SAFAT machinegeweren in de vleugels. Deze configuratie bood de piloot een krachtige vuurkracht die in staat was om vijandelijke vliegtuigen effectief uit te schakelen. Bij latere varianten, zoals de nachtjager (CN) versie, werd de bewapening verder versterkt met twee 20 mm Mauser MG 151/20 kanonnen, gemonteerd in gondels onder de vleugels.
Operationele geschiedenis
Eerste inzet
De eerste operationele eenheden die de Re.2001 ontvingen, waren de 2° Gruppo van de 6° Stormo, die in september 1941 zonder vliegtuigen uit Noord-Afrika was teruggekeerd. Deze eenheid, bestaande uit de 150ª, 152ª en 358ª Squadriglie, kreeg haar eerste Re.2001’s in december 1941 op de basis Rome-Ciampino. Vanwege technische problemen was de eenheid pas volledig operationeel en getraind in februari 1942. In mei 1942 begon de eenheid escortemissies te vliegen boven Malta, waar ze voor het eerst in aanraking kwamen met Britse Spitfire Mk Vs.
Gevechten boven Malta
Op 12 mei 1942 ontmoetten 15 Reggiane Re.2001’s van de 2° Gruppo, vergezeld door Macchi MC.200’s, Britse Spitfires tijdens een escortemissie. Hoewel een Italiaanse bommenwerper werd neergeschoten en een andere zwaar beschadigd, slaagden de Italiaanse piloten erin twee Spitfires neer te halen. Dit was een vroege indicatie van het vermogen van de Re.2001 om het op te nemen tegen meer geavanceerde vijandelijke vliegtuigen, ondanks dat ze qua snelheid en bewapening vaak in het nadeel waren.
In de daaropvolgende maanden voerden Re.2001’s verschillende missies uit boven Malta, waarbij ze betrokken raakten bij talloze luchtgevechten. De prestaties van de Reggiane in deze gevechten toonden aan dat het vliegtuig, ondanks zijn beperkingen, in staat was om zich te verdedigen tegen moderne geallieerde jagers.
Aanval op HMS Victorious
Op 12 augustus 1942 voerden twee Re.2001 G/V’s, speciaal uitgerust om 640 kg fragmentatiebommen te vervoeren, een aanval uit op het Britse vliegdekschip HMS Victorious tijdens Operatie Pedestal. De Re.2001’s werden niet herkend als vijandelijke vliegtuigen vanwege hun gelijkenis met de Sea Hurricanes, wat hen in staat stelde het vliegdekschip te benaderen. Hoewel een directe treffer werd gescoord, faalde de bom in het ontploffen, waardoor de schade beperkt bleef.
Varianten en speciale versies
Re.2001 CB: Jager-bommenwerper
De Re.2001 CB (Cacciabombardiere) was een van de belangrijkste varianten die ontwikkeld werd om een bom van 100 of 250 kg onder de romp te kunnen dragen. Deze versie, geproduceerd vanaf 1942, werd gebruikt voor aanvalsmissies, met name tijdens de slag om Malta. De combinatie van goede wendbaarheid en de capaciteit om bommen te dragen, maakte de Re.2001 CB tot een veelzijdige aanvaller, hoewel het gebrek aan snelheid ten opzichte van vijandelijke jagers een blijvend nadeel was.
Re.2001 CN: Nachtjager
De Re.2001 CN (Caccia Notturna) werd ontwikkeld als een nachtjager, uitgerust met vlamdempers op de uitlaat van de motor en twee 20 mm Mauser MG 151/20 kanonnen in gondels onder de vleugels. Hoewel deze variant in beperkte aantallen werd geproduceerd (34 van de 50 bestelde toestellen), speelde het een belangrijke rol in de verdediging van Italiaanse steden tegen geallieerde nachtelijke bombardementen.
Productie en beperkingen
Ondanks het potentieel van de Re.2001, werd de productie beperkt door een combinatie van factoren. De eerste bestelling van 300 toestellen werd teruggebracht tot 252, vanwege problemen met de productiecapaciteit en de vraag naar motoren voor andere vliegtuigtypen, zoals de Macchi C.202. Bovendien vertraagde de beslissing van de Regia Aeronautica om de brandstoftanks in de vleugels te plaatsen, wat een aanzienlijke herziening van de vleugelstructuur vereiste.
Productieproblemen en kosten
De complexiteit van het ontwerp van de Re.2001 leidde tot hogere productiekosten en lagere productiesnelheden. In 1942 kostte een Re.2001 ongeveer 600.000 lire om te produceren, aanzienlijk meer dan de 520.000 lire voor de Macchi C.202. Deze hogere kosten, in combinatie met de beperkte beschikbaarheid van onderdelen en motoren, verminderden de effectiviteit van de Re.2001 als jager.
Operaties tijdens de invasie van Sicilië
Toen de geallieerden op 10 juli 1943 Sicilië binnenvielen, werden alle beschikbare Re.2001’s ingezet om Italië en de omliggende Mediterrane eilanden te verdedigen. Ondanks hun inzetbaarheid en wendbaarheid, waren er slechts 33 Re.2001’s operationeel ten tijde van de wapenstilstand op 9 september 1943. De aanhoudende productievertragingen en mechanische problemen hadden hun tol geëist op het aantal inzetbare toestellen.
De nasleep van de Re.2001
Na de wapenstilstand bleven slechts enkele Re.2001’s in gebruik, waarvan acht toestellen werden opgenomen in de luchtmacht van de Italiaanse Co-Belligerente, die aan de zijde van de geallieerden vocht. Een enkel toestel kwam in handen van de luchtmacht van de Italiaanse Sociale Republiek. De Re.2001 werd uiteindelijk overschaduwd door nieuwere en krachtigere ontwerpen, maar zijn bijdrage aan de Italiaanse luchtverdediging gedurende de oorlog blijft een belangrijk hoofdstuk in de luchtvaartgeschiedenis van het land.
Conclusie
De Reggiane Re.2001 Falco II vertegenwoordigde een belangrijke ontwikkeling in de Italiaanse luchtvaart tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoewel het vliegtuig te maken had met productieproblemen en mechanische beperkingen, bewees het zijn waarde in tal van luchtgevechten en speciale operaties. De Re.2001 was een veelzijdig vliegtuig dat ondanks zijn tekortkomingen een belangrijke rol speelde in de verdediging van Italië. Het blijft een symbool van de technische vaardigheid en het aanpassingsvermogen van de Italiaanse luchtvaartindustrie tijdens een van de meest uitdagende periodes in de geschiedenis.
Bronnen en meer informatie
- Gunston, Bill. Italian Aircraft of World War II. London: Guild Publishing, 1980.
- Neulen, Hans Werner. In the Skies of Europe – Air Forces Allied to the Luftwaffe 1939–1945. Marlborough: The Crowood Press, 2000.
- Ethell, Jeffrey L. Aircraft of World War II. New York: Harper & Row, 1982.
- D’Amico, Ferdinando, and Valentini, Gabriele. Regia Aeronautica Vol. 1. Squadron/Signal Publications, 1986.
- Malizia, Nicola. Reggiane Re.2001 Falco II. Parma: Delta Editrice, 1994.
- Lucas, Laddie. Malta: The Thorn in Rommel’s Side. London: Bounty Books, 2003.
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding: See page for author, Public domain, via Wikimedia Commons