Reggiane Re.2000 Falco Italiaans jachtvliegtuig

Prototipo Reggiane Re.2000 MM.408 in Guidonia met nieuwe camouflagekleuren en gefacetteerd parabrezza, vervangt het oude ontwerp.
De Reggiane Re.2000 MM.408 in Guidonia, uitgerust met een nieuw gefacetteerd parabrezza en camouflagekleuren, vervangt het vorige ontwerp.

De Reggiane Re.2000 Falco I was een Italiaans jachtvliegtuig dat werd ontwikkeld en geproduceerd door het luchtvaartbedrijf Reggiane. Het toestel, volledig vervaardigd uit metaal en voorzien van een laagdekkerontwerp, werd gebruikt door de Regia Aeronautica (Italiaanse luchtmacht) en de Zweedse luchtmacht tijdens het eerste deel van de Tweede Wereldoorlog. Hoewel het vliegtuig technische vooruitgang vertoonde, kende het ook aanzienlijke beperkingen die zijn operationele geschiedenis beïnvloedden.

Specificaties van de Reggiane Re.2000 Serie I

Algemene kenmerken

  • Bemanning: 1
  • Lengte: 7,99 m
  • Spanwijdte: 11 m
  • Hoogte: 3,2 m
  • Vleugeloppervlak: 20,4 m²
  • Leeggewicht: 2.090 kg
  • Maximumgewicht: 2.839 kg
  • Aandrijving: 1 × Piaggio P.XI R.C.40, 14-cilinder luchtgekoelde stermotor met een vermogen van 1.000 pk
  • Propeller: 3-bladige Piaggio-D’Ascanio, constante snelheid propeller met een diameter van 3,1 m

Prestaties

  • Maximale snelheid: 530 km/u op 5.300 m hoogte
  • Kruissnelheid: 440 km/u
  • Bereik: 545 km
  • Dienstplafond: 11.200 m
  • Klimtijd naar 4.000 m: 4 minuten
  • Vleugelbelasting: 137 kg/m²

Bewapening

  • 2 × 12,7 mm Breda-SAFAT machinegeweren met 300 patronen per wapen

Ontwikkeling van de Re.2000

Achtergrond

In 1938 lanceerde het Italiaanse Ministerie van Luchtvaart het “Programma R”, een uitgebreide inspanning gericht op het verbeteren van zowel de kwaliteit als kwantiteit van de Regia Aeronautica. De Reggiane Re.2000 was het enige vliegtuig dat speciaal werd ontworpen om te voldoen aan de eisen van dit programma. Het ontwerpteam onder leiding van Roberto Longhi en Antonio Alessio begon aan de ontwikkeling van een jachtvliegtuig dat niet alleen aan de vereisten van het programma zou voldoen, maar deze ook zou overtreffen.

Vliegproeven en Evaluaties

Op 24 mei 1939 maakte het prototype van de Re.2000 zijn eerste vlucht in Reggio Emilia, Italië, onder leiding van testpiloot Mario De Bernardi. Tijdens de vroege vliegproeven bleek het toestel een gunstige vlieghouding te hebben, met goede snelheid en hoge wendbaarheid. Het vliegtuig presteerde beter dan veel andere jachtvliegtuigen uit die tijd, zoals de Macchi C.200 en de Duitse Messerschmitt Bf 109E.

Echter, een ongunstig technisch rapport van het Italiaanse Ministerie van Luchtvaart concludeerde dat de integrale brandstoftanks in de vleugels te kwetsbaar waren en moeilijk te produceren. Deze conclusie leidde tot de annulering van een bestelling voor 12 pre-productievliegtuigen en het besluit om het productieprogramma van 188 vliegtuigen stop te zetten. Ondanks de mogelijkheid om een prototype met een conventionele vleugelconfiguratie te ontwikkelen, werd slechts één prototype goedgekeurd, wat uiteindelijk leidde tot de ontwikkeling van de Reggiane Re.2002.

Verdere Ontwikkelingen

De Re.2000 werd ook aangepast voor langeafstandsvluchten met de introductie van de Re.2000GA (Grande Autonomia). Deze versie, uitgerust met extra brandstoftanks, was bedoeld voor langeafstandsmissies van de Italiaanse marine naar Oost-Afrika. Echter, deze variant kwam pas in dienst nadat Italië zich had overgegeven aan de geallieerden in 1943.

Een andere belangrijke variant was de Re.2000bis, die was uitgerust met een krachtigere Piaggio P XI bis motor, maar slechts in kleine aantallen werd geproduceerd. Tegen augustus 1941 waren er slechts negen exemplaren geleverd aan het 377a Squadron.

Ontwerpkenmerken van de Reggiane Re.2000

De Reggiane Re.2000 was het eerste volledig metalen jachtvliegtuig van Reggiane en introduceerde enkele geavanceerde ontwerpelementen, waaronder een ellipsvormig vleugelprofiel en een intrekbaar landingsgestel. Het gebruik van een Piaggio P.XI RC 40 radiale motor, hoewel krachtig, bleek een zwak punt te zijn vanwege zijn onbetrouwbaarheid. Het vliegtuig had een geavanceerde aerodynamische vormgeving en een volledig metalen constructie, maar de integrale brandstoftanks in de vleugels waren niet zelfsluitend, wat een groot nadeel was in vergelijking met andere jachtvliegtuigen.

Operationele Geschiedenis

Italië

Ondanks zijn technische vooruitgang werd de Re.2000 afgewezen door de Regia Aeronautica. Slechts vijf Serie I vliegtuigen kwamen in dienst bij de Italiaanse luchtmacht, voornamelijk voor experimentele doeleinden. Een aantal vliegtuigen werd aangepast voor gebruik door de Italiaanse marine, waarbij ze werden gelanceerd vanaf slagschepen met behulp van katapultsystemen. Deze versie, bekend als de Re.2000 Catapultabile, werd in kleine aantallen geproduceerd en bleek minder betrouwbaar en trager dan de oorspronkelijke versie.

Hongarije

Hongarije was een van de grootste gebruikers van de Re.2000 en verwierf 70 toestellen. Daarnaast verkreeg Hongarije ook licentierechten om de Re.2000 lokaal te produceren. De Hongaarse versie, bekend als de MÁVAG Héja I, had verschillende modificaties, waaronder een Hongaarse motor en een verbeterde bewapening. Deze vliegtuigen werden voornamelijk ingezet aan het Oostfront en in de luchtverdediging van Hongarije. De Héja II, een verder gemodificeerde versie, werd ook in aanzienlijke aantallen geproduceerd.

Hoewel de Re.2000 technisch geavanceerd was, hadden de Hongaarse toestellen last van diverse problemen, zoals lekkende brandstoftanks en onbetrouwbare motoren. Desondanks bleven de Hongaarse piloten de Héja inzetten in gevechten tegen de Sovjetluchtmacht, waarbij ze aanzienlijke successen boekten.

Zweden

Zweden kocht 60 Re.2000 Serie I vliegtuigen, die in dienst werden genomen als de J 20. Deze vliegtuigen werden voornamelijk gebruikt om vijandige bommenwerpers te onderscheppen die het Zweedse luchtruim schonden. Hoewel de J 20 goed presteerde onder zware omstandigheden, waren de mechanische problemen van de Re.2000 ook in Zweden een grote uitdaging. Na de oorlog werden de overgebleven J 20’s buiten dienst gesteld en gesloopt, op één na, die bewaard is gebleven als museumstuk.

Conclusie

De Reggiane Re.2000 Falco I was een geavanceerd Italiaans jachtvliegtuig dat, ondanks zijn technische voordelen, te kampen had met verschillende operationele problemen. Het toestel werd in beperkte aantallen gebruikt door de Italiaanse luchtmacht en marine, maar vond meer succes in het buitenland, vooral in Hongarije en Zweden. De Re.2000 blijft een interessant voorbeeld van Italiaanse luchtvaartinnovatie tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar zijn impact werd beperkt door mechanische problemen en de veranderende eisen van de oorlog.

Bronnen en meer informatie

  1. Cattaneo, G., “The Italian Warplanes of World War II”, Milan: Italian Aviation Publishing, 1987.
  2. “Reggiane Re.2000”, Regia Aeronautica Archives, Rome, 1943.
  3. “The Reggiane Fighters”, Aeronautica Militare, 1985.
  4. “The Hungarian Air Force in World War II”, Military History Institute, Budapest, 1992.
  5. “Swedish Air Force Operations 1939-1945”, Swedish Air Force Museum, Linköping, 2001.
  6. Bronnen Mei1940
  7. Afbeelding: See page for author, Public domain, via Wikimedia Commons