De Panzerkampfwagen 38(t), oorspronkelijk bekend als de ČKD LT vz. 38, was een lichte tank die in de jaren 1930 in Tsjecho-Slowakije werd ontwikkeld. Deze tank speelde een belangrijke rol in de vroege fase van de Tweede Wereldoorlog. Na de annexatie van Tsjecho-Slowakije werd het voertuig opgenomen in het Duitse leger en door verschillende andere Asmogendheden gebruikt. Ondanks zijn veroudering tegen 1942 bleef het chassis een waardevolle basis voor latere voertuigen, zoals de Marder III en de Jagdpanzer 38(t) Hetzer.
Inhouds opgave
Ontwikkeling van de Panzer 38(t)
In 1935 werkte de Tsjecho-Slowaakse tankfabrikant Českomoravská Kolben-Daněk (ČKD) aan een opvolger van de complexe LT-35 tank. De nieuwe tank werd ontworpen met een eenvoudiger veersysteem, gebaseerd op een bladvering met vier grote wielen. Dit leidde tot de TNH-serie, die met kleine aanpassingen werd geëxporteerd naar landen zoals Iran, Peru en Zwitserland.
Eerste prototypes en buitenlandse interesse
De Czechoslowaakse strijdkrachten lanceerden in 1937 een wedstrijd voor een nieuwe mediumtank, waarbij meerdere fabrikanten betrokken waren, waaronder Škoda, ČKD en Tatra. Het TNHPS-model van ČKD werd in juli 1938 besteld, maar door de Duitse bezetting in maart 1939 kwamen deze tanks niet in dienst bij het Tsjecho-Slowaakse leger.
Integratie in het Duitse leger
Met de bezetting van Tsjecho-Slowakije besloot Nazi-Duitsland de productie van de tank voort te zetten vanwege de superieure prestaties ten opzichte van de Panzer I en Panzer II. De tank werd aanvankelijk aangeduid als LTM 38, maar vanaf januari 1940 stond het bekend als de Panzerkampfwagen 38(t). Gedurende zijn productie tot juni 1942 werden er meer dan 1.400 exemplaren gebouwd.
Beschrijving en specificaties
De Panzer 38(t) was een conventionele tank uit de vooroorlogse periode met een gepantserde romp van geklonken staal. De dikte van het pantser varieerde van 10 mm tot 50 mm, afhankelijk van de versie.
Hoofd- en secundaire bewapening
De primaire bewapening bestond uit een 37 mm Skoda A7-kanon met 90 schoten. Daarnaast had de tank twee 7,92 mm machinegeweren, een in de koepel en een in de romp. De bemanning bestond uit vier personen: de commandant, schutter, bestuurder en radio-operator.
Motor en prestaties
De Panzer 38(t) had een Praga EPA zescilinder benzinemotor die 125 pk leverde, met een maximumsnelheid van 42 km/u en een bereik van 200 km. Dit maakte de tank bijzonder betrouwbaar en makkelijk te onderhouden, eigenschappen die werden geprezen door de Duitse tankbemanningen.
Operationeel gebruik tijdens de Tweede Wereldoorlog
De Panzer 38(t) werd ingezet in de invasies van Polen (1939), Frankrijk (1940) en tijdens Operatie Barbarossa (1941). Hoewel het voertuig goed presteerde tegen licht gepantserde vijandelijke tanks, bleek het minder effectief tegen zwaarder bepantserde voertuigen zoals de T-34 van het Sovjetleger.
Slag bij Frankrijk en de Sovjet-invasie
In de Slag om Frankrijk diende de Panzer 38(t) in de 7e en 8e Pantserdivisies, waar het zijn betrouwbaarheid bewees. Tijdens de invasie van de Sovjet-Unie bleek de tank echter tekort te schieten tegen het superieure pantser en de vuurkracht van Sovjettanks, zoals de T-34. Hierdoor werden de tanks na 1941 voornamelijk gebruikt voor verkenningsmissies en anti-partisanenacties.
Aanpassingen en varianten
Na de stopzetting van de productie van de Panzer 38(t) werden het chassis en de onderdelen hergebruikt voor nieuwe ontwerpen.
Marder III en Jagdpanzer 38(t)
Een van de meest prominente varianten was de Marder III, een mobiele antitankeenheid uitgerust met een 7,5 cm Pak 40-kanon. Deze werd tussen 1942 en 1944 geproduceerd met ongeveer 1.500 stuks. Vervolgens werd de Jagdpanzer 38(t), beter bekend als de Hetzer, ontwikkeld als tankvernietiger en vanaf 1944 geproduceerd, met een totaal van circa 2.800 eenheden.
Flakpanzer 38(t)
Een ander opvallend ontwerp was de Flakpanzer 38(t), een zelfrijdend luchtafweerkanon. Ongeveer 140 exemplaren van deze voertuigen werden geproduceerd.
Gebruikers buiten Duitsland
Zweden
Zweden bestelde in 1940 90 PzKpfw 38(t) Ausf. S-tanks, die uiteindelijk door Duitsland werden geconfisqueerd. Dit leidde tot een licentieovereenkomst met Scania-Vabis voor de bouw van de Stridsvagn m/41. In totaal werden er 116 van het eerste model en 104 van de verbeterde versie gebouwd.
Roemenië en Hongarije
Roemenië ontving 50 Panzer 38(t)-tanks in 1943, die deelnamen aan operaties aan het Oostfront. Hongarije verkreeg 102 tanks en gebruikte ze ook in gevechten aan het front.
Iran en Peru
Iran kocht in 1935 50 TNH-tanks, waarvan de laatste in actie kwamen tijdens de Anglo-Sovjet invasie van Iran in 1941. Peru kocht 24 LTP-tanks die succesvol werden ingezet in de Ecuadoriaans-Peruaanse Oorlog van 1941.
Conclusie
De Panzerkampfwagen 38(t) was een veelzijdige en betrouwbare tank die zijn waarde bewees in de vroege jaren van de Tweede Wereldoorlog. Hoewel het voertuig tegen 1942 verouderd was, bleven de aanpassingen van het chassis een cruciaal onderdeel van de Duitse tankontwerpen tot het einde van de oorlog.
Bronnen
- Afbeelding: Nationaal Archief, CC0, via Wikimedia Commons
- Beevor, Antony. D-Day: The Battle for Normandy. Penguin Books, 2009.
- Kliment, C.K., & Francev, B. (1997). Czechoslovak Armored Fighting Vehicles 1918–1948.
- Jentz, T.L. (1996). Panzer Tracts.
- Anderson, T. (2017). Panzer IV: The Workhorse of the Panzerwaffe.
- Spielberger, Walter J. Panzerkampfwagen 38(t). Schiffer Military History, 1990.
- Bronnen Mei1940