De Panzerkampfwagen 35(t), vaak afgekort als Panzer 35(t), was een licht gepantserd voertuig dat zijn oorsprong vond in Tsjechoslowakije en voornamelijk werd ingezet door nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog. De toevoeging “(t)” stond voor “tschechisch,” het Duitse woord voor “Tsjechisch,” om de buitenlandse oorsprong van het voertuig aan te geven. In de Tsjechoslowaakse militaire dienst stond het officieel bekend als de “Lehký tank vzor 35” (Lichte Tank Model 35), maar het werd algemeen aangeduid als de LT vz. 35 of LT-35.
Inhouds opgave
Ontwikkeling en vroege geschiedenis
Het LT vz. 35 werd ontworpen en ontwikkeld door Škoda, een prominente Tsjechoslowaakse fabrikant, en werd oorspronkelijk geïntroduceerd in het Tsjechoslowaakse leger in de periode voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog. Het voertuig werd aanvankelijk ontwikkeld onder de aanduiding S-II-a, en het ontwerp was bedoeld om te voldoen aan de behoeften van het Tsjechoslowaakse leger voor een licht gepantserde tank die zowel snel als effectief was in verkenningsmissies en infanterieondersteuning.
Met de annexatie van Tsjechoslowakije door nazi-Duitsland in 1939 werden vele LT vz. 35-tanks in beslag genomen door de Duitse Wehrmacht. Deze tanks kregen de nieuwe Duitse aanduiding Panzerkampfwagen 35(t) en werden snel geïntegreerd in de pantserdivisies van de Wehrmacht. Naast Duitsland vonden ook andere landen zoals Bulgarije, Slowakije, Hongarije en Roemenië gebruik van de Panzer 35(t), wat de internationale verspreiding van dit voertuig verder onderstreepte.
Productie en verspreiding
In totaal werden er 434 Panzer 35(t)-tanks geproduceerd. Van deze voertuigen werden er 244 door de Duitsers in beslag genomen toen zij in maart 1939 Bohemen-Moravië bezetten. Slowakije, dat tegelijkertijd onafhankelijk werd van Tsjechoslowakije, verwierf 52 van deze tanks. Andere exemplaren werden geëxporteerd naar landen zoals Bulgarije en Roemenië, waar ze zowel voor trainingsdoeleinden als voor gevechtsoperaties werden ingezet.
In de beginfase van de Tweede Wereldoorlog werd de Panzer 35(t) door de Duitse Wehrmacht gebruikt tijdens belangrijke campagnes zoals de invasie van Polen in 1939, de Slag om Frankrijk in 1940, en de invasie van de Sovjet-Unie in 1941. De tank bewees waardevol te zijn in deze vroege conflicten, maar naarmate de oorlog vorderde, werden de tekortkomingen van het voertuig steeds duidelijker, wat leidde tot zijn geleidelijke vervanging en de verkoop van overgebleven voertuigen aan andere landen. Ondanks zijn beperkingen bleef de Panzer 35(t) in gebruik in andere landen tot ver na de oorlog, waarbij het zelfs tot in de jaren 1950 in Bulgarije werd gebruikt als trainingstank.
Technische specificaties en constructie
De Panzerkampfwagen 35(t) werd gebouwd met een stalen frame dat was samengesteld uit “hoekijzer” balken, waaraan de pantserplaten waren vastgeklonken. Deze constructie bood een solide maar relatief lichte bepantsering, geschikt voor de rol van een lichte tank. Een brandwerende wand van 4 mm scheidde het motorcompartiment van de bemanning, met verschillende openingen bedekt met gaas om toegang tot de motor te vergemakkelijken en de ventilatie te verbeteren. Dit ontwerp had als voordeel dat het snel rook en gassen van afgevuurde wapens kon verspreiden, maar bracht ook nadelen met zich mee, zoals de verhoogde kans op brand in het bemanningscompartiment en verhoogde vermoeidheid van de bemanning door het lawaai en de hitte van de motor.
De bestuurder van de Panzer 35(t) zat aan de rechterkant van het voertuig en maakte gebruik van een observatiepoort die was beschermd door 50 mm kogelvrij glas en een gepantserde sluiter van 28 mm dikte. Aan de linkerkant van de bestuurder bevond zich de radio-operator, die zijn eigen observatiepoort had. Tussen de bestuurder en de radio-operator bevond zich een boordmitrailleur in een kogelgewricht, met een groot bereik van beweging, wat het voertuig extra vuurkracht gaf tegen infanterie en lichte voertuigen.
De toren van de Panzer 35(t) had een ringdiameter van 1,267 meter en was uitgerust met een 3,72 cm Škoda-kanon als hoofdbewapening, naast een 7,92 mm machinegeweer. De commandant van de tank had de zware verantwoordelijkheid om zowel het kanon als het machinegeweer te bedienen, terwijl hij tegelijkertijd de tank moest aansturen. Dit vereiste een hoge mate van coördinatie en vaardigheid. Om de werkdruk op de commandant te verlichten, voegden de Duitsers een extra bemanningslid toe in de toren om het kanon te laden en de machinegeweer te bedienen.
Het motorcompartiment van de Panzer 35(t) was uitgerust met een Škoda T-11/0 viercilinder, watergekoelde motor met een inhoud van 8,62 liter, die 120 pk leverde bij 1.800 tpm. De aandrijving werd verzorgd door een zesversnellingsbak die de aandrijfsprockets aan de achterkant van het voertuig aandreef. Het onderstel was afgeleid van de Vickers 6-Ton tank, met acht kleine wielen per kant, ondersteund door bladveren. Dit onderstel zorgde voor een soepele rit, zelfs over ruwe terreinen, maar vertoonde problemen in extreme omstandigheden, zoals die op het oostfront.
De bewapening van de Panzer 35(t) bestond uit een Škoda 37 mm ÚV vz. 34 kanon, dat een pantserdoorborende granaat kon afvuren met een snelheid van 690 meter per seconde. Dit kanon was in staat om een pantserplaat van 37 mm te doorboren op een afstand van 100 meter. In Duitse dienst werden 72 granaten van 37 mm en 1.800 patronen van 7,92 mm voor het machinegeweer meegenomen. Dit maakte de Panzer 35(t) effectief tegen lichte pantservoertuigen en infanterie, hoewel het in latere stadia van de oorlog tekortschoten tegen zwaardere vijandelijke tanks.
Operationele geschiedenis van de Panzer 35(t)
Inzet bij de Duitse Wehrmacht
Na de annexatie van Tsjechoslowakije door nazi-Duitsland in maart 1939 werden 244 LT vz. 35-tanks in beslag genomen door de Wehrmacht en geïntegreerd in hun pantserdivisies. Deze tanks werden in eerste instantie aangeduid als de L.T.M.35, maar werden later hernoemd tot Panzerkampfwagen 35(t). Ze werden ingezet als vervangers voor de Panzerkampfwagen III, een middelzware tank die in de beginfase van de oorlog nog in beperkte aantallen beschikbaar was.
De Panzer 35(t) speelde een belangrijke rol in de invasie van Polen in september 1939, waar het voertuig deel uitmaakte van de 1e Lichte Divisie en het onafhankelijke Panzer-Regiment 11. Tijdens deze campagne ging een aanzienlijk aantal van deze tanks verloren, voornamelijk als gevolg van mechanische storingen. Desondanks waren slechts zeven voertuigen niet te repareren. De invasie van Polen toonde aan dat, ondanks hun leeftijd en beperkte bewapening, de Panzer 35(t) nog steeds waardevolle ondersteuning kon bieden aan infanterie-eenheden.
In oktober 1939 werd de 1e Lichte Divisie omgevormd tot de 6e Pantserdivisie, die werd uitgerust met de Panzer 35(t) voor de invasie van Frankrijk in mei 1940. Tijdens deze campagne werden de tanks ingezet in de doorbraak door de Ardennen, een cruciale fase van de Duitse Blitzkrieg-tactiek. Ondanks enkele succesvolle operaties, leden de Panzer 35(t) aanzienlijke verliezen, vooral als gevolg van mechanische problemen en de beperkte pantserbescherming in confrontaties met zwaarder bewapende vijandelijke tanks. Van de 132 ingezette voertuigen gingen er 62 verloren tijdens de slag om Frankrijk.
Oorlog in het Oosten
Bij het uitbreken van Operatie Barbarossa, de invasie van de Sovjet-Unie in juni 1941, had de 6e Pantserdivisie nog steeds 160 operationele Panzer 35(t)-tanks in haar gelederen. Deze voertuigen speelden een rol in de opmars naar Leningrad, als onderdeel van de 4e Pantsergroep. Echter, de ruwe omstandigheden van de Russische winter en het gebrek aan reserveonderdelen begonnen al snel hun tol te eisen. Door mechanische uitval en gevechtsverliezen waren er tegen september 1941 nog maar 102 operationele Panzer 35(t) over, en tegen eind oktober waren er slechts 34 voertuigen over die nog inzetbaar waren.
De beperkingen van de Panzer 35(t) werden steeds duidelijker naarmate de strijd vorderde. Het voertuig bleek ongeschikt voor operaties in extreme kou, en de beperkte vuurkracht en bepantsering maakten het steeds minder effectief tegen moderne Sovjet-tanks. Tegen november 1941 waren alle overgebleven Panzer 35(t) in de 6e Pantserdivisie uitgeschakeld. De divisie werd in april 1942 teruggetrokken uit Rusland en herbewapend met Duitse tanks. De overgebleven Panzer 35(t) werden in 1942 aan Roemenië verkocht, waar ze werden ingezet in ondersteunende rollen of werden omgebouwd tot artillerietrekkers.
Inzet in Roemenië en Slowakije
Roemenië was een van de eerste landen buiten Tsjechoslowakije die interesse toonde in de Panzer 35(t). In 1936 plaatste Roemenië een bestelling van 126 tanks, die onder de aanduiding R-2 aan het Roemeense leger werden geleverd. Deze tanks werden ingezet tijdens Operatie Barbarossa, waarbij ze deelnamen aan de gevechten rond Odessa en later aan de strijd om Stalingrad. Hoewel de R-2 relatief effectief was in de vroege fasen van de oorlog, begonnen ze al snel verouderd te raken. Tegen 1943 werden de meeste overgebleven R-2-tanks in Roemenië gebruikt voor training, hoewel enkele exemplaren nog deelnamen aan gevechten tijdens de Slag om Transnistrië in 1944.
Slowakije, dat zich in 1939 onafhankelijk had verklaard van Tsjechoslowakije, verwierf 52 LT vz. 35-tanks, die werden opgenomen in hun pantserbataljon. Deze tanks werden ingezet tijdens de Slowaaks-Hongaarse Oorlog in maart 1939, en later ook tijdens de invasie van Polen, hoewel ze daar geen actieve gevechtsdeelname hadden. Tijdens de Duitse invasie van de Sovjet-Unie stuurde Slowakije een mobiele groep, versterkt met LT vz. 35-tanks, naar het oostfront. Echter, door mechanische problemen en sabotage door de bemanning, werden veel van deze tanks al snel teruggetrokken uit actieve dienst. Uiteindelijk werden de meeste Slowaakse LT vz. 35-tanks gedegradeerd tot trainingsvoertuigen.
Varianten en inzet in Bulgarije en Hongarije
Bulgaarse T-11 en Panzer 35(t) varianten
Bulgarije was een van de landen die, na de Duitse bezetting van Tsjechoslowakije, enkele van de Panzer 35(t)-tanks verwierf. In 1940 leverde Duitsland 26 tanks aan Bulgarije uit hun oorlog reservevoorraad. Deze tanks waren uitgerust met het standaard Škoda A3-kanon, dat effectief was tegen lichte pantservoertuigen en infanterie. Daarnaast werden 10 nieuwe tanks, aangeduid als T-11, geleverd. Deze T-11 tanks waren oorspronkelijk bedoeld voor Afghanistan, maar door de politieke situatie werden ze omgeleid naar Bulgarije. De T-11 was uitgerust met een krachtiger Škoda A7-kanon, wat het een effectievere bewapening gaf in vergelijking met de standaard Panzer 35(t).
De Bulgaarse strijdkrachten gebruikten deze tanks om hun pantserregimenten te versterken, met name de 1e en 2e compagnie van het Bulgaarse pantserregiment. Hoewel de tanks aanvankelijk werden ingezet voor training, bleven ze actief in dienst tot aan het einde van de oorlog. Volgens sommige bronnen namen de T-11-tanks zelfs deel aan gevechten in Joegoslavië en eindigden ze de oorlog in Oostenrijk, waar ze betrokken waren bij gevechten ten zuiden van Wenen als onderdeel van de 1e Tankbrigade.
Hongaarse gebruik en licentie-onderhandelingen
Hongarije had een enigszins aparte rol in het gebruik van de Panzer 35(t). Tijdens de invasie van Tsjecho-Slowakije in maart 1939 door Hongarije, werden enkele exemplaren van de LT vz. 34 en LT vz. 35 tanks buitgemaakt. Hoewel Hongarije in eerste instantie slechts over een klein aantal van deze tanks beschikte, was het land onder de indruk van de prestaties en startte onderhandelingen met Škoda over een licentie om de Škoda T-21 middelzware tank te produceren, een opvolger van de LT vz. 35.
In augustus 1940 kocht Hongarije een licentie voor de T-21, maar besloot tegelijkertijd om de veroverde LT vz. 35-tanks niet verder te repareren vanwege de hoge kosten. Škoda herstelde deze tanks gratis, en in maart 1941 werden ze teruggestuurd naar Hongarije. De tanks werden vervolgens voornamelijk gebruikt voor training en bleven in dienst tot 1943, waarna ze uiteindelijk werden uitgefaseerd.
Operationele beperkingen en upgrades
Hoewel de Panzer 35(t) en zijn varianten in verschillende landen werden gebruikt, werd al snel duidelijk dat het voertuig niet langer voldeed aan de eisen van het moderne slagveld. De tanks waren oorspronkelijk ontworpen in het midden van de jaren 1930 en hadden beperkte bepantsering en bewapening. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleken deze tekortkomingen vooral in confrontatie met zwaarder bewapende vijandelijke tanks, zoals de Sovjet T-34, die superieur waren in zowel vuurkracht als bepantsering.
Deze beperkingen dwongen landen zoals Roemenië en Slowakije om alternatieve oplossingen te zoeken. In Roemenië werden enkele R-2-tanks, de lokale aanduiding voor de Panzer 35(t), omgebouwd tot tankjagers onder de naam TACAM R-2. Deze omgebouwde voertuigen waren voorzien van een 76,2 mm Sovjetkanon, wat hen in staat stelde om effectiever vijandelijke tanks te bestrijden. Hoewel de ombouw het voertuig beter geschikt maakte voor de gevechten aan het oostfront, bleef het een noodoplossing, en de prestaties van de TACAM R-2 waren gemengd.
Slowakije, dat zijn tanks aanvankelijk had ingezet in gevechten aan het oostfront, had te kampen met mechanische storingen en sabotage door bemanningsleden die wilden voorkomen dat de voertuigen werden ingezet in wat zij als een hopeloze strijd beschouwden. Hierdoor werd een groot deel van de Slowaakse LT vz. 35-tanks teruggetrokken en gebruikt voor training, met slechts een paar exemplaren die actief deelnamen aan gevechten.
Gevechten in Bulgarije en latere gebruiken
De Bulgaarse T-11-tanks, met hun verbeterde bewapening, bleven in gebruik tot het einde van de Tweede Wereldoorlog. Hoewel ze aanvankelijk voornamelijk voor training werden gebruikt, namen ze tegen het einde van de oorlog deel aan daadwerkelijke gevechten, met name tijdens de gevechten in Joegoslavië en later in Oostenrijk. Na de oorlog werden deze tanks, samen met andere Panzer 35(t)-varianten, ingezet voor trainingsdoeleinden en bleven ze in dienst tot in de jaren 1950, wat hun duurzaamheid en aanpassingsvermogen onderstreept.
Het gebruik van de Panzer 35(t) door meerdere landen benadrukt het veelzijdige karakter van het voertuig, ondanks de verouderde technologie. Door verschillende modificaties en upgrades konden landen het voertuig aanpassen aan hun specifieke behoeften, wat resulteerde in een breed scala aan varianten en toepassingen. Echter, de opkomst van zwaarder bepantserde en beter bewapende tanks in de latere jaren van de oorlog betekende uiteindelijk het einde van de operationele levensduur van de Panzer 35(t).
Varianten, latere gebruiken en conclusie
Varianten van de Panzer 35(t)
Tijdens zijn dienstjaren ontwikkelden verschillende landen varianten van de Panzer 35(t) om beter te voldoen aan hun specifieke militaire behoeften. Enkele van de meest opvallende varianten omvatten:
- Panzerbefehlswagen 35(t): Dit was een commandotankvariant ontwikkeld door nazi-Duitsland. Deze versie werd aangepast met extra radiouitrusting en een gyrokompas, wat de tank waardevol maakte voor het coördineren van pantserdivisies op het slagveld. De aanpassingen betekenden echter dat er minder ruimte was voor munitie, wat de vuurkracht van de tank enigszins beperkte.
- TACAM R-2: Dit was een Roemeense tankjager gebaseerd op de Panzer 35(t). De Roemenen demonteerden de oorspronkelijke koepel en vervingen deze door een 76,2 mm Sovjetkanon, wat het voertuig beter geschikt maakte voor het bestrijden van moderne Sovjet-tanks zoals de T-34. Deze variant was een creatieve aanpassing, maar bleef beperkt in aantal en effectiviteit.
- Artillerie Schlepper 35(t): Duitsland bouwde enkele Panzer 35(t) tanks om tot artillerietrekkers. Deze voertuigen, ook wel Mörser Zugmittel 35(t) genoemd, waren aangepast om zware artilleriestukken over moeilijk terrein te vervoeren. Ze werden voornamelijk gebruikt nadat de tank in zijn oorspronkelijke rol verouderd was geraakt.
- T-11: Zoals eerder genoemd, was de T-11 een variant die oorspronkelijk voor Afghanistan was bedoeld, maar uiteindelijk in Bulgarije in gebruik werd genomen. Deze versie was voorzien van het Škoda A7-kanon, wat een langere loop had en een hogere vuursnelheid bood, waardoor het beter in staat was om vijandelijke pantservoertuigen te bestrijden.
Latere gebruiken en invloed op latere ontwikkelingen
Hoewel de Panzer 35(t) tegen het midden van de Tweede Wereldoorlog verouderd was, bleef het voertuig invloed uitoefenen op de ontwikkeling van latere pantservoertuigen. De ervaringen die landen opdeden met de Panzer 35(t) hielpen bij het definiëren van de ontwerpvereisten voor toekomstige tanks. Met name de noodzaak van zwaardere bepantsering, krachtigere bewapening, en een betrouwbaarder aandrijfsysteem werden duidelijk door de beperkingen die de Panzer 35(t) toonde tijdens veldslagen op zowel het westelijke als oostelijke front.
In Bulgarije bleven de T-11-tanks nog enige tijd na de oorlog in dienst, waarbij ze werden gebruikt voor training en soms in beperkte gevechtsrollen. Deze tanks markeerden de overgang van lichte naar middelzware en uiteindelijk zware tanks in de Bulgaarse strijdkrachten, en hun aanwezigheid bleef zichtbaar tot in de jaren 1950.
In Slowakije werden enkele LT vz. 35-tanks ingezet tijdens de Slowaakse Nationale Opstand in 1944, waarbij ze werden gebruikt door de opstandige troepen tegen de Duitse bezetters. Deze tanks werden zelfs geïntegreerd in gepantserde treinen, wat een unieke en creatieve toepassing van verouderde technologie laat zien in een partizanenoorlog.
Conclusie
De Panzer 35(t) vertegenwoordigt een fascinerend hoofdstuk in de geschiedenis van pantservoertuigen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoewel het voertuig oorspronkelijk werd ontworpen voor de defensie van Tsjechoslowakije, verspreidde het zich na de annexatie door nazi-Duitsland over verschillende landen, elk met hun eigen aanpassingen en toepassingen. Ondanks zijn beperkingen in bepantsering en bewapening, was de Panzer 35(t) een veelzijdig en waardevol voertuig, vooral in de vroege jaren van de oorlog.
De diverse varianten die werden ontwikkeld, van commandotanks tot tankjagers, illustreren hoe landen het voertuig aanpasten aan hun specifieke behoeften, zelfs als het ontwerp zelf verouderd raakte. De inzet van de Panzer 35(t) in verschillende theaters van de oorlog, van Polen en Frankrijk tot de barre omstandigheden van de Sovjet-Unie, benadrukt de veerkracht van dit voertuig.
De erfenis van de Panzer 35(t) ligt niet alleen in zijn eigen operationele geschiedenis, maar ook in de lessen die werden geleerd over tankontwerp en -tactiek, die de ontwikkeling van latere pantservoertuigen zouden beïnvloeden. Het voertuig dient als een herinnering aan een tijdperk van snelle technologische veranderingen en de constante evolutie van militaire strategieën tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Bronnen en meer informatie
- Kliment, Charles K., and Břetislav Nakládal. Germany’s First Ally: Armed Forces of the Slovak State 1939-1945. Schiffer Publishing, 1997.
- Kliment, Charles K., and Vladimír Francev. Czechoslovak Armored Fighting Vehicles 1918-1945. Schiffer Military History, 1997.
- Spielberger, Walter J. Die Panzerkampfwagen 35(t) und 38(t) und ihre Abarten einschl. der tschechoslowakischen Heeresmotorisierung. Motorbuch Verlag, 1980.
- Zaloga, Steven J. Panzer 35(t) and 38(t) – 1935-1945. Osprey Publishing, 2012.
- Afbeelding: Bundesarchiv, Bild 101I-769-0236-23 / Borchert, Erich (Eric) / CC-BY-SA 3.0, CC BY-SA 3.0 DE, via Wikimedia Commons
- Bronnen Mei1940