Overeenkomst van St.-Jean-de-Maurienne (1917)

Delegatie bespreekt de Overeenkomst van Saint-Jean-de-Maurienne in 1917, formele setting met militaire en diplomatieke leiders.
Diplomaten en leiders in 1917 bespreken de Overeenkomst van Saint-Jean-de-Maurienne in een formele vergadersetting.

De Overeenkomst van Saint-Jean-de-Maurienne was een belangrijke afspraak tussen Frankrijk, Italië en Groot-Brittannië tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het akkoord, dat voortkwam uit een conferentie in een spoorwegwagon in Saint-Jean-de-Maurienne op 19 april 1917, werd uiteindelijk ondertekend door de geallieerden tussen 18 augustus en 26 september 1917. Deze overeenkomst had tot doel de belangen van Italië in het Midden-Oosten veilig te stellen in ruil voor hun medewerking in de oorlogsinspanningen.
Historische Achtergrond

Het Pact van Londen en Italiaanse Aspiraties

De basis voor de Overeenkomst van Saint-Jean-de-Maurienne werd gelegd in het Pact van Londen (1915). In dit pact kwamen Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland overeen Italië te belonen met territoriale concessies in ruil voor hun toetreding tot de oorlog aan de zijde van de geallieerden. Een belangrijk aspect van dit pact was de belofte van een “rechtvaardig aandeel” in het Midden-Oosten, specifiek in de regio Antalya, mocht het Ottomaanse Rijk worden opgedeeld.

De Complexiteit van de Eerste Wereldoorlog

Tegen 1917 bevond de oorlog zich op een kritiek punt. Het Ottomaanse Rijk begon terrein te verliezen, en het Russische Tsaristische regime viel uiteen door de Russische Revolutie van 1917. Hierdoor dreigden de Russische troepen zich terug te trekken uit de Kaukasuscampagne, wat een machtsvacuüm creëerde in het Midden-Oosten. De geallieerden hadden een strategie nodig om de regio te stabiliseren en Italië aan boord te houden.

Het Belang van de Overeenkomst

Italiaanse Strategische Positie

De overeenkomst werd opgesteld om Italië’s invloed in het Midden-Oosten na de oorlog te waarborgen. Dit was niet alleen van belang voor Italiaanse territoriale ambities, maar ook voor het behoud van geallieerde eenheid. Het betrekken van Italië bij de onderhandelingen was cruciaal om te voorkomen dat ze zouden overwegen zich uit de oorlog terug te trekken.

De Afwezigheid van Rusland

Door de instorting van het Tsaristische regime was Rusland niet vertegenwoordigd bij de besprekingen. Dit leidde later tot geschillen over de legitimiteit van de overeenkomst. De afwezigheid van Rusland gaf Groot-Brittannië en Frankrijk meer ruimte om voorwaarden te stellen die Italië’s invloed beperkten, wat zou resulteren in spanningen tijdens de Vredesconferentie van Parijs in 1919.

Onderhandelingen en de Bijeenkomst van 19 April 1917

Deelnemers en Doelstellingen

De bijeenkomst op 19 april 1917 in Saint-Jean-de-Maurienne werd bijgewoond door prominente politieke leiders van de geallieerde naties. Groot-Brittannië werd vertegenwoordigd door premier David Lloyd George, Frankrijk door premier Alexandre Ribot, en Italië door premier Paolo Boselli en minister van Buitenlandse Zaken Sidney Sonnino. Het doel van de bijeenkomst was om een voorlopige overeenkomst te bereiken over de Italiaanse invloedssfeer in het Midden-Oosten, zoals eerder besproken in artikel 9 van het Pact van Londen.

Onderwerpen van Bespreking

Tijdens de besprekingen werd aandacht besteed aan de territoriale ambities van Italië, met name in gebieden die destijds deel uitmaakten van het Ottomaanse Rijk. Specifieke regio’s zoals Mersina, Adana en delen van Smyrna stonden centraal in de onderhandelingen. Premier Lloyd George stelde een vage formule voor om de Italiaanse claims na de oorlog opnieuw te evalueren, mocht de uiteindelijke toewijzing niet in balans zijn met de verwachtingen.

De notulen van de vergadering benadrukten het belang van het respecteren van reeds bestaande belangen van andere grootmachten in de regio. Het was echter duidelijk dat het bepalen van de grenzen van de Italiaanse invloedssfeer een complex proces zou zijn, mede door de overlappende belangen van de andere geallieerde mogendheden.

De Reacties van de Geallieerden

Voorwaarden en Bezwaren

Na de bijeenkomst op 19 april volgden officiële reacties van de Britse en Franse regeringen. Op 25 april keurde het Britse War Cabinet een nota goed waarin werd gesteld dat zij “voorwaardelijk instemden” met de Italiaanse eisen, maar benadrukten dat de bijdrage van Italië aan de oorlogsinspanningen dit nog niet volledig rechtvaardigde. De Franse regering gaf op 10 mei een soortgelijke reactie.

De Italiaanse Protesten

De Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken Sonnino uitte zijn ongenoegen over de aanvullende voorwaarden die Groot-Brittannië en Frankrijk aan het akkoord toevoegden. Hij stelde dat deze voorwaarden niet waren opgenomen in eerdere afspraken, zoals het Sykes-Picot-verdrag van 1916, waarin Groot-Brittannië en Frankrijk reeds zones van invloed in het Midden-Oosten hadden verdeeld. Dit leidde tot spanningen tussen de geallieerden, aangezien Italië vond dat hun belangen werden ondermijnd.

Latere Ontwikkelingen

Na maanden van onderhandelingen werd uiteindelijk een compromis bereikt. In augustus 1917 vond een laatste bijeenkomst van de premiers plaats, waar de definitieve details van de overeenkomst werden besproken. Hoewel de exacte chronologie van deze onderhandelingen niet volledig duidelijk is voor historici, is bekend dat Italië’s claims aanzienlijk werden beperkt in vergelijking met hun oorspronkelijke verwachtingen.

Spanningen en Gevolgen van de Overeenkomst

De Impact op de Geallieerde Verhoudingen

De Overeenkomst van Saint-Jean-de-Maurienne creëerde spanningen binnen het bondgenootschap. Terwijl Italië hoopte op een stevige positie in het Midden-Oosten, waren Groot-Brittannië en Frankrijk vooral gericht op hun eigen strategische belangen. De beperkingen die aan Italië werden opgelegd, werden door de Italiaanse regering gezien als een gebrek aan respect en waardering voor hun bijdragen aan de oorlog.

Het Niet-Erkennen van de Overeenkomst

Een belangrijk probleem rond de overeenkomst ontstond tijdens de Vredesconferentie van Parijs in 1919. Groot-Brittannië gebruikte de afwezigheid van Rusland bij de oorspronkelijke onderhandelingen als reden om de geldigheid van de overeenkomst in twijfel te trekken. Dit leidde tot frustratie in Italië, dat het gevoel had dat hun territoriale belangen werden genegeerd.

De Britse en Franse belangen in het Midden-Oosten, zoals vastgelegd in het Sykes-Picot-verdrag, kregen de voorkeur boven de Italiaanse eisen. Dit versterkte de ontevredenheid van Italië en droeg bij aan de spanningen tussen de geallieerden in de nasleep van de oorlog.

Historisch Belang en Langetermijneffecten

Italië’s Marginale Positie

Hoewel Italië hoopte op een grotere rol in het Midden-Oosten na de oorlog, werd hun invloed uiteindelijk beperkt tot kleine concessies in de regio Antalya. Dit werd grotendeels veroorzaakt door het feit dat de grotere mogendheden, Groot-Brittannië en Frankrijk, dominant bleven in de onderhandelingen over de verdeling van het Ottomaanse grondgebied.

De Italiaanse Ontevredenheid

De gevolgen van de overeenkomst versterkten een gevoel van onrecht in Italië, wat bijdroeg aan een bredere politieke onrust in de jaren na de Eerste Wereldoorlog. Dit gevoel van verraad zou later worden geëxploiteerd door nationale leiders, zoals Benito Mussolini, om steun te winnen voor revisionistische en expansionistische beleidslijnen.

Conclusie

De Overeenkomst van Saint-Jean-de-Maurienne weerspiegelt de complexe dynamiek van de geallieerde relaties tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hoewel bedoeld om Italiaanse belangen te waarborgen en de eenheid binnen de geallieerden te versterken, leidde de uitvoering van de overeenkomst tot spanningen en gevoelens van onrechtvaardigheid. De beperkingen die aan Italië werden opgelegd en de uiteindelijke verwerping van het akkoord door Groot-Brittannië en Frankrijk tijdens de Vredesconferentie van Parijs versterkten deze onvrede.

Het akkoord is ook illustratief voor de geopolitieke machtsverhoudingen in de vroege 20e eeuw. Terwijl Groot-Brittannië en Frankrijk hun invloed in het Midden-Oosten uitbreidden, werd Italië geconfronteerd met teleurstellingen die zouden bijdragen aan de interne instabiliteit en de opkomst van het fascisme. Historici beschouwen de Overeenkomst van Saint-Jean-de-Maurienne dan ook als een belangrijke voetnoot in de bredere context van de Eerste Wereldoorlog en haar gevolgen.

Bronnen en meer informatie

  1. Hurewitz, J. C. (1979). The Middle East and North Africa in World Politics: A Documentary Record – British-French Supremacy, 1914-1945. New Haven: Yale University Press. ISBN 978-0-300-02203-2.
  2. Lieshout, Robert H. (2016). Britain and the Arab Middle East: World War I and its Aftermath. Londen: I.B. Tauris. ISBN 978-1-78453-583-4.
  3. Bronnen mei1940