Operatie Regenbogen (Regenbogen-Befehl, “Regenboogorder”) was een gepland massaal tot zinken brengen van Duitse U-boten aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Het doel was te voorkomen dat deze in handen van de geallieerden zouden vallen.
Inhouds opgave
Achtergrond
In mei 1945 was de totale ineenstorting van nazi-Duitsland onvermijdelijk. Het Rode Leger had Berlijn ingenomen en Adolf Hitler pleegde op 30 april zelfmoord. Hij wees grootadmiraal Karl Dönitz aan als zijn opvolger en opperbevelhebber van de strijdkrachten. Terwijl geallieerde troepen vanuit het westen en oosten oprukten, werd Duitsland in tweeën gesplitst. De geallieerde 21e Legergroep onder leiding van Bernard Montgomery bereidde zich voor op de inname van Hamburg en andere Noord-Duitse havens.
De staat van de Duitse onderzeebootvloot
De Kriegsmarine was ernstig verzwakt. Van de grote oorlogsschepen was alleen de zware kruiser Prinz Eugen nog operationeel. De Duitse onderzeebootvloot was echter nog steeds actief en speelde een belangrijke rol binnen de marine. In mei 1945 bestond deze uit ongeveer 470 onderzeeboten:
- 170 operationele onderzeeboten, voornamelijk gestationeerd in bezet Noorwegen.
- 200 niet-operationele onderzeeboten, in verschillende stadia van constructie en onderhoud in Noord-Duitse en Baltische havens.
Voorbereidingen voor Operatie Regenbogen
De eerste vernietigingen
Terwijl de geallieerden Noord-Duitse havens naderden, gaf Dönitz opdracht om schepen en infrastructuur van de Kriegsmarine te vernietigen. U-boten die niet naar Noorwegen konden worden verplaatst, werden door hun bemanningen tot zinken gebracht.
- 1 mei 1945: Drie U-boten werden door hun bemanningen tot zinken gebracht bij Warnemünde, nabij Rostock.
- 2 mei 1945: Nog eens 32 U-boten werden vernietigd in Travemünde, bij Lübeck.
- 3 mei 1945: 39 U-boten werden tot zinken gebracht, waaronder 32 in Kiel en 7 in Hamburg.
Onderhandelingen met de geallieerden
Op 4 mei 1945 bereikten de Duitse strijdkrachten een akkoord met veldmaarschalk Bernard Montgomery over een regionale capitulatie. De overgave omvatte Noordwest-Duitsland, Nederland en Denemarken en zou ingaan op 5 mei om 08:00 uur. Volgens de voorwaarden moest de Duitse onderzeebootvloot intact worden overgedragen aan de geallieerden.
De Regenbogen-order
Het bevel en de uitvoering
In de vroege uren van 5 mei gaf Dönitz de Regenbogen-order, waarin hij opdracht gaf om alle Duitse onderzeeboten tot zinken te brengen. Acht minuten later trok hij het bevel in om de lopende onderhandelingen met de geallieerden niet in gevaar te brengen. Ondanks de intrekking werden op 5 mei nog 87 onderzeeboten vernietigd door hun bemanningen:
- 41 onderzeeboten in de Geltinger Bocht.
- 13 onderzeeboten in Flensburg.
- 23 onderzeeboten langs de Noordzeekust, waaronder 13 in Wilhelmshaven.
Nasleep
De vernietigingen gingen door tot 7 mei, toen in Cuxhaven de experimentele Walter-boten tot zinken werden gebracht. Tegen de tijd dat Duitsland zich formeel overgaf op 8 mei 1945, waren minstens 195 onderzeeboten door hun eigen bemanningen vernietigd.
De overgave van Duitse onderzeeboten
Overdracht aan de geallieerden
Na de overgave werden de resterende onderzeeboten overgedragen aan de geallieerden. Dit omvatte:
- 52 onderzeeboten op zee, voornamelijk tijdens patrouilles of onderweg.
- 98 onderzeeboten in havens, waaronder die in Noorwegen, Duitsland, Denemarken en Frankrijk.
Sommige bemanningen kozen ervoor om niet te capituleren:
- U-1277 en U-963 vluchtten naar Portugese wateren, waar ze door hun bemanningen tot zinken werden gebracht.
- U-530 en U-977 bereikten Mar del Plata in Argentinië, waar ze zich aan de lokale autoriteiten overgaven.
Conclusie
Operatie Regenbogen markeert de wanhoop en chaos van de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog. Hoewel de Regenbogen-order snel werd ingetrokken, brachten veel bemanningen hun onderzeeboten toch tot zinken om te voorkomen dat deze in vijandelijke handen vielen.
De aantallen vernietigde en overgedragen onderzeeboten variëren per bron:
- Kemp en Tarrant noemen 218 vernietigde en 154 overgedragen onderzeeboten.
- Blair rapporteert 222 vernietigde en 174 overgedragen onderzeeboten.
- Neistle geeft 195 vernietigde en 150 overgedragen onderzeeboten.
Ondanks de chaos aan het einde van de oorlog wisten de geallieerden een aanzienlijk deel van de overgebleven onderzeeboten intact te bemachtigen.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: No 5 Army Film & Photographic Unit, Tanner (Lt), Public domain, via Wikimedia Commons
- Blair, Clay (1998). Hitler’s U-Boat War [Volume 2]: The Hunted 1942–1945. Cassell. ISBN 0-304-35261-6.
- Kemp, Paul (1997). U-Boats Destroyed. Arms & Armour. ISBN 1-85409-515-3.
- Neistle, Axel (1998). German U-Boat Losses during World War II. Greenhill. ISBN 1-85367-352-8.
- Tarrant, V.E. (1994). The Last Year of the Kriegsmarine. Arms & Armour. ISBN 1-85409-176-X.
- van der Vat, Dan (1988). The Atlantic Campaign. Hodder & Stoughton. ISBN 0-340-37751-8.
- Bronnen Meii1940