
Operatie Windsor was een militaire aanval uitgevoerd door de 3e Canadese Infanteriedivisie tijdens de Slag om Normandië in de Tweede Wereldoorlog. Het doel was de verovering van het dorp Carpiquet en het aangrenzende vliegveld, dat werd verdedigd door troepen van de 12e SS-Panzerdivisie Hitlerjugend, onderdeel van de Duitse Panzergruppe West. De operatie vond plaats op 4 en 5 juli 1944 en was oorspronkelijk gepland als onderdeel van Operatie Epsom, maar werd uitgesteld. De verovering van Carpiquet was van strategisch belang vanwege de nabijheid van de stad Caen en de behoefte aan extra vliegvelden voor de geallieerden.
Inhouds opgave
Achtergrond van de operatie
Het belang van Caen en Carpiquet
Caen was een van de belangrijkste doelen van Operatie Overlord, de geallieerde invasie van Normandië. Het was een cruciaal verkeersknooppunt en een bolwerk van de Duitse verdediging in het gebied. De Britse en Canadese troepen van het Tweede Leger kregen de opdracht om de stad zo snel mogelijk in te nemen. Op D-Day, 6 juni 1944, werd Caen echter niet veroverd door sterke Duitse tegenstand, wat leidde tot een reeks gevechten in de weken die volgden.
Carpiquet, een klein dorp ten westen van Caen, lag op een strategische locatie. Het nabijgelegen vliegveld werd door de Duitsers gebruikt als verdedigingspositie en was een belangrijk doelwit voor de geallieerden, zowel vanwege de controle over het luchtruim als de mogelijkheid om Caen vanuit het westen te benaderen.

Strategische context en eerdere operaties
Operatie Epsom (26–30 juni 1944)
Voorafgaand aan Operatie Windsor voerde het Britse VIII Corps Operatie Epsom uit, een poging om Caen te omsingelen vanuit het westen en de Orne-rivier over te steken. Hoewel het Britse offensief vorderingen maakte, wisten de Duitsers de aanval te stoppen door hun laatste reserves in te zetten. De geplande aanval op Carpiquet, oorspronkelijk onder de codenaam Operatie Ottawa, werd daarom uitgesteld.
Duitse verdedigingspositie rondom Carpiquet
Na de mislukking van Operatie Epsom waren de Duitse verdedigingslinies rond Caen en Carpiquet nog steeds intact. De I SS-Pantserkorps had posities ten noorden en westen van de stad. Het vliegveld van Carpiquet was zwaar versterkt en lag op een open terrein, wat de verdedigers een tactisch voordeel gaf. De Duitse troepen bestonden uit het I Bataljon van SS-Panzergrenadierregiment 26, ondersteund door een luchtafweerbatterij en vijftien pantservoertuigen.
De geallieerden waren zich bewust van de gevaren van een frontale aanval op een goed verdedigd gebied, maar het belang van de positie maakte een aanval noodzakelijk.
Voorbereidingen op Operatie Windsor
Canadese strijdkrachten en aanvalsplannen
De aanval werd uitgevoerd door de 8e Canadese Infanteriebrigade, bestaande uit:
- The Queen’s Own Rifles of Canada (QOR)
- Le Régiment de la Chaudière
- The North Shore (New Brunswick) Regiment
- The Royal Winnipeg Rifles (RWR) (tijdelijk toegevoegd aan de eenheid)
De 2e Canadese Pantserbrigade bood ondersteuning, met tanks van het 10e Pantserregiment (The Fort Garry Horse) en The Sherbrooke Fusiliers. Voor extra vuursteun werden gespecialiseerde eenheden van de 79e Gepantserde Divisie ingezet, evenals luchtaanvallen door Hawker Typhoon-jachtbommenwerpers.
De aanval zou beginnen met een massale artilleriebeschieting, gevolgd door een aanval op Carpiquet door infanterie en tanks. Na de inname van het dorp zou de aanval zich richten op het vliegveld.
Duitse defensieve maatregelen
De Duitse verdediging in Carpiquet was gebaseerd op zwaar versterkte posities, met machinegeweernesten, mijnenvelden en antitankkanonnen. De open vlakte rond het vliegveld gaf de Duitsers een uitstekend schootsveld, waardoor een Canadese aanval moeilijk zou worden.
Om de aanval te verzwakken, voerden de geallieerden op 3 juli een voorbeschieting uit met de slagschepen HMS Rodney, die vijftien granaten van 16 inch afvuurde op Carpiquet vanuit de Baai van de Seine.
De aanval op Carpiquet – 4 juli 1944
Begin van de aanval
Op 4 juli 1944 om 05:00 uur begon de aanval op Carpiquet met een massale artilleriebeschieting. 21 Canadese en Britse artillerieregimenten openden het vuur op Duitse stellingen in en rond het dorp, met een zogenaamd ‘creeping barrage’ (sluipend spervuur) van ongeveer 1,6 kilometer breed en 370 meter diep. Dit bombardement moest de Duitse verdediging verzwakken voordat de infanterie en tanks oprukten.
De aanval werd uitgevoerd door de 8e Canadese Infanteriebrigade, waarbij Le Régiment de la Chaudière en The North Shore (New Brunswick) Regiment de leiding hadden over de aanval op Carpiquet. Tegelijkertijd lanceerde een eskadron van The Sherbrooke Fusiliers een afleidingsaanval ten noorden van het dorp, in de richting van Franqueville, om de Duitse verdedigers te misleiden en hun aandacht te verdelen.
Gevechten in het dorp Carpiquet
De eerste Canadese troepen bereikten de rand van Carpiquet kort na 06:30 uur en stuitten op felle tegenstand van Duitse tanks en infanterie. De 12e SS-Panzerdivisie Hitlerjugend verdedigde de sector met machinegeweerposten en mijnenvelden, waardoor de opmars langzaam verliep. In het dorp zelf ontstond een huis-aan-huisgevecht, waarbij Canadese tanks van het 10e Pantserregiment (The Fort Garry Horse) hielpen met het uitschakelen van Duitse verdedigingspunten.
Rond het middaguur was Carpiquet grotendeels in Canadese handen, maar de aanval op het vliegveld ten zuiden van het dorp verliep moeizaam.

De aanval op het vliegveld
Opmars naar de hangars
Terwijl Carpiquet werd ingenomen, rukten The Royal Winnipeg Rifles (RWR) op naar de noordelijke hangars van het vliegveld. Deze open vlakte bood weinig dekking, en Duitse artillerie en mortieren veroorzaakten zware verliezen onder de Canadese troepen. De tanks van The Fort Garry Horse probeerden de infanterie te ondersteunen, maar het terrein was bijzonder ongunstig voor gepantserde voertuigen.
Ondanks de verliezen slaagde de RWR erin de noordelijke hangars te bereiken, maar de Duitse verdedigers boden fel verzet. De tanks van de 12e SS-Panzerdivisie openden het vuur en schakelden verschillende Canadese Shermans uit. Door de hevige Duitse tegenstand en het gebrek aan directe ondersteuning slaagde de RWR er niet in om de zuidelijke sector van het vliegveld in te nemen.
Tweede aanval op het vliegveld
Toen duidelijk werd dat de eerste aanval had gefaald, werd een nieuwe poging ondernomen in de namiddag. Keller, de commandant van de 3e Canadese Infanteriedivisie, liet luchtsteun inzetten in de vorm van Hawker Typhoon-jachtbommenwerpers, die Duitse posities op het vliegveld bestookten. Tegelijkertijd kreeg de RWR de opdracht om via een omtrekkende beweging opnieuw aan te vallen, met ondersteuning van artillerie en tanks.
Deze tweede aanval bereikte de hangars opnieuw, maar de Duitse verdediging hield stand. De tanks van de Fort Garry Horse raakten in gevecht met Duitse Panther-tanks, wat leidde tot aanzienlijke verliezen aan beide zijden. Tegen de avond werd duidelijk dat het vliegveld niet op die dag kon worden veroverd, en de Canadese troepen trokken zich terug naar hun eerdere posities.
Ondanks het feit dat het vliegveld niet volledig was ingenomen, hielden de Canadezen stand in Carpiquet zelf. De volgende dag, op 5 juli, probeerden de Duitsers het dorp te heroveren.
Duitse tegenaanvallen op 5 juli 1944
SS-Panzerdivisie lanceert tegenoffensief
Nadat de Canadezen Carpiquet hadden ingenomen, was de Duitse 12e SS-Panzerdivisie Hitlerjugend vastberaden om het dorp terug te veroveren. In de nacht van 4 op 5 juli werden tanks en infanterie verzameld voor een grootschalige tegenaanval. De aanval begon kort na middernacht, waarbij Duitse troepen vanuit Franqueville Carpiquet probeerden binnen te dringen.
De Canadese verdedigers, gesteund door tanks en mortiervuur van The Cameron Highlanders of Ottawa, wisten de eerste aanval af te slaan. Ondanks zware verliezen hielden de Canadezen stand en tegen de ochtend waren de Duitsers er niet in geslaagd terreinwinst te boeken.
Tweede Duitse tegenaanval
Rond het middaguur ondernamen de Duitsers een nieuwe poging, met infanterie en tanks afkomstig uit de sector ten zuiden van Caen. De Canadezen kregen vuursteun van artillerie en jachtbommenwerpers, die de Duitse aanvallers zware schade toebrachten. Na drie mislukte tegenaanvallen gaf de Duitse bevelhebber Kurt Meyer de poging op om Carpiquet te heroveren.
Hoewel de Canadezen zware verliezen leden, bleef Carpiquet onder hun controle. De strijd om het vliegveld was echter nog niet voorbij.
Nasleep van de slag om Carpiquet
Na twee dagen van intense gevechten hadden de Canadese troepen het dorp Carpiquet in handen, maar het vliegveld bleef gedeeltelijk in Duitse handen. Ondanks het falen van de aanval op de zuidelijke hangars en de controlegebouwen, betekende de verovering van Carpiquet een belangrijke vooruitgang voor de geallieerden. De posities die de Canadezen in Carpiquet hadden ingenomen, boden een strategisch voordeel voor de volgende operaties rondom Caen.
Ondanks herhaalde Duitse tegenaanvallen hield de 8e Canadese Infanteriebrigade stand, ondanks zware bombardementen met Nebelwerfers en mortieren. De gevechten in en rond Carpiquet toonden opnieuw hoe taai de Duitse verdediging was, met name die van de 12e SS-Panzerdivisie Hitlerjugend, die een centrale rol speelde in de verdediging van Normandië.

De relatie tussen Operatie Windsor en Operatie Charnwood
Voorbereiding op de aanval op Caen
Operatie Windsor was niet een op zichzelf staande aanval, maar maakte deel uit van de bredere geallieerde strategie om Caen in te nemen. Drie dagen na Operatie Windsor lanceerden de Britten en Canadezen Operatie Charnwood (8–9 juli 1944), een grootschalig offensief gericht op de inname van Caen ten noorden van de Orne-rivier.
Carpiquet werd een sleutelpositie voor het verzamelen van geallieerde troepen voor deze aanval. De succesvolle verovering van het dorp betekende dat de geallieerden een sterke uitgangspositie hadden om op te rukken naar Caen.
Operatie Charnwood: De aanval op Caen
Op 8 juli begon Operatie Charnwood, waarbij de Canadese 3e Infanteriedivisie samen met Britse troepen oprukte richting Caen. De operatie begon met een zware luchtaanval door geallieerde bommenwerpers, gevolgd door een gecoördineerde aanval van infanterie en pantservoertuigen. Na felle gevechten wisten de Britten en Canadezen op 9 juli de noordelijke helft van Caen in te nemen.
De geallieerden bereikten echter niet hun volledige doel, aangezien de zuidelijke helft van de stad en enkele strategische verdedigingsposities in Duitse handen bleven. Dit leidde tot verdere gevechten in de weken daarna.
Verdere gevechten en de uiteindelijke verovering van Caen
Operaties Atlantic en Goodwood
Na Operatie Charnwood richtten de geallieerden zich op het zuidelijke deel van Caen. De Canadese troepen kregen op 18 juli de opdracht om met Operatie Atlantic het stadscentrum en de zuidelijke wijken van Caen te veroveren, terwijl de Britten met Operatie Goodwood de gebieden ten oosten en zuiden van de stad aanvielen.
Tijdens deze operaties slaagden de Canadese troepen erin om de resterende Duitse verdedigingslinies in Caen te doorbreken, terwijl de Britse troepen hun posities uitbreidden. Hoewel de gevechten zwaar waren en gepaard gingen met hoge verliezen, leidde deze gecombineerde aanval uiteindelijk tot de volledige inname van Caen op 20 juli 1944.
Operatie Spring en de strijd om Verrières Ridge
Na de verovering van Caen probeerden de Canadezen verder op te rukken naar het zuiden, maar stuitten op zware Duitse verdediging in de sector van Verrières Ridge. Tijdens Operatie Spring (25–27 juli 1944) probeerden de Canadese troepen door te breken, maar leden zware verliezen tegen de goed verschanste Duitse troepen.
Analyse van de operatie
Beperkingen en mislukkingen
Hoewel de Canadese troepen erin slaagden Carpiquet te veroveren, bleef een deel van het vliegveld in Duitse handen. Dit betekende dat het primaire doel – volledige controle over het strategisch belangrijke vliegveld – niet direct werd bereikt. De open vlakte rondom het vliegveld gaf de Duitse verdedigers een tactisch voordeel, wat resulteerde in hoge verliezen aan Canadese zijde.
Een van de kritiekpunten op de operatie was de keuze om slechts één infanteriebrigade en een extra bataljon in te zetten, in plaats van een grotere troepenmacht. Dit beperkte de aanvalsmogelijkheden en leidde ertoe dat de Canadese troepen herhaaldelijk terrein moesten heroveren. Bovendien zorgde het beperkte gebruik van pantserondersteuning ervoor dat de aanval op het vliegveld niet succesvol was, ondanks de inzet van artillerie en luchtsteun.
Successen en strategische impact
Ondanks de beperkingen had Operatie Windsor een belangrijk strategisch effect. De verovering van Carpiquet betekende dat de Canadezen een sterke uitgangspositie hadden voor verdere aanvallen op Caen. Dit droeg direct bij aan het succes van Operatie Charnwood, die enkele dagen later werd uitgevoerd.
Daarnaast had de operatie een vertragend effect op de Duitse verdediging. De 12e SS-Panzerdivisie Hitlerjugend moest haar troepen inzetten om Carpiquet te verdedigen en tegenaanvallen uit te voeren, waardoor ze minder effectief kon reageren op latere geallieerde aanvallen.
Verliezen aan beide zijden
Canadese verliezen
De Canadezen leden aanzienlijke verliezen tijdens Operatie Windsor. In totaal had de 3e Canadese Infanteriedivisie 377 slachtoffers, waarvan 127 gesneuvelden. De zwaarste verliezen werden geleden door de Royal Winnipeg Rifles en The North Shore Regiment, die samen 132 man verloren.
Daarnaast verloor het 10e Canadese Pantserregiment (The Fort Garry Horse) minstens 17 tanks. Ook The Sherbrooke Fusiliers leden verliezen, maar exacte cijfers zijn niet bekend.
Duitse verliezen
De Duitse verliezen zijn minder goed gedocumenteerd, maar naar schatting had het I Bataljon van Panzergrenadierregiment 26 155 slachtoffers. De tegenaanvallen van de 1e SS-Panzerdivisie (Leibstandarte Adolf Hitler) leidden tot het verlies van ongeveer 20 tanks. II Bataljon van Panzergrenadierregiment 1 had daarnaast nog 115 slachtoffers.
Hoewel de Duitse verliezen zwaar waren, wisten ze het vliegveld ten zuiden van Carpiquet nog enige tijd te behouden, wat hen in staat stelde om verdere vertragingstactieken toe te passen.
Conclusie
Operatie Windsor was een van de eerste grootschalige Canadese operaties in Normandië en een voorbeeld van de intensieve strijd die de geallieerden moesten leveren om Caen te veroveren. Hoewel de operatie niet volledig succesvol was, speelde de verovering van Carpiquet een belangrijke rol in de bredere strategie rondom Caen.
De zware gevechten en verliezen toonden de complexiteit van het geallieerde offensief in Normandië. De verdediging van de 12e SS-Panzerdivisie Hitlerjugend was hardnekkig, en de open terreinen rondom Carpiquet maakten het een bijzonder moeilijk slagveld voor de Canadese troepen.
In bredere zin droeg Operatie Windsor bij aan het succes van Operatie Charnwood, Operatie Atlantic en Operatie Goodwood, die uiteindelijk leidden tot de volledige inname van Caen op 20 juli 1944. De lessen die tijdens deze operatie werden geleerd, werden later gebruikt in verdere Canadese operaties in Normandië.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding 1: Conseil Régional de Basse-Normandie / National Archives USA, Public domain, via Wikimedia Commons
- Afbeelding 2: Department of National Defence, Public domain, via Wikimedia Commons
- Afbeelding 3: Royal Air Force official photographer;Skinny87 at en.wikipedia, Public domain, via Wikimedia Commons
- Afbeelding 4: Michel d’Auge, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons
- Buckley, John (2004). British Armour in the Normandy Campaign. London: Routledge. ISBN 978-1-135-77401-1.
- Copp, Terry (2003). Fields of Fire: The Canadians in Normandy. Toronto: University of Toronto Press. ISBN 0-8020-3780-1.
- Ellis, L. F.; Allen, G. R. G.; Warhurst, A. E.; Robb, J. (2004) [1st. pub. HMSO, 1962]. Victory in the West: The Battle of Normandy. Uckfield, East Sussex: Naval & Military Press. ISBN 1-84574-058-0.
- Hart, S. A. (2007). Colossal Cracks: Montgomery’s 21st Army Group in Northwest Europe, 1944–45. Westport, CT: Greenwood Press. ISBN 978-0-8117-3383-0.
- Reid, B. A. (2005). No Holding Back: Operation Totalize, Normandy, August 1944. Toronto: Robin Brass Studio. ISBN 1-896941-40-0.
- van der Vat, D. (2003). D-Day; The Greatest Invasion, A People’s History. New York: Bloomsbury-Madison Press. ISBN 1-55192-586-9.
- Zuehlke, Mark (2011). Breakout from Juno: First Canadian Army and the Normandy Campaign, July 4 – August 21, 1944. Vancouver, BC: Douglas & McIntyre. ISBN 978-1-55365-972-3.
- Bronnen Mei1940