Operatie Switchback 1944: Slag om de Breskens Pocket

Kaart van Operatie Switchback, een deel van de Slag om de Schelde in 1944, gericht op bevrijding van Zeeuws-Vlaanderen.
Kaart van Operatie Switchback, een fase in de Slag om de Schelde tijdens de bevrijding van Zeeuws-Vlaanderen.

Operatie Switchback was een militaire operatie uitgevoerd door de Geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog in oktober en november 1944. Het doel van deze operatie was het bevrijden van het gebied ten zuiden van de Westerschelde in Zeeuws-Vlaanderen. Dit was een de eerste stap om toegang te krijgen tot de haven van Antwerpen, die van vitaal belang was voor de Geallieerde bevoorradingslijnen. De operatie was onderdeel van de bredere Slag om de Schelde, een campagne om de scheepvaart naar Antwerpen vrij te maken.

Achtergrond

In september 1944 wisten de geallieerde troepen onder leiding van veldmaarschalk Bernard Montgomery Antwerpen te bevrijden. Hoewel dit een belangrijke overwinning was, bleef de haven onbruikbaar omdat de Westerschelde nog onder controle stond van Duitse eenheden. Het Duitse leger had sterke verdedigingswerken langs de oevers gebouwd, inclusief artilleriebatterijen en mijnenvelden, waardoor scheepvaart onmogelijk was. Het veiligstellen van de Westerschelde was een prioriteit, aangezien de geallieerde bevoorradingslijnen ernstig beperkt werden door de lange aanvoerroutes via Normandië.

Een groot deel van het 15e Duitse leger, bestaande uit ongeveer 85.000 soldaten en aanzienlijke hoeveelheden materieel, was vóór de start van Operatie Switchback uit Zeeuws-Vlaanderen teruggetrokken. Deze terugtrekking werd uitgevoerd om troepen te verplaatsen naar het noorden en te versterken bij de Duitse tegenactie tegen Operatie Market Garden, de grootschalige luchtlandingsoperatie van de geallieerden in september 1944.

Door deze herpositionering werden sommige Duitse eenheden uit Zeeuws-Vlaanderen verplaatst naar strategisch belangrijke gebieden in Nederland, zoals Arnhem en Nijmegen. Dit verzwakte aanvankelijk de Duitse verdediging in de Breskens Pocket, maar de overgebleven troepen kregen voldoende tijd om uitgebreide verdedigingslinies op te zetten in de regio rond de Westerschelde.

De Duitse Verdediging in Zeeuws-Vlaanderen

De Duitse verdediging van het gebied, bekend als de Breskens Pocket, werd geleid door generaal Knut Eberding van de 64e Infanteriedivisie. Deze divisie bestond uit ervaren soldaten die eerder op het Oostfront hadden gevochten en bekend stonden om hun vaardigheden in defensieve oorlogvoering. Eberding gebruikte de weken van relatieve rust in september 1944 om uitgebreide verdedigingswerken te laten bouwen. Daarnaast maakten de Duitsers het terrein in Zeeuws-Vlaanderen vrijwel ontoegankelijk door dijken op te blazen, waardoor grote delen van het gebied overstroomden. Dit beperkte de geallieerde bewegingsvrijheid tot enkele verhoogde wegen en bruggen, die zorgvuldig werden verdedigd.

Operatie Switchback was gericht op het zuidelijke deel van dit probleem, in Zeeuws-Vlaanderen. Het gebied was zwaar verdedigd en grotendeels overstroomd door het openen van sluizen, wat de Duitse verdediging versterkte.

Doelstellingen

  1. Het uitschakelen van Duitse verdedigingsposities in Zeeuws-Vlaanderen.
  2. Het veiligstellen van de zuidelijke oever van de Westerschelde.
  3. Het creëren van vrije doorgang naar de haven van Antwerpen voor geallieerde schepen.
Kaart van de Slag om de Schelde in 1944, met belangrijke gevechtszones en geallieerde aanvallen in Zeeland.
Kaart die de belangrijkste gevechtszones en operaties van de Slag om de Schelde in 1944 toont.

Planning van de Operatie

Het Geallieerde Aanvalsplan

Het Canadese Eerste Leger, onder bevel van generaal Harry Crerar, kreeg de opdracht om de Breskens Pocket te doorbreken en het zuidelijke deel van de Westerschelde te bevrijden. Het operationele plan, ontworpen door luitenant-generaal Guy Simonds, was gebaseerd op een tweezijdige aanval:

  1. Aanval over het Leopoldkanaal
    De Canadese 3e Infanteriedivisie zou een aanval uitvoeren over het Leopoldkanaal, dat fungeerde als een belangrijke verdedigingslinie voor de Duitsers.
  2. Amfibische Landing bij de Braakman
    Tegelijkertijd zou een tweede aanval plaatsvinden via een amfibische landing aan de kust bij de Braakman-inham, om de Duitse verdediging van achteren te doorbreken.

Simonds plande ook het gebruik van speciale amfibische voertuigen, zoals de Buffalo’s, om door de overstroomde gebieden te navigeren. Dit zou de Canadezen in staat stellen de Duitse linies te omzeilen.

Duitse Voorbereidingen

Dankzij inlichtingen via Ultra wisten de geallieerden dat de 64e Divisie zich voorbereidde op een hardnekkige verdediging. Ondanks dit inzicht onderschatte het geallieerde bevel de omvang van de Duitse troepen in de Breskens Pocket. Men verwachtte dat Eberding zich snel zou terugtrekken naar Walcheren zodra de gevechten intensiever werden. Deze foutieve inschatting leidde tot zware verliezen voor de Canadezen in de openingsfase van de operatie.

De Aanval op het Leopoldkanaal

Begin van de Aanval

Operatie Switchback begon op 6 oktober 1944 met een aanval van de 7e Brigade van de Canadese 3e Infanteriedivisie over het Leopoldkanaal. Dit regiment bestond uit ervaren troepen uit West-Canada, waaronder de Royal Winnipeg Rifles, de Regina Rifles en het Canadian Scottish Regiment. De aanval werd voorafgegaan door het gebruik van Wasp Universal Carriers, voertuigen uitgerust met vlammenwerpers, om de Duitse linies te ontregelen.

Intense Gevechten en Duitse Weerstand

De geallieerden slaagden erin om twee kwetsbare bruggenhoofden te vestigen aan de overzijde van het kanaal. Duitse troepen, goed ingegraven in bunkers en versterkte posities, reageerden echter met hevige tegenaanvallen. De combinatie van machinegeweer- en mortiervuur maakte het oversteken van het kanaal bijzonder gevaarlijk. Sommige Canadese eenheden, zoals een compagnie van het Royal Montreal Regiment, leden zulke zware verliezen dat ze bijna volledig werden vernietigd.

Het Amfibische Element

Tegelijkertijd vond de geplande amfibische aanval bij de Braakman-inham plaats. Door technische problemen en navigatiefouten moesten de troepen 24 uur wachten voordat de landing kon worden uitgevoerd. Ondanks deze vertraging verraste de aanval de Duitsers en vestigden de Canadezen een bruggenhoofd aan de kust, waarmee ze de Duitse verdediging onder druk zetten van twee zijden.

Kolonne amfibievoertuigen "Alligator" passeert "Terrapin"-pantservoertuigen bij de Schelde op 13 oktober 1944, nabij Neuzen, België.
Kolonne van Alligator- en Terrapin-voertuigen in actie bij de rivier de Schelde, 13 oktober 1944, nabij Neuzen, België.

Intensivering van de Gevechten: Doorbraak en Duitse Tegenstand

Versterking van de Canadese Bruggenhoofden

Na de initiële successen op het Leopoldkanaal en de kustzone bij de Braakman, begon de Canadese 7e Brigade haar bruggenhoofden uit te breiden. Deze vooruitgang was echter traag en werd gehinderd door zware regenval en het overstroomde landschap. Veel loopgraven vulden zich met water, wat het geallieerde moreel onder druk zette. De Duitse verdediging bleef intussen fel, mede door het gebruik van een groot arsenaal aan artillerie, waaronder de beruchte 88 mm Flak-kanonnen, die zowel voor luchtafweer als tegen tanks werden ingezet.

De Canadese bevelhebber, brigadegeneraal J.C. Spragge, beval de Royal Winnipeg Rifles om door het bruggenhoofd van de Canadian Scottish Regiment te breken en een verbinding te maken met de Regina Rifles. Dit resulteerde in hevige huis-aan-huisgevechten, waarbij geïmproviseerde methoden zoals het gebruik van anti-tankwapens om muren door te breken essentieel werden voor de voortgang.

Duitse Tegenaanvallen en Slagkracht

Generaal Knut Eberding, die de Duitse verdediging leidde, probeerde de geallieerde doorbraak te voorkomen door directe tegenaanvallen op de Canadese posities. Deze acties resulteerden in zware verliezen aan beide zijden. Canadese artillerie speelde een grote rol in het afslaan van de Duitse tegenaanvallen, maar de constante druk van Duitse troepen maakte verdere opmars bijzonder uitdagend.

De situatie verslechterde toen Duitse soldaten werden bevolen om stand te houden “tot de laatste man”. Desertie werd streng bestraft, wat leidde tot een versterkte maar wanhopige Duitse verdediging. De Canadezen, geconfronteerd met een tekort aan infanteristen, zagen zich gedwongen om tankbemanningen van het 17th Hussars Regiment als noodmaatregel in te zetten als infanteristen.

Amfibische Landing bij de Braakman: Verloop en Gevolgen

De landing bij de Braakman-inham, uitgevoerd door de Canadese 9e Brigade met ondersteuning van Britse ingenieurs, bood druk aan de Duitse kustverdediging. De landing, uitgevoerd met Buffalo- en Terrapin-amfibievoertuigen, verliep initieel zonder grote weerstand, waardoor de troepen een strategische voet aan de grond kregen.

De Duitse reactie was echter snel en gewelddadig. Eenheden zoals de North Nova Scotia Highlanders moesten meerdere dagen vechten om dorpen als Hoofdplaat en Driewegen veilig te stellen. Bij Hoofdplaat werd het belang van artillerieondersteuning opnieuw duidelijk, met geallieerde eenheden die zwaar op luchtaanvallen en grondbombardementen vertrouwden om vooruitgang te boeken.

De Slag om de Poldergebieden

De Moeilijkheden van het Landschap

Het overstroomde landschap, bestaande uit polderland met een wirwar van kanalen, rivieren en dijken, maakte gevechtsmanoeuvres bijzonder complex. De verhoogde wegen die door het gebied liepen, werden zwaar onder vuur genomen door Duitse artillerie en mortieren. Dit beperkte de Canadese opmars en resulteerde in intense gevechten om elke meter grond.

Bovendien had de regenval het slagveld veranderd in een modderige chaos. Loopgraven en schuilplaatsen stonden onder water, wat het voor soldaten moeilijk maakte om zich te beschermen. Een Canadees rapport beschreef de omstandigheden als “onmenselijk”, met soldaten die meerdere keren per dag loopgraven moesten uitdiepen om droog te blijven.

Doorbraak bij Eede en IJzendijke

De Canadese 8e Brigade, die was vrijgemaakt om de 9e Brigade te ondersteunen, begon een opmars richting de dorpen Eede en IJzendijke. De gevechten waren hevig, met sterke Duitse verdedigingslinies die pas na meerdere dagen van gevechten doorbroken werden. Bij Eede slaagden de Canadezen erin om zonder directe tegenstand het dorp binnen te trekken, maar kwamen ze al snel onder zwaar artillerievuur te liggen.

IJzendijke bood meer weerstand. Geallieerde troepen werden geconfronteerd met goed verborgen bunkers en antitankstellingen. Na een mislukte poging tot een frontale aanval, besloten de Canadezen de Duitse posities te omsingelen met steun van artillerie. Uiteindelijk werd het dorp op 16 oktober bevrijd, maar dit ging gepaard met zware verliezen.

Alligator amfibische tractor van het Royal Canadian Army Medical Corps voor gewondentransport tijdens de Slag om de Schelde, Nederland.
Alligator amfibische tractor gebruikt door het Royal Canadian Army Medical Corps voor gewondentransport tijdens de Slag om de Schelde.

Het Afronden van de Operatie en De Val van de Breskens Pocket

Duitse Terugtrekking en Verkleining van de Pocket

Tussen 16 en 20 oktober 1944 trokken de Duitse troepen in de Breskens Pocket zich terug naar kleinere, beter verdedigbare posities. Generaal Knut Eberding besloot tot een “vechtende terugtrekking” om zijn uitgeputte eenheden te sparen. De nieuwe Duitse linies concentreerden zich rond Breskens, Oostburg en Cadzand. Ondanks hun verminderde kracht wisten de Duitse troepen nog steeds aanzienlijke vertragingen te veroorzaken bij de Canadese opmars, vooral door hun effectief gebruik van artillerie en mortieren.

De Geallieerde Eindaanval

De geallieerden besloten hun aanval te intensiveren om een einde te maken aan de Breskens Pocket. Generaal-majoor Daniel Spry, bevelhebber van de Canadese 3e Divisie, wijzigde zijn strategie en maakte gebruik van een combinatie van luchtbombardementen, artillerievuur en infanterieaanvallen. Zijn prioriteit was het minimaliseren van Canadese verliezen, gezien het tekort aan infanteristen.

De belangrijkste acties waren gericht op de dorpen Breskens en Oostburg, waar de Duitse weerstand het sterkst was. Het Régiment de la Chaudière voerde op 24 oktober een directe aanval uit op Oostburg, ondanks zware Duitse tegenstand. Het regiment verloor een complete compagnie tijdens de gevechten, maar wist uiteindelijk het dorp in te nemen. De gevechten in Breskens waren even zwaar, waarbij huis-aan-huisgevechten en geïmproviseerde tactieken nodig waren om de Duitse verdediging te doorbreken.

Gevechten in Fort Frederik Hendrik

Fort Frederik Hendrik, een kustfort bij Cadzand, vormde een laatste bastion van Duitse weerstand. De gevechten om het fort werden gekenmerkt door intens vuur van beide kanten. Uiteindelijk werd het fort ingenomen door Canadese en Britse troepen na een gecombineerde aanval met luchtsteun en artilleriebombardementen.

Het Beëindigen van de Operatie en Strategische Gevolgen

De Inname van Knokke en Zeebrugge

De operatie eindigde op 3 november 1944, toen geallieerde troepen de Belgische steden Knokke en Zeebrugge bereikten en daarmee de Breskens Pocket definitief afsloten. Dit betekende het einde van de Duitse aanwezigheid ten zuiden van de Westerschelde. De Slag om de Schelde ging echter verder, met de focus op het noordelijke eiland Walcheren.

Verliezen en Impact

Operatie Switchback was buitengewoon kostbaar in termen van mensenlevens. De Canadese 3e Divisie verloor meer dan 2.000 soldaten, waarvan 533 dodelijke slachtoffers. Aan Duitse zijde waren de verliezen vergelijkbaar, met duizenden doden, gewonden en gevangenen. De zware omstandigheden van het polderland en het overstroomde terrein speelden een belangrijke rol in de hoge aantallen slachtoffers.

Strategisch gezien was de operatie een belangrijke stap in het vrijmaken van de Westerschelde. Dit opende de weg naar de haven van Antwerpen, die vanaf eind november 1944 volledig operationeel werd als bevoorradingspunt voor de geallieerde troepen.

Samenvatting

Operatie Switchback, uitgevoerd in oktober en november 1944, was een geallieerde operatie tijdens de Slag om de Schelde. Het doel was om de Duitse verdediging in Zeeuws-Vlaanderen te doorbreken en de zuidelijke toegang tot de Westerschelde veilig te stellen. Deze actie was van vitaal belang om de haven van Antwerpen operationeel te maken voor geallieerde bevoorrading.

De operatie omvatte twee hoofdaanvallen: een directe oversteek van het Leopoldkanaal door de Canadese 3e Infanteriedivisie en een amfibische landing bij de Braakman-inham. Ondanks het overstroomde terrein, hevige Duitse tegenstand en zware verliezen, slaagden de geallieerden erin de Breskens Pocket te veroveren. Dit opende de weg voor de verdere bevrijding van Nederland en speelde een sleutelrol in de geallieerde opmars naar Duitsland.

Conclusie

Operatie Switchback was een van de meest intensieve en strategisch doorslaggevende gevechten van de geallieerde campagne in Noordwest-Europa. Het was een ingewikkelde operatie die de Canadese troepen voor grote uitdagingen stelde door het overstroomde terrein, sterke Duitse verdediging en het gebrek aan infanterieversterkingen. Ondanks deze obstakels slaagden de geallieerden erin om de Breskens Pocket te veroveren en de zuidelijke toegang tot de Westerschelde veilig te stellen. Deze overwinning vormde een sleutelrol in het vrijmaken van de haven van Antwerpen, wat van cruciaal belang was voor de verdere opmars naar Duitsland.

De verliezen tijdens Operatie Switchback onderstreepten de enorme menselijke tol van deze campagne. De Canadese strijdkrachten toonden vasthoudendheid en innovatie in hun tactieken, ondanks het beperkte aantal beschikbare troepen en de zware omstandigheden. Aan Duitse zijde betekende de val van de Breskens Pocket een zware klap voor hun defensieve strategie in de regio.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding 1&2 : US-Army, Public domain, via Wikimedia Commons
  2. Afbeelding 3: Provincial Archives of Alberta, No restrictions, via Wikimedia Commons
  3. Afbeelding 4: Donald I. Grant, Public domain, via Wikimedia Commons
  4. Beevor, Antony (2012). The Second World War. London: Weidenfeld & Nicolson. ISBN 978-0-297-84497-6.
  5. A bridge too far (1974). Cornelius Ryan ISBN: 9789026945212
  6. Beevor, Antony (2015). Ardennes 1944: Hitler’s Last Gamble. New York: Viking. ISBN 978-0-670-02531-2.
  7. Copp, Terry; Vogel, Robert (1984). Maple Leaf Route: Antwerp. Alma: Maple Leaf Route. ISBN 978-0-919907-03-4.
  8. Copp, Terry; Vogel, Robert (1985). Maple Leaf Route: Scheldt. Alma: Maple Leaf Route. ISBN 978-0-919907-04-1.
  9. Horrocks, Sir Brian (1960). A Full Life. Barnsley: Leo Cooper. ISBN 0-85052-144-0.
  10. Neillands, Robin (2005). The Battle for the Rhine 1944: Arnhem and the Ardennes: The Campaign in Europe. London: Cassell. ISBN 0-304-36736-2.
  11. Warner, Philip (1984). Horrocks: The General Who Led From the Front. London: Hamish Hamilton. ISBN 0-241-11312-1.
  12. Zuelhlke, Mark (2007). Terrible Victory: First Canadian Army and the Scheldt Estuary Campaign, September 13 – November 6, 1944. Vancouver: Douglas & McIntyre. ISBN 978-1-55365-227-4.
  13. Bronnen Mei1940