Operatie Foxley was een geheim Brits plan, opgezet door de Special Operations Executive (SOE), met als doel het vermoorden van Adolf Hitler in 1944. Tijdens de piek van de Tweede Wereldoorlog zochten de Geallieerden naar manieren om de oorlog snel te beëindigen, en het elimineren van de nazi-leider werd beschouwd als een veelbelovende strategie. Ondanks de gedetailleerde voorbereidingen werd het plan echter nooit uitgevoerd. In juli 1998 werd het geheime 20-pagina’s tellende dossier vrijgegeven door het Britse Public Record Office na de afloop van een 30-jarige vertrouwelijkheidsperiode .
Inhouds opgave
Aanloop naar Operatie Foxley
Al in het begin van de oorlog, in 1939, overwogen de Britse geheime diensten moordaanslagen op Hitler. Deze plannen werden echter nooit serieus opgepakt of uitgevoerd. Toen Winston Churchill in 1940 premier van Groot-Brittannië werd, toonde hij meer belangstelling voor dergelijke militaire tactieken. In 1941 gaf hij groen licht voor het ontwikkelen van plannen om nazi-leiders, waaronder Hitler, uit te schakelen . Een van de bekendste en succesvolste aanslagen van deze aard was Operatie Anthropoid, waarbij twee Tsjechische soldaten, Jozef Gabčík en Jan Kubiš, Reinhard Heydrich, de leider van de Sicherheitsdienst (SD) en een van de hoofdverantwoordelijken voor de Holocaust, in 1942 wisten te doden .
Het eerste plan: Hitler’s trein Amerika
Een van de vroege Britse plannen om Hitler te vermoorden, richtte zich op zijn speciale trein genaamd Amerika, later omgedoopt tot Brandenburg. De SOE had ruime ervaring met het laten ontsporen van treinen door middel van explosieven en wilde deze expertise inzetten om Hitler’s trein op te blazen. Het plan werd echter geannuleerd omdat Hitler’s reisschema te onvoorspelbaar was. Het was onmogelijk om een vaste aankomsttijd van zijn trein vast te stellen, aangezien stations slechts enkele minuten voor zijn aankomst op de hoogte werden gebracht .
De motivatie achter Operatie Foxley
Het idee om Hitler te vermoorden kwam in een stroomversnelling in juni 1944, toen de SOE in Noord-Afrika werd getipt over een mogelijke gelegenheid om Hitler te elimineren tijdens een bezoek aan een kasteel in Perpignan, Zuid-Frankrijk. Hoewel de SOE op dat moment geen actie ondernam, inspireerde dit bericht de toenmalige leider van de SOE, generaal-majoor Colin Gubbins, om serieuzere voorbereidingen te treffen voor een moordaanslag op Hitler . Het uiteindelijke plan, dat in de zomer van 1944 werd uitgewerkt, zou zich richten op een sluipschutteraanval tijdens Hitler’s dagelijkse ochtendwandeling bij zijn residentie, de Berghof.
Het plan van Operatie Foxley
Na het ontvangen van de tip in 1944 werd het plan van Operatie Foxley verder uitgewerkt. De SOE besloot dat een sluipschutteraanval de meest effectieve manier zou zijn om Hitler te vermoorden. Een voormalige bewaker van Hitler’s persoonlijke garde, die gevangen was genomen tijdens de gevechten in Normandië, gaf cruciale informatie door. Hij meldde dat Hitler, wanneer hij in de Berghof verbleef, iedere ochtend een wandeling maakte van ongeveer twintig minuten, vaak rond 10:00 uur. Tijdens deze wandeling was Hitler zonder bescherming en bevond hij zich buiten het zicht van de wachters, dicht bij een bos dat uitkeek op de Berghof . Dit maakte hem kwetsbaar voor een aanval.
De Berghof: een kwetsbare locatie
De Berghof, gelegen in de Beierse Alpen, was een van Hitler’s belangrijkste buitenverblijven. Wanneer hij in de Berghof was, werd een nazi-vlag gehesen die vanaf een nabijgelegen café in het dorp Berchtesgaden zichtbaar was. Dit gaf de operatives van de SOE een manier om te weten wanneer Hitler zich in de Berghof bevond, wat van cruciaal belang was voor de planning van de aanslag . De Berghof en de nabijgelegen Teehaus op de Mooslahnerkopf-heuvel werden regelmatig bezocht door Hitler tijdens zijn verblijf, en het was tijdens een van zijn ochtendwandelingen naar de Teehaus dat de aanval zou plaatsvinden.
Het wapen en de voorbereidingen
De SOE plande om een sluipschutter te rekruteren die speciaal getraind zou worden voor deze missie. Het wapen dat gekozen werd, was een Karabiner 98k, een nauwkeurig geweer met een Mauser-telescopisch vizier, het standaardwapen van de Wehrmacht. De sluipschutter zou grondig getraind worden door te schieten op bewegende doelwitten onder omstandigheden die de werkelijke aanval nabootsten. Daarnaast zou de sluipschutter een geluidsdemper krijgen voor een 9mm Luger-pistool, om eventueel bewakers stil uit te schakelen tijdens de benadering van het doelwit . Dit Luger-pistool is vandaag de dag te zien in het Combined Military Services Museum in Essex, Engeland .
De sluipschutter zou samen met een Duits sprekende Pool worden geparachuteerd in de omgeving van Berchtesgaden, in de buurt van de Berghof. Beide agenten zouden vermomd zijn als Duitse bergtroepen (Gebirgsjäger), een effectieve camouflage aangezien deze soldaten regelmatig in het gebied aanwezig waren. Het plan werd verder versterkt door de betrokkenheid van een lokale anti-nazi-sympathisant, geïdentificeerd als “Heidentaler”, een oom van een krijgsgevangene die als winkelier in Salzburg woonde. Heidentaler zou de agenten onderdak bieden en hen helpen om onopgemerkt dichter bij de Berghof te komen .
Tegenstand binnen Britse kringen
Hoewel de meeste Britse militaire leiders het plan steunden, was er enige weerstand binnen de SOE zelf. De adjunct-directeur van de Duitse afdeling van de SOE, luitenant-kolonel Ronald Thornley, sprak zich openlijk uit tegen de moordaanslag. Hij geloofde dat het vermoorden van Hitler mogelijk meer schade dan voordeel zou opleveren, aangezien de opvolgers van Hitler, zoals Heinrich Himmler, mogelijk efficiëntere militaire leiders zouden zijn. Ondanks deze bezwaren kreeg Operatie Foxley steun van zowel Winston Churchill als de commandant van Thornley, Sir Gerald Templer.
Het falen van Operatie Foxley
Hoewel de voorbereidingen voor Operatie Foxley in volle gang waren, werd de missie uiteindelijk nooit uitgevoerd. Een belangrijke reden hiervoor was dat Hitler op 14 juli 1944 de Berghof verliet en er nooit meer terugkeerde. Dit maakte het onmogelijk om de aanslag op de geplande locatie uit te voeren. Slechts zes dagen later vond de mislukte aanslag op Hitler plaats door leden van het Duitse leger, beter bekend als het complot van 20 juli 1944, onder leiding van kolonel Claus von Stauffenberg. Deze gebeurtenis benadrukte het feit dat er binnen Duitsland zelf krachten aan het werk waren die Hitler wilden uitschakelen. Dit, gecombineerd met de toenemende chaos binnen het Derde Rijk en de voortdurende militaire nederlagen aan het oost- en westfront, verminderde de noodzaak van Operatie Foxley.
De morele overwegingen
Een ander aspect dat meespeelde in het besluit om de operatie niet uit te voeren, waren de morele en strategische overwegingen. Binnen de Britse regering en de SOE heerste enige terughoudendheid over de potentiële gevolgen van het doden van Hitler. Terwijl sommigen geloofden dat zijn dood een einde aan de oorlog zou kunnen maken, vreesden anderen dat zijn opvolgers misschien nog vastberadener zouden zijn om de oorlog voort te zetten. Hitler’s chaotische leiderschap, gekenmerkt door slechte militaire beslissingen en een ongeorganiseerde bevelstructuur, werd door sommigen gezien als een voordeel voor de Geallieerden. Als Hitler zou worden vermoord, zou een efficiëntere militaire leider zoals Himmler of Goering zijn plaats kunnen innemen, wat de oorlog wellicht zou verlengen.
Daarnaast speelden ook ethische bezwaren een rol. Sommige hoge Britse officieren en regeringsfunctionarissen stelden vragen bij het principe van staatssancties voor moord, zelfs in oorlogstijd. De juridische en morele implicaties van het vermoorden van een staatshoofd waren ingewikkeld, vooral gezien het feit dat de Geallieerden zich probeerden te positioneren als de verdedigers van de rechtstaat en menselijke waarden. Hoewel Operatie Anthropoid, waarbij Reinhard Heydrich werd vermoord, werd gezien als een succes, lag de situatie met Hitler complexer, vanwege zijn rol als het hoofd van de Duitse staat.
De impact op de loop van de oorlog
Hoewel Operatie Foxley nooit werd uitgevoerd, roept het plan interessante vragen op over de mogelijke impact die het zou hebben gehad als het wel was doorgegaan. Had de dood van Hitler in 1944 de oorlog eerder kunnen beëindigen, of zou het juist een nog gewelddadiger reactie van de nazi’s hebben uitgelokt? Dit blijft een onderwerp van discussie onder historici, hoewel velen geloven dat het Derde Rijk in 1944 al te zwak was om nog lang stand te houden, ongeacht wie de leiding had. De geallieerde invasies in Normandië en de toenemende druk van het Sovjetleger aan het oostfront hadden de Duitse oorlogsmachine al ernstig verzwakt.
Uiteindelijk bleef Hitler in leven tot zijn zelfmoord op 30 april 1945, toen de nederlaag van Nazi-Duitsland onvermijdelijk was. De weigering om Operatie Foxley uit te voeren kan worden gezien als een strategische beslissing die werd beïnvloed door zowel morele als militaire overwegingen. De vraag of de operatie succesvol zou zijn geweest, blijft echter onbeantwoord, aangezien de omstandigheden waaronder het plan werd gemaakt uniek waren voor de chaos van de laatste fase van de oorlog.
Conclusie: De erfenis van Operatie Foxley
Hoewel Operatie Foxley nooit werd uitgevoerd, blijft het een fascinerend voorbeeld van de geheime oorlogvoering tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het plan vertegenwoordigt de omvang van de inspanningen van de Geallieerden om het conflict te beëindigen door Adolf Hitler uit te schakelen. Het mislukken van Operatie Foxley, evenals andere pogingen om Hitler te vermoorden, onderstreept hoe moeilijk het was om de nazi-leider te bereiken, zelfs in de laatste fasen van de oorlog. Ondanks de nauwgezette voorbereiding en de gedetailleerde strategieën die de SOE had ontwikkeld, zorgden onvoorspelbare factoren zoals Hitler’s plotselinge vertrek uit de Berghof en de weerstand binnen Britse kringen ervoor dat het plan nooit in werking trad.
Strategische en morele overwegingen speelden een belangrijke rol in het besluit om de operatie te staken. Hitler’s chaotische leiderschap, gecombineerd met de aanhoudende militaire druk op Nazi-Duitsland, maakte de vraag of zijn dood daadwerkelijk een kortere oorlog zou hebben opgeleverd, onzeker. Bovendien waren er ethische bezwaren tegen het uitvoeren van een staatssanctioneerde moord, zelfs op een figuur als Hitler. Uiteindelijk zorgde de gecombineerde kracht van de Sovjet-Unie en de westerse Geallieerden ervoor dat Nazi-Duitsland werd verslagen, zonder dat er een moordaanslag op Hitler nodig was.
Toch blijft Operatie Foxley een belangrijk historisch document. Het werpt licht op de breedte van de geheime operaties tijdens de oorlog en de creativiteit en vastberadenheid van de Geallieerden om de oorlog tot een einde te brengen. Het verhaal van Foxley is een blijvende herinnering aan de complexiteit van militaire en morele beslissingen in oorlogstijd.
Bronnen en meer informatie
- British Public Record Office, “Operatie Foxley – vrijgegeven documenten,” juli 1998.
- Foot, M.R.D., SOE in France: An Account of the Work of the British Special Operations Executive in France, 1940-1944, London: HMSO, 1966.
- Stafford, D., Churchill and Secret Service, London: Abacus, 2000.
- Burian, M., Operation Anthropoid 1942: The Assassination of Heydrich, Osprey Publishing, 2002.
- Cesarani, D., Final Solution: The Fate of the Jews 1933-1949, Pan Macmillan, 2016.
- Combined Military Services Museum, Maldon, Essex: tentoongestelde wapens en uitrusting van Operatie Foxley.
- Bronnen mei1940
- Afbeelding: Heinrich Hoffmann , Public domain, via Wikimedia Commons