ONTSNAPT AAN DE ‘GRüNE POLIZEI’

In de voormalige Sluisstraat te Naarden woonde Willem Groenhart de kleer­maker. Tijdens de oorlog werd hij commandant van een verzets­groep in Naarden. Tot deze groep behoorden zijn zoons Gerrit en Willem, Tinus Nachtegaal, Jilles van der Heijden, Loek Koudijs en Jaap Klinkenberg (1902-1978). Deze illegalen train­den voor het plegen van sabotage – en verzetsdaden. Ze waren bewapend met stenguns. Het oefenen met dat wapen gebeurde in een loods van de firma Kuhn. In deze loods lagen zakken beet­wortelzaad opgeslagen, die werden gebruikt om het geluid te dempen.

Ook hielp Willem Groenhart ‘Rijksduitsers’, die in Naarden gelegerd waren, bij het deserteren. Er lag namelijk in de Vesting een eenheid van de Wehrmacht, bestaande uit Duitsers die reeds voor de oorlog in Nederland waren ingeburgerd. Sommigen hadden zelfs hun gezin ondergebracht in ons garni­zoensstadje. Al gauw was het bij deze ‘Rijksduitsers’ bekend dat het mogelijk was via Willem Groenhart onder te duiken. Verschillenden kwamen naar de kleermakerij en verwisselden hun uniform voor een burgerkostuum. Het uniform werd direct ver­brand. Het is logisch dat fanatieke Nazi’s dit ook te horen kregen. Om die reden werd op 15 april 1945 een inval gedaan in het huis van de familie Groenhart. Drie man van de beruchte Grüne Polizei doorzochten het hele huis. Terwijl ze daarmee bezig waren kwam een lid van de verzetsgroep achterom bij Groenhart binnen. Één van de Duitsers vroeg wat hij kwam doen. De illegaal had de tegenwoordigheid van geest om direct een smoes te verzinnen. Hij zou af en toe een ‘sjekkie’ mogen draaien bij Groenhart. De Duitser was argwanend en zei dat hij zijn gang mocht gaan. Toevallig wist de man waar de bus met tabak stond en hij draaide een sjekkie. De soldaat was over­tuigd en hij kon gewoon het huis verlaten. Met Jaap Klinken­berg, die even later binnenstapte om munitie te halen, liep het minder goed af. Hij werd gearresteerd en toen hij vroeg om naar de W.C. te gaan, moest de deur openblijven en bleef er een soldaat bij. Klinkenberg heeft toen de W.C.-deur hard tegen de soldaat geslagen. Vervolgens is hij door de keuken­deur ontsnapt. Buiten gooide hij een paar fietsen tegen de deur aan. Door de steeg achter het huis rende hij de Nieuwe Haven op in de richting van de Pastoorstraat. Op het moment van de ontsnapping werd Gerrit Groenhart op de bovenverdieping door een soldaat verhoord. Door het kabaal beneden rende de soldaat naar een raam dat uitzicht bood op de steeg. Hij zag Klinkenberg vluchten en schoot met zijn pistool op hem. Geluk­kig ketste het wapen. Uit de keukendeur kwam toen een andere soldaat de Nieuwe Haven oprennen. Hij riep de Duitse wacht op de Sluis (2) toe om ook te schieten. Klinkenberg rende op dat moment om de hoek de Pastoorstraat in. Dat was op het nipper­tje, een kogel doorboorde zijn jas. Klinkenberg dook tot de bevrijding onder in de Grote Kerk.

Mogelijk had de Grüne Polizei het persoonsbewijs van Klinken­berg afgenomen of iemand gaf zijn adres door. Onmiddellijk na de ontsnapping volgde een huiszoeking in zijn woonhuis St. Annastraat 40. Mevrouw Klinkenberg moest toezien hoe een deel van de inboedel vernield werd. Ook de daarachter liggende boerderij van Herman de Gooijer werd doorzocht. Gelukkig vroe­gen de soldaten niemand zich te legitimeren. Toevallig was namelijk de zeven­tien-jarige zoon van Klinkenberg aanwezig in de woonkamer van de boerderij. Een zoon als gijzelaar nemen was bij de Gestapo gebruikelijk om een vader te dwingen zich aan te geven. Persoonlijk heb ik gezien hoe een soldaat met getrokken pistool over het erf van onze boerderij liep. De man was buiten zich zelf van woede. Zijn hand, met daarin het pistool, trilde van zijn drift.

Gerrit Groenhart en Jilles van der Heijden werden gearres­teerd. Maandag 7 mei kwamen ze gelukkig terug in Naarden. Door de vredesonderhandelingen van eind april waren zij gespaard gebleven. Op 5 mei dook ook Klinkenberg weer op. Hij was voorzien van een armband van de Binnenlandse Strijdkrachten. Ook zijn gezin keerde terug in de St. Annastraat. De jongste kinderen was verteld dat hun vader was overleden. Kort na de bevrijding zei één van hen: “Eerst was mijn vader dood en nu loopt hij weer met kranten”. Als Klinken­berg later over zijn ontsnapping vertelde, liet hij zijn jas met kogelgat zien. De jas werd jarenlang zuinig door de familie bewaard.

F.J.J. de Gooijer

Naarden

Noot:

1. Het ‘Dagboek van een Naarder 1940-1945’ wordt toegeschreven aan Jan Hulscher (1877-1950) en is in een bewerking van drs. Mies Langelaar in mei 1995 door het Stadsarchief van Naarden uitgegeven.

2. Thans is achter de Sluisbrug gevestigd “Het Arsenaal” van Jan des Bouvrie.