De Mitsubishi Ki-30 (九七式軽爆撃機, Kyunana-shiki keibakugekiki) was een Japanse lichte bommenwerper die in de Tweede Wereldoorlog werd ingezet. Deze eenmotorige middenvleugelmonoplane was ontworpen met een cantilever configuratie en een volledig metalen constructie. De Ki-30 was de eerste Japanse vliegtuig dat werd aangedreven door een moderne dubbelrijige radiale motor, wat het toestel een belangrijke stap voorwaarts maakte in de Japanse luchtvaartontwikkeling.
De Mitsubishi Ki-30 werd door de Britten foutief geïdentificeerd als de “Mitsubishi Army 97 Ann”, terwijl de juiste naam gewoon de Mitsubishi Ki-30 was. Het toestel stond bekend als “Ann” bij de geallieerden
In dit artikel worden de technische specificaties, ontwerpkenmerken, operationele geschiedenis en de rol van de Mitsubishi Ki-30 tijdens de Tweede Wereldoorlog besproken.
Inhouds opgave
Ontwerp en technische specificaties
De Mitsubishi Ki-30 was een geavanceerd toestel voor zijn tijd. Het toestel werd ontwikkeld als een snelle, wendbare lichte bommenwerper die kleine precisie-aanvallen kon uitvoeren. Het ontwerp kenmerkte zich door zijn enkelvoudige motor en zijn vaste staartwielonderstel, wat minder complexiteit betekende in vergelijking met andere vliegtuigen met intrekbaar landingsgestel. Een van de meest opvallende kenmerken was de transparante cockpitluifel, die zowel de piloot als de waarnemer/bommenrichter een uitstekend zicht gaf.
Algemene kenmerken van de Ki-30
- Bemanning: 2 (piloot en waarnemer/bommenrichter)
- Lengte: 10,35 meter
- Spanwijdte: 14,55 meter
- Hoogte: 3,65 meter
- Vleugeloppervlak: 30,58 vierkante meter
- Leeggewicht: 2.230 kg
- Maximum gewicht: 3.320 kg
De Ki-30 werd aangedreven door een Nakajima Ha5-Kai, een 14-cilinder luchtgekoelde radiale zuigermotor. Deze motor leverde 708 kW (949 pk), wat het toestel in staat stelde om met hoge snelheid lichte bombardementen uit te voeren.
Prestaties van de Ki-30
- Maximumsnelheid: 423 km/h
- Kruissnelheid: 380 km/h
- Vliegbereik: 1.700 km
- Plafondhoogte: 8.570 meter
- Klimsnelheid: 8,33 meter per seconde
Bewapening
De Ki-30 was bewapend met:
- 2× 7,7 mm Type 89 machinegeweren: één was vast gemonteerd in de vleugel, terwijl de andere handmatig werd bediend door de waarnemer vanuit de achterste cockpit.
- Bommenlast: tot 400 kg aan bommen kon worden vervoerd, waarmee het vliegtuig lichte bombardementen kon uitvoeren op gronddoelen.
Ontwikkeling en productie van de Mitsubishi Ki-30
De Mitsubishi Ki-30 werd in 1936 ontworpen als reactie op een verzoek van het Japanse Leger voor een lichte bommenwerper die hogere prestaties kon leveren dan bestaande ontwerpen. De ontwikkeling werd snel uitgevoerd, mede door de vooruitgang die werd geboekt in de vliegtuigtechnologie in de jaren 30. De eerste testvluchten vonden plaats in 1937, waarna het toestel snel in productie werd genomen en in 1938 operationeel werd.
Een belangrijk aspect van de Ki-30 was de toepassing van een modern ontwerp met een gestroomlijnde structuur, wat de luchtweerstand verminderde. Dit maakte het vliegtuig relatief snel in vergelijking met andere bommenwerpers uit dezelfde periode. De vaste staartwielconfiguratie was minder geavanceerd dan intrekbare landingsgestellen, maar maakte de productie eenvoudiger en betrouwbaarder in het veld.
Operationele geschiedenis
De Mitsubishi Ki-30 speelde een belangrijke rol tijdens de vroege stadia van de Tweede Wereldoorlog, vooral tijdens de campagnes in China en Zuidoost-Azië. In de Tweede Chinees-Japanse Oorlog (1937-1945) werd de Ki-30 gebruikt voor precisiebombardementen tegen Chinese militaire doelen en infrastructuur. Dankzij zijn wendbaarheid en snelheid kon het toestel efficiënt opereren in een conflict dat gekenmerkt werd door snel veranderende frontlinies.
Rol in Zuidoost-Azië
Toen Japan zijn militaire offensief uitbreidde naar Zuidoost-Azië in 1941-1942, werd de Ki-30 ingezet in de campagnes tegen de geallieerde strijdkrachten in Maleisië, de Filippijnen en de Nederlandse Oost-Indië (het huidige Indonesië). Hier speelde het een cruciale rol in het ondersteunen van grondtroepen door het uitvoeren van tactische bombardementen op vijandelijke stellingen, vliegvelden en bevoorradingsroutes.
Hoewel de Ki-30 aanvankelijk effectief was, begon het toestel al snel te verouderen naarmate de oorlog vorderde. Moderne jagers zoals de Amerikaanse P-40 Warhawk en Supermarine Spitfire waren sneller en beter bewapend, wat de kwetsbaarheid van de Ki-30 op het slagveld vergrootte. Dit leidde ertoe dat de Ki-30 na 1942 voornamelijk werd ingezet voor secundaire rollen zoals training en patrouillevluchten.
Technische innovaties
De Ki-30 was het eerste Japanse vliegtuig dat gebruik maakte van een dubbelrijige radiale motor, wat het toestel een duidelijke krachttoename gaf ten opzichte van zijn voorgangers. Deze motor bood meer vermogen in een compactere vorm, wat leidde tot betere prestaties in snelheid en klimvermogen. Daarnaast was de variabele-pitch propeller een innovatie die zorgde voor een efficiëntere vermogensoverdracht, wat de algehele prestaties van het toestel verbeterde.
De cockpitconfiguratie met een lange, doorzichtige luifel was ook een nieuwigheid voor Japanse bommenwerpers. Dit gaf de bemanning een goed zicht op zowel vijandelijke vliegtuigen als gronddoelen, wat de effectiviteit van bombardementen verhoogde.
Beoordeling door de Geallieerden
De Mitsubishi Ki-30 werd door de Geallieerden niet gezien als een groot strategisch gevaar, voornamelijk vanwege de beperkingen van het vliegtuig op het gebied van snelheid en bewapening. De Royal Air Force en de United States Army Air Forces gaven het de codenaam “Ann”, wat een standaardpraktijk was om vijandelijke vliegtuigen te identificeren. De Britten maakten echter een vergissing door het toestel te identificeren als de “Mitsubishi Army 97 Ann”, terwijl het toestel in werkelijkheid onder het Japanse leger viel en niet specifiek voor de marine was ontworpen.
In de praktijk bleek de Ki-30 kwetsbaar voor moderne jagers en luchtafweer. Door zijn beperkte pantsering en relatief lage snelheid werd het een gemakkelijk doelwit voor de Geallieerde luchtmachten in de tweede helft van de oorlog.
Het einde van de Mitsubishi Ki-30
Met de opkomst van geavanceerdere vliegtuigen zoals de Mitsubishi Ki-51 en de Nakajima Ki-43 Hayabusa, werd de Ki-30 tegen het einde van 1942 steeds minder relevant op het slagveld. Hoewel het toestel enkele jaren een belangrijke rol had gespeeld, was het duidelijk dat de technologische vooruitgang het toestel had ingehaald. De meeste overgebleven Ki-30’s werden vervolgens ingezet als trainers of voor niet-strijdende doeleinden zoals patrouilles in minder actieve oorlogsgebieden.
Conclusie
De Mitsubishi Ki-30 speelde een cruciale rol in de vroege campagnes van Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog, vooral in China en Zuidoost-Azië. Hoewel het toestel aanvankelijk modern was en met succes lichte bombardementen uitvoerde, werd het snel ingehaald door de technologische vooruitgang van de Geallieerden. Het vliegtuig illustreerde zowel de technologische vooruitgang als de beperkingen van de Japanse luchtvaartindustrie in de jaren dertig en veertig. Tegen het einde van de oorlog was de Ki-30 grotendeels verouderd en werd het vervangen door meer geavanceerde ontwerpen.
Bronnen
- “Mitsubishi Ki-30 (Ann).” Military Factory. Geraadpleegd op 10 september 2024.
- Francillon, R. J. Japanese Aircraft of the Pacific War. London: Putnam, 1979.
- War Department, Technical Manual TM-E-30-480: Handbook on Japanese Military Forces, 1945.
- Shores, Christopher. Bloody Shambles: Volume One. Grub Street Publishing, 1992.
- Bronnen mei1940
- Afbeelding: See page for author, Public domain, via Wikimedia Commons