De Medium Mark III was een middelzware tank ontwikkeld door het Verenigd Koninkrijk tijdens het interbellum, een periode waarin diverse landen hun militaire technologie doorontwikkelden. Ondanks veelbelovende testen, werd de productie van de Medium Mark III beperkt, voornamelijk door de hoge kosten. Dit artikel bespreekt de ontwikkeling van de Medium Mark III, van de eerste prototypes tot het beëindigen van het project, met een focus op technische kenmerken en operationele toepassingen.
Inhouds opgave
Ontwikkeling van de A6 “Sixteen Tonners”
Eerste specificaties en vereisten
In 1926 zocht het Britse War Office naar een opvolger voor de verouderde Mark II tanks. In mei van dat jaar werd het Royal Tank Corps gevraagd om advies. De nieuwe tank moest voldoen aan een aantal eisen, zoals een gewicht van maximaal 15,5 long tons (15,7 ton) en een pantserdikte van 13 mm aan de voorkant, met 9 mm voor de overige platen. Bovendien moest het voertuig over een draadloze set beschikken en in staat zijn om vijandelijke bepantsering op een afstand van minstens 910 meter te doorboren.
Een van de belangrijkste vereisten was dat de tank gemakkelijk via het spoor kon worden vervoerd en stil moest zijn tijdens het opereren, omdat het geluid van eerdere tankmotoren vaak het tankpersoneel hinderde. Het brandstofsysteem moest extern zijn, om de binnenruimte te besparen, en er moest genoeg olie aanwezig zijn om het voertuig tijdens lange missies van brandstof te voorzien.
Vickers en het ontwerp van de A6
Vickers kreeg de opdracht om een prototype te ontwikkelen op basis van de Vickers A1E1 Independent. Dit ontwerp had een centraal geplaatste tweemanskoepel met een 3-ponder kanon en een coaxiale machinegeweer. Aan de voorkant van de romp zouden twee secundaire machinegeweerkoepels komen, elk uitgerust met dubbele Vickers-machinegeweren. Achter de hoofdkoepel was een derde koepel gepland, bedoeld voor luchtafweer.
Het maximale pantser zou 13 mm bedragen, terwijl de tankplaten op andere plekken slechts 6,5 mm dik zouden zijn. Dit beperkte het gewicht van de tank tot 14 ton. De romp bestond uit geklonken platen, en de brandstoftanks bevonden zich aan de buitenzijde van de tank om ruimte in de binnenkant te besparen. Twee motoropties werden overwogen: een 120 pk motor die de tank een snelheid van 23 km/u zou geven, en een 180 pk motor die de snelheid zou verhogen tot 32 km/u.
Prototypes en testen van de A6
In 1927 presenteerde Vickers een houten model van de A6, dat na goedkeuring leidde tot de productie van twee prototypes: de A6E1 en de A6E2. Deze voertuigen werden in juni 1928 onderworpen aan testen bij de Mechanized Warfare Experimental Establishment. Vickers kreeg de opdracht om extra pantser toe te voegen zonder het gewicht te verhogen, wat resulteerde in de A6E3. De A6E1 en A6E2 waren uitgerust met een luchtgekoelde Armstrong Siddeley V8-motor van 180 pk, wat een topsnelheid van 42 km/u opleverde.
Tijdens deze tests bleek de tweeling-machinegeweeropstelling niet effectief te zijn, wat ertoe leidde dat A6E3 werd uitgerust met een enkel machinegeweer en een enkele commandantkoepel in het midden van de tank. Hoewel de A6 verbeteringen vertoonde ten opzichte van eerdere modellen, bleek de ophanging van de tank nog steeds problematisch. De voertuigen werden voornamelijk gebruikt voor verdere tests van motoren en transmissiesystemen, wat uiteindelijk leidde tot de ontwikkeling van de Medium Mark III.
Medium Mark III: Doorontwikkeling en productie
Eerste productie van de Medium Mark III
In 1928, na de teleurstellende resultaten van de A6, gaf het Britse leger opdracht tot de bouw van de Medium Mark III. Dit ontwerp was een doorontwikkeling van de A6 en werd tussen 1930 en 1934 geconstrueerd. De nieuwe tank behield veel van de kenmerken van zijn voorganger, maar introduceerde een aantal verbeteringen. Zo kreeg de nieuwe tank een platte kanonmantel en een vergrote koepel om plaats te bieden aan een radioset. Bovendien werden de machinegeweerkoepels verder naar voren geplaatst om de balans van het voertuig te verbeteren, en werden er grotere remmen geïnstalleerd.
Testresultaten en operationele inzet
In 1933 werden de eerste twee prototypes van de Medium Mark III getest. De tank bleek betrouwbaar en bood een stabiele schietbasis, maar er waren nog steeds problemen met de ophanging. Ondanks een verhoging van de snelheid tot 48 km/u, overbelastte de ophanging regelmatig tijdens terreinritten. In totaal werden er drie Mark III-tanks gebouwd: de E1, E2 en E3, waarvan één door Vickers en twee door de Royal Ordnance Factory in Woolwich. Het derde voertuig kreeg een verbeterde ophanging en werd in 1934 in dienst genomen bij het hoofdkwartier van de Tankbrigade.
Eén van de tanks, de Mark III E2, werd later omgebouwd tot een commandovoertuig met een extra radioantenne rondom de koepel. Dit voertuig werd gebruikt door Brigadier Percy Hobart tijdens oefeningen op de Salisbury-vlakte in 1934. Ondanks de succesvolle tests en operationele inzet werden er geen verdere bestellingen geplaatst, voornamelijk vanwege de hoge productiekosten. De E2 ging verloren door brand, en de overige voertuigen werden uiteindelijk buiten dienst gesteld.
Beëindiging van het project
De ontwikkeling van de Medium Mark III werd uiteindelijk stopgezet vanwege de hoge kosten en technische beperkingen, met name de aanhoudende problemen met de ophanging. Hoewel de tank enkele technologische vooruitgangen vertegenwoordigde, zoals verbeterde radiocommunicatie en een stabiel schietplatform, bleek het voertuig niet geschikt voor massaproductie. De hoge kosten van productie en onderhoud maakten de tank onaantrekkelijk voor de Britse strijdkrachten, die zich in plaats daarvan richtten op andere tankmodellen en technologische doorbraken in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog.
Conclusie
De Medium Mark III was een product van de technologische vooruitgang en militaire experimenten van het interbellum. Hoewel de tank verschillende innovaties introduceerde, zoals verbeterde communicatieapparatuur en een relatief hoge snelheid, werd de verdere ontwikkeling belemmerd door technische beperkingen en hoge kosten. Het project eindigde zonder verdere productie, en de tank speelde slechts een bescheiden rol in de voorbereidingen van het Britse leger op de Tweede Wereldoorlog.
Bronnen en meer informatie
- Fletcher, D. (1994). The British Tanks 1915-19. Bovington Tank Museum.
- Bingham, J. (2019). Armored Warfare and the Modern Battle Tank. Osprey Publishing.
- Mead, R. (2008). Hobart’s 79th Armoured Division at War: Invention, Innovation and Inspiration. Pen & Sword Military.
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding: Medium Mk III command tank IWM Public Domain Wiki Commens