Lockheed Model 18 Lodestar: Ontwerp en Oorlogsbijdrage

Lockheed Model 18 Lodestar staat geparkeerd op een vliegveld, klaar voor een vlucht. Vleugels strekken zich uit onder een heldere hemel.
De Lockheed Model 18 Lodestar, gefotografeerd op een vliegveld, toont zijn robuuste ontwerp en vleugels, klaar voor opstijgen.

De Lockheed Model 18 Lodestar is een Amerikaans passagiersvliegtuig uit de Tweede Wereldoorlog, ontwikkeld als onderdeel van de Model 10 Electra-familie, specifiek afgeleid van de Lockheed Model 14 Super Electra. Ondanks zijn oorsprong in de civiele luchtvaart, speelde de Lodestar een cruciale rol tijdens de oorlog, met verschillende militaire varianten die werden ingezet door de Amerikaanse strijdkrachten en bondgenoten.

Ontwikkeling en ontwerp

Achtergrond van de ontwikkeling

De Lockheed Model 14 Super Electra, die in 1937 voor het eerst vloog, werd aanvankelijk geprezen om zijn uitstekende prestaties. Echter, de hoge operationele kosten, in vergelijking met het alomtegenwoordige Douglas DC-3, resulteerden in teleurstellende verkoopcijfers. Om de economische levensvatbaarheid van het vliegtuig te verbeteren, besloot Lockheed het ontwerp aan te passen. Het belangrijkste ontwerpkenmerk van de Model 18 Lodestar was de verlenging van de romp met 1,68 meter (5 voet 6 inch), waardoor twee extra rijen stoelen konden worden toegevoegd. Dit bracht het totale passagierscapaciteit naar 18, waardoor de economische voordelen van het toestel aanzienlijk werden verbeterd.

Prototypen en eerste vlucht

De eerste Lodestar werd omgebouwd uit een Lockheed Model 14 die was teruggestuurd door Northwest Airlines na een reeks ongelukken. Deze omgebouwde versie, nu aangeduid als Model 18, maakte zijn eerste vlucht op 21 september 1939. Lockheed bouwde vervolgens nog twee prototypen, eveneens omgebouwde Model 14’s, met de eerste nieuw gebouwde Model 18 die op 2 februari 1940 de lucht in ging. Uiteindelijk werden er 625 Lodestars in verschillende varianten geproduceerd .

Specificaties van de Lockheed Model 18 Lodestar

Algemene kenmerken

  • Bemanning: 3
  • Capaciteit: 18 passagiers
  • Lengte: 15,19 m (49 ft 10 in)
  • Spanwijdte: 19,96 m (65 ft 6 in)
  • Hoogte: 3,61 m (11 ft 10 in)
  • Vleugeloppervlak: 51,2 m² (551 sq ft)
  • Leeggewicht: 5.670 kg (12.500 lb)
  • Max. startgewicht: 9.525 kg (21.000 lb)
  • Aandrijving: 2 × Wright R-1820-87 negen-cilinder luchtgekoelde radiale motoren, elk 1.200 pk (890 kW)

Prestatiekenmerken

  • Maximumsnelheid: 428 km/u (266 mph) op 530 m (1.750 ft)
  • Kruissnelheid: 320 km/u (200 mph)
  • Bereik: 4.000 km (2.500 mi)
  • Dienstplafond: 9.200 m (30.100 ft)
  • Klim naar 3.000 m (10.000 ft): 6,6 minuten .

Operationele geschiedenis

Eerste commerciële successen

De Lockheed Model 18 Lodestar ontving zijn Typecertificaat op 30 maart 1940 en maakte kort daarna zijn debuut bij Mid-Continent Airlines. Ondanks het verbeterde economische profiel, bleef de verkoop in de Verenigde Staten relatief beperkt, voornamelijk omdat veel Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen al grote investeringen hadden gedaan in de Douglas DC-3. Slechts 31 Lodestars werden verkocht aan binnenlandse luchtvaartmaatschappijen. Internationaal gezien was de Lodestar echter succesvoller. Grote klanten waren onder andere South African Airways (21 toestellen), New Zealand National Airways Corporation (13), Trans-Canada Air Lines (12), en BOAC (9). Bovendien kocht de Koninklijke Luchtmacht van het Nederlands-Indisch Leger 29 exemplaren .

Militaire toepassingen

Toen de Verenigde Staten hun militaire luchtmacht begonnen op te bouwen in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog, werden veel civiele Lodestars in beslag genomen en opnieuw ingezet als militaire transportvliegtuigen, aangeduid als C-56. Naast deze omgebouwde toestellen werden er ook nieuwe militaire varianten gebouwd, zoals de C-60 voor de Amerikaanse Luchtmacht en de R5O voor de Amerikaanse Marine en het Korps Mariniers. Dankzij de Lend-Lease-overeenkomst werden Lodestars ook gebruikt door bondgenoten, waaronder de Royal New Zealand Air Force .

Een bijzonder exemplaar werd in 1942 gekocht om te dienen als het persoonlijke vliegtuig van de Braziliaanse president Getúlio Vargas. Dit toestel was speciaal ontworpen met 11 zitplaatsen om te voldoen aan de vereisten voor presidentieel vervoer .

Naoorlogse civiele inzet

Na de oorlog werden veel Lodestars teruggebracht naar civiele dienst. Ze werden vooral populair als zakenvliegtuig. Bedrijven zoals Dallas Aero Service en PacAero waren actief in het ombouwen van militaire Lodestars naar civiele uitvoeringen, zoals de DAS Dalaero en de Learstar. Howard Aero ontwikkelde de Howard 250, waarvan enkele exemplaren werden omgebouwd naar een uitvoering met driewielig landingsgestel .

Hoewel de overgebleven Lodestars van de New Zealand National Airways Corporation in 1951/52 werden verkocht aan buitenlandse klanten, werden later nog zes toestellen geïmporteerd en omgebouwd voor gebruik in de landbouw, specifiek voor het uitstrooien van kunstmest vanuit de lucht (aerial topdressing). Daarnaast werd een enkele Lodestar ingezet door de Israëlische Luchtmacht tijdens de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948 .

In de jaren 1970 en 1980 werden een aantal Lodestars in de Verenigde Staten gebruikt voor parachutespringen, waarbij hun robuustheid en betrouwbaarheid hen tot een populaire keuze maakten binnen de skydiving-gemeenschap .

Conclusie

De Lockheed Model 18 Lodestar was een veelzijdig vliegtuig dat zowel in civiele als in militaire sferen zijn sporen heeft nagelaten. Hoewel het commercieel gezien niet het succes kende van zijn tijdgenoot, de Douglas DC-3, bood het door zijn aanpassingen en diverse uitvoeringen toch een waardevolle bijdrage aan zowel de luchtvaartindustrie als de militaire luchtmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog en de jaren daarna. De legacy van de Lodestar leeft voort in zijn vele naoorlogse ombouwen en de invloed die het heeft gehad op de ontwikkeling van civiele en militaire luchtvaart.

Bronnen en meer informatie

  1. Francillon, R.J. (1982). Lockheed Aircraft since 1913. Putnam Aeronautical Books.
  2. Wegg, J. (1990). General Dynamics Aircraft and Their Predecessors. Naval Institute Press.
  3. Bowers, P.M. (1979). The American Aircraft Factory in World War II. Specialty Press.
  4. Bronnen Mei1940
  5. Afbeelding: NAC ZK-AJM.JPG Public Domain Wiki Commens