De Junkers Ju 52/3m, bekend onder bijnamen als “Tante Ju” en “Iron Annie”, was een veelzijdig transportvliegtuig dat door de Duitse vliegtuigfabrikant Junkers werd ontworpen en geproduceerd. Hoewel het aanvankelijk in 1930 werd geïntroduceerd als civiel passagiersvliegtuig, werd het later door het nazi-regime omgebouwd tot militair transportvliegtuig. Dit artikel onderzoekt de ontwikkeling, het ontwerp en de operationele geschiedenis van de Ju 52, zowel in civiele als militaire dienst.
Inhouds opgave
Ontwikkeling van de Junkers Ju 52
Oorsprong en vroege ontwikkeling
De ontwikkeling van de Ju 52 begon eind jaren 1920 onder leiding van de Duitse luchtvaartingenieur Ernst Zindel. De Ju 52 werd ontworpen met een karakteristieke gegolfde duraluminium buitenkant, een materiaal dat door Junkers werd gepionierd en eerder werd toegepast op andere toestellen zoals de Junkers F 13 en de recordbrekende Junkers W 33. De gegolfde bekleding bood een grotere structurele sterkte, hoewel dit ook resulteerde in een hogere aerodynamische weerstand.
Het toestel maakte zijn eerste vlucht op 13 oktober 1930. Het oorspronkelijke ontwerp was bedoeld als een eenmotorige vrachtvariant (Ju 52/1m) en een driemotorige passagiersversie (Ju 52/3m). De driemotorige versie bleek echter veel populairder en werd uiteindelijk de dominante productielijn. In eerste instantie werd de Ju 52/3m gebruikt als een 17-zits passagiersvliegtuig door verschillende civiele luchtvaartmaatschappijen in de jaren 1930.
Specificaties van de Junkers Ju 52/3m g3e
Algemene kenmerken
- Bemanning: 2 (piloot en co-piloot)
- Capaciteit: 17 passagiers of maximaal 18 volledig uitgeruste soldaten
- Lengte: 19 m (62 ft)
- Spanwijdte: 29 m (96 ft)
- Hoogte: 5,5 m (18,2 ft)
- Vleugeloppervlak: 110,50 m² (1.189,4 ft²)
- Leeggewicht: 5.720 kg (12.610 lb)
- Maximaal startgewicht: 10.500 kg (23.146 lb)
- Aandrijving: 3 × BMW 132A-3 9-cilinder luchtgekoelde radiaalmotoren, elk 510 kW (680 pk) voor de start
- Propellers: 2-bladige vaste spoedpropeller
Prestaties
- Maximale snelheid: 265,5 km/u (165 mph) op zeeniveau
- Kruissnelheid: 246 km/u (153 mph) op 910 m (3.000 ft)
- Bereik: 1.000 km (620 mijl)
- Dienstplafond: 5.900 m (19.360 ft)
- Klimsnelheid: 3,9 m/s (770 ft/min)
- Tijd naar 3.000 m hoogte: 17 minuten en 30 seconden
- Vleugelbelasting: 83,35 kg/m² (17,07 lb/ft²)
- Vermogen/gewichtsverhouding: 7,95 kg/kW
Bewapening
- Machinegeweren:
- 1 × 7,92 mm MG 15 of 13 mm MG 131 machinegeweer in een dorsale positie (bovenop het vliegtuig)
- 1 × 7,92 mm MG 15 machinegeweer in een semi-retractable “dustbin” geschutskoepel aan de onderkant van het vliegtuig
- Bommenlast: Tot 500 kg (1.100 lb) aan bommen
Deze specificaties maakten de Ju 52 geschikt voor zowel transport- als lichte bombardementstaken, hoewel het toestel in de praktijk vooral als transportvliegtuig werd ingezet.
Militaire toepassing
In 1933, na de machtsovername door de nazi’s, werd Junkers gedwongen om militaire versies van de Ju 52 te produceren, ondanks de bezwaren van de oprichter, Hugo Junkers. Hij verzette zich tegen het gebruik van zijn ontwerpen voor oorlogsdoeleinden, maar het regime dwong hem uiteindelijk om zijn bedrijf aan de staat over te dragen, wat leidde tot zijn dood onder verdachte omstandigheden in 1935.
De militaire variant, de Ju 52/3mg3e, werd in 1934 geïntroduceerd voor de Luftwaffe. Dit model kon worden ingezet als middelzware bommenwerper en was uitgerust met twee machinegeweren en kon een bemanning van vier personen herbergen. In de jaren voorafgaand aan en tijdens de Tweede Wereldoorlog werden verschillende verbeterde modellen ontwikkeld, zoals de Ju 52/3mg7e, die was uitgerust met een automatische piloot en vergrote deuren voor vracht- en troepentransport.
Technische specificaties en ontwerpkenmerken
De Ju 52 was ontworpen als een laagdekker met een cantilevervleugel, waarbij het middenstuk was geïntegreerd in de romp, die ook dienstdeed als onderkant van het vliegtuig. De vleugels waren uitgerust met smalle bedieningsvlakken die zowel als rolroeren als flappen functioneerden, wat leidde tot de naam Doppelflügel (dubbele vleugel). Het gebruik van gegolfd duraluminium voor de bekleding van het vliegtuig zorgde voor extra structurele sterkte en torsiestijfheid.
Het toestel werd in zijn uiteindelijke configuratie aangedreven door drie radiaalmotoren, oorspronkelijk Pratt & Whitney R-1690 Hornet-motoren, later vervangen door BMW 132-motoren, een doorontwikkeling van het oorspronkelijke Pratt & Whitney-ontwerp. Deze motoren waren gemonteerd in karakteristieke NACA-motorkappen, die de aerodynamische weerstand verminderden.
De Ju 52 had een vast landingsgestel, waarbij sommige varianten werden uitgerust met drijvers of ski’s voor operaties vanaf water of sneeuw. Het toestel kon tot 18 volledig uitgeruste soldaten vervoeren of 12 brancards in een medische evacuatieconfiguratie. Voor de bevoorrading van troepen vanuit de lucht had het vliegtuig dubbele chutes en bomdeuren voor het droppen van parachutisten en voorraden.
Operationele geschiedenis
Civiel gebruik vóór de oorlog
In de jaren 1930 was de Ju 52 een populaire keuze voor luchtvaartmaatschappijen wereldwijd. Zo nam het Duitse Luft Hansa in 1932 zijn eerste exemplaar in gebruik en voerde het routinematig vluchten uit op routes zoals Berlijn-Rome en Berlijn-Londen. In totaal werden er door Luft Hansa 231 Ju 52’s gebruikt voor hun operaties in Europa, Azië en Zuid-Amerika.
Militaire operaties tijdens de Tweede Wereldoorlog
De Ju 52 speelde een cruciale rol in verschillende militaire operaties tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ondanks zijn verouderde ontwerp bleef het toestel de ruggengraat van de Luftwaffe’s transportvloot. Bij het uitbreken van de oorlog beschikte de Luftwaffe over 552 Ju 52’s, die op grote schaal werden ingezet voor troepenverplaatsingen en luchtbevoorrading.
Operatie Weserübung, de Duitse aanval op Denemarken en Noorwegen in april 1940, markeerde een van de eerste grootschalige militaire inzet van de Ju 52. Het toestel vervoerde troepen en materieel naar strategische locaties en speelde een belangrijke rol bij de verovering van Noorse vliegvelden.
Tijdens de Slag om Kreta in mei 1941, werden bijna 500 Ju 52’s ingezet om de Duitse luchtlandingstroepen op het eiland te droppen. Ondanks het uiteindelijke succes van de operatie leed de Luftwaffe zware verliezen: 170 Ju 52’s gingen verloren en 4.500 man personeel kwam om het leven of raakte gewond.
In Noord-Afrika was de Ju 52 het belangrijkste transportvliegtuig voor de Duitse troepen, vooral tijdens de bevoorradingsoperaties naar Tunesië in de winter van 1942-1943. Deze operaties werden uiteindelijk gedwarsboomd door geallieerde luchtaanvallen, waaronder de Palm Sunday Massacre in april 1943, waarbij 24 Ju 52’s werden neergeschoten.
Naoorlogse productie en gebruik
Na de oorlog werd de productie van de Ju 52 voortgezet in andere landen. In Frankrijk werd het toestel geproduceerd door Avions Amiot als de Amiot AAC.1 Toucan, terwijl in Spanje de CASA 352 werd gebouwd door Construcciones Aeronáuticas SA. Veel van deze toestellen bleven tot ver in de jaren 1980 in gebruik bij zowel militaire als civiele operators.
Conclusie
De Junkers Ju 52 was zonder twijfel een van de meest veelzijdige vliegtuigen van zijn tijd. Zijn robuuste ontwerp en aanpassingsvermogen maakten het geschikt voor een breed scala aan toepassingen, zowel civiel als militair. Hoewel het tijdens de Tweede Wereldoorlog vooral werd geassocieerd met de Luftwaffe, had het toestel ook een langdurige civiele carrière die tot ver na de oorlog doorging. De blijvende aanwezigheid van de Ju 52 in musea en op luchtshows wereldwijd getuigt van zijn belangrijke rol in de luchtvaartgeschiedenis.
Bronnen en meer informatie
- Smith, J. Richard: Junkers Aircraft and Engines 1913-1945. Putnam & Company, Londen, 1970.
- Nowarra, Heinz J.: Junkers Ju 52: Aircraft and Legend. Schiffer Publishing Ltd, Atglen, PA, 1991.
- Hooton, E.R.: Luftwaffe at War: Gathering Storm 1933-1939. Classic Publications, 1999.
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding: See page for author, Public domain, via Wikimedia Commons