Johannes Blaskowitz: Duitse generaal en zijn rol in WOII

Johannes Blaskowitz, Duitse generaal, in uniform tijdens zijn diensttijd als commandant in de vroege jaren van de Tweede Wereldoorlog.
Johannes Blaskowitz, Duitse generaal, tijdens de invasie van Polen in 1939, een sleutelfiguur in vroege WOII-operaties.

Johannes Albrecht Blaskowitz (10 juli 1883 – 5 februari 1948) was een Duitse generaal (Generaloberst) die diende tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij ontving hoge militaire onderscheidingen, waaronder het Ridderkruis van het IJzeren Kruis met Eikenloof en Zwaarden. Blaskowitz stond bekend om zijn militaire bekwaamheid en zijn memoranda waarin hij protesteerde tegen misdaden begaan door de SS in bezet Polen. Zijn standpunten over oorlogsmisdaden leidden tot spanningen met de nazipartijtop en beperkten zijn promotiekansen binnen het Duitse leger.

Vroege jaren

Johannes Blaskowitz werd op 10 juli 1883 geboren in Paterswalde, een klein dorp in Oost-Pruisen (tegenwoordig Bolshaya Polyana, Rusland). Hij groeide op als zoon van een protestantse predikant, Hermann Blaskowitz, en diens vrouw Marie Kuhn. In 1894 begon hij zijn militaire opleiding aan de cadettenschool in Köslin (nu Koszalin, Polen) en vervolgde die in Berlijn-Lichterfelde. In 1901 trad hij toe tot het Pruisische leger als cadet-officier.

Eerste Wereldoorlog

Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende Blaskowitz zowel aan het oostelijke als westelijke front. Hij werkte voor de Generale Staf en werd later commandant van een infanterie-eenheid. Zijn moedige optreden leverde hem de onderscheiding van het IJzeren Kruis op. Gedurende de oorlog klom hij op in de militaire hiërarchie, wat de basis legde voor zijn verdere carrière in het interbellum.

Interbellum en Weimarrepubliek

Na de oorlog werd Blaskowitz opgenomen in de Reichswehr, het beperkte Duitse leger dat was toegestaan onder het Verdrag van Versailles. Hij bleef gestaag stijgen in rang en werd uiteindelijk benoemd tot generaal in de jaren 30. Blaskowitz stond bekend om zijn traditionele opvattingen over de neutraliteit van de strijdkrachten, wat betekende dat hij terughoudend stond tegenover politieke inmenging door de nazipartij na de machtsovername in 1933.

De bezetting van Tsjecho-Slowakije

In 1939 leidde Blaskowitz de Duitse troepen die Tsjecho-Slowakije bezetten. Hij werd gepromoveerd tot generaal der infanterie en kreeg het bevel over het Achtste Leger kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Tijdens deze periode stond hij bekend om zijn ordelijke benadering van militaire operaties, hoewel hij aanvankelijk kritiek kreeg vanwege een slecht vertaalde aankondiging die werd uitgegeven in het Tsjechisch.

Tweede Wereldoorlog: Invasie van Polen

Tijdens de invasie van Polen in september 1939 kreeg Blaskowitz het bevel over het Achtste Leger, dat deel uitmaakte van Legergroep Zuid onder bevel van Gerd von Rundstedt. Zijn leger was verantwoordelijk voor gevechten in het noorden van het front en nam deel aan de Slag om de Bzura, een van de grootste veldslagen van de campagne. Op 28 september 1939 accepteerde Blaskowitz de overgave van de Poolse troepen en hun commandant, generaal Tadeusz Kutrzeba, in Warschau.

Blaskowitz werd voor zijn prestaties tijdens de campagne onderscheiden met het Ridderkruis van het IJzeren Kruis en benoemd tot Generaloberst. Op 20 oktober 1939 werd hij benoemd tot opperbevelhebber van de oostelijke gebieden in bezet Polen.

Protesten tegen SS-misdaden

Blaskowitz werd een controversieel figuur binnen het Duitse militaire apparaat vanwege zijn protesten tegen de wreedheden die de SS en de Einsatzgruppen begingen in Polen. Hij diende tussen november 1939 en februari 1940 verschillende rapporten in bij het Duitse opperbevel, waarin hij gedetailleerd verslag deed van verkrachtingen, martelingen en massa-executies van Poolse burgers en Joden. Hij bekritiseerde de negatieve impact van deze misdaden op de discipline en moraal van zijn eigen soldaten.

Zijn protesten bereikten Adolf Hitler, die ze afwees als “kinderlijk” en Blaskowitz bespotte vanwege zijn vermeende “leger des heils-mentaliteit”. Dit leidde ertoe dat Blaskowitz uit zijn positie werd verwijderd en dat zijn carrière tijdelijk werd gestagneerd. In de zomer van 1940, na de Duitse overwinning op Frankrijk, was Blaskowitz de enige Generaloberst die niet werd bevorderd tot veldmaarschalk​.

Bezetting van Frankrijk

Na zijn overplaatsing werd Blaskowitz benoemd tot militair gouverneur van Noord-Frankrijk. Later kreeg hij het bevel over het Eerste Leger, dat gestationeerd was in Zuidwest-Frankrijk langs de Atlantische kust. In november 1942 leidde hij de Duitse troepen tijdens Operatie Anton, de volledige bezetting van Vichy-Frankrijk. Hoewel deze operatie succesvol was, mislukte de poging om de Franse vloot in Toulon te veroveren, omdat de schepen door de Fransen zelf tot zinken werden gebracht.

In mei 1944 kreeg Blaskowitz het bevel over Legergroep G, die belast was met de verdediging van Zuid-Frankrijk tegen een verwachte geallieerde invasie. Deze invasie vond plaats op 15 augustus 1944 tijdens Operatie Dragoon. Ondanks beperkte middelen en slecht uitgeruste troepen slaagde Blaskowitz erin om zijn leger in goede orde terug te trekken naar de Elzas, waarbij hij omsingeling door de geallieerden wist te vermijden.

Gevechten in de Westelijke Alpen en Noord-Frankrijk

Nadat zijn troepen gedwongen werden zich terug te trekken richting de Duitse grens, kreeg Blaskowitz in januari 1945 opnieuw een strategisch bevel. Hij leidde Operatie Nordwind, een laatste Duitse tegenaanval in de Elzas. Hoewel de operatie in eerste instantie enige vooruitgang boekte, werd zij uiteindelijk gestopt door het verzet van de geallieerden.

Blaskowitz werd later overgeplaatst naar Nederland, waar hij het bevel over Legergroep H kreeg. Tegen het einde van de oorlog leidde hij een gecontroleerde terugtocht tegen de Britse Tweede Leger. In april 1945 werd hij benoemd tot opperbevelhebber van de resterende Duitse troepen in het noorden van Nederland. Tijdens de hongersnood van 1944-1945 gaf Blaskowitz toestemming voor geallieerde voedseldroppings om de Nederlandse bevolking te helpen​.

Overgave en proces

Op 5 mei 1945 ontmoette Blaskowitz luitenant-generaal Charles Foulkes in Wageningen om de overgave van de Duitse troepen in Nederland te bespreken. De volgende dag ondertekende hij de officiële overgave.

Na de oorlog werd Blaskowitz aangeklaagd tijdens het Neurenbergse Hoog Commissarissenproces. Hij werd beschuldigd van oorlogsmisdaden, waaronder de executie van Duitse deserteurs na de officiële overgave. Tijdens het proces pleegde Blaskowitz op 5 februari 1948 zelfmoord door van een balkon te springen in de rechtbank van Neurenberg. Zijn dood blijft controversieel, omdat veel historici geloven dat hij waarschijnlijk zou zijn vrijgesproken​.

Conclusie

Johannes Blaskowitz vertegenwoordigde een van de meer traditionele militaire leiders binnen het Duitse leger die botsten met de ideologische en criminele ambities van het nazi-regime. Zijn protesten tegen misdaden van de SS en zijn gecompliceerde rol in de bezette gebieden tonen de complexiteit van de Duitse militaire leiding tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ondanks zijn tragische einde blijft hij een onderwerp van historische discussie.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding: St. Brzozowski, Public domain, via Wikimedia Commons
  2. Baratieri, Daniela; Edele, Mark; Finaldi, Giuseppe (2013). Totalitarian Dictatorship: New Histories. Routledge. ISBN 978-1-135-04397-1.
  3. Fredriksen, John C. (2001). America’s Military Adversaries: From Colonial Times to the Present. ABC-Clio. ISBN 978-1-57607-603-3.
  4. Fest, Joachim (1997). Plotting Hitler’s Death. London: Phoenix House. ISBN 978-1-85799-917-4.
  5. Hebert, Valerie (2010). Hitler’s Generals on Trial: The Last War Crimes Tribunal at Nuremberg. Lawrence, Kansas: University Press of Kansas. ISBN 978-0-7006-1698-5.
  6. Heller, Kevin Jon (2008). The Nuremberg Military Tribunals and the Origins of International Criminal Law. Oxford University Press. ISBN 978-0-19-923233-8.
  7. Hilberg, Raul (2003). The Destruction of the European Jews (3rd ed.). New Haven, CT: Yale University Press. ISBN 978-0-300-09557-9.
  8. Kitchen, Martin (2008). The Third Reich: Charisma and Community. Pearson Education. ISBN 978-1-4058-0169-0.
  9. Patzwall, Klaus D.; Scherzer, Veit (2001). Das Deutsche Kreuz 1941–1945 Geschichte und Inhaber Band II. Norderstedt: Verlag Klaus D. Patzwall. ISBN 978-3-931533-45-8.
  10. Scherzer, Veit (2007). Die Ritterkreuzträger 1939–1945. Jena: Scherzers Militaer-Verlag. ISBN 978-3-938845-17-2.
  11. Bronnen Mei1940