De Tweede Italo-Ethiopische Oorlog, ook wel de Tweede Italo-Abessijnse Oorlog genoemd, was een agressieoorlog die van oktober 1935 tot februari 1937 werd uitgevochten tussen Italië en Ethiopië.
In Ethiopië wordt het vaak simpelweg de Italiaanse invasie genoemd en in Italië als de Ethiopische oorlog Het wordt gezien als een voorbeeld van het expansionistische beleid dat de asmogendheden en de ineffectiviteit van de Volkenbond kenmerkte voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.
Op 3 oktober 1935 vielen tweehonderdduizend soldaten van het Italiaanse leger onder leiding van maarschalk Emilio De Bono aan vanuit Eritrea (toen een Italiaans koloniaal bezit) zonder voorafgaande oorlogsverklaring. Tegelijkertijd viel een kleine troepenmacht onder generaal Rodolfo Graziani aan vanuit Italiaans Somalië. Op 6 oktober werd Adwa veroverd, een symbolische plaats voor het Italiaanse leger vanwege de nederlaag in de Slag bij Adwa door het Ethiopische leger tijdens de Eerste Italo-Ethiopische Oorlog.
Op 15 oktober veroverden Italiaanse troepen Aksum en een obelisk die de stad sierde, werd van zijn site gerukt en naar Rome gestuurd om symbolisch te worden geplaatst voor het gebouw van het ministerie van Koloniën dat door het fascistische regime was gecreëerd.