Hr.Ms. Van Kinsbergen was een unieke kanonneerboot van de Koninklijke Marine, gebouwd door de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij eind jaren dertig. Het schip speelde een cruciale rol tijdens de Tweede Wereldoorlog, voornamelijk in de wateren van de Nederlandse West-Indië en het Caribisch gebied. Van Kinsbergen onderscheidde zich door haar veelzijdigheid en veerkracht, wat haar in staat stelde om uiteenlopende missies uit te voeren, van het onderscheppen van vijandelijke schepen tot het redden van overlevenden van getorpedeerde schepen.
Inhouds opgave
Foutieve classificatie als kanonneerboot
Hr.Ms. Van Kinsbergen werd in Nederland geclassificeerd als een kanonneerboot, maar haar capaciteiten en rol tijdens de Tweede Wereldoorlog waren vergelijkbaar met die van een korvet of zelfs een destroyer escort in de Amerikaanse marine. Hoewel ze officieel een kanonneerboot was, doet deze classificatie geen recht aan haar veelzijdigheid en het brede scala aan operaties die ze uitvoerde, van patrouilles tot anti-onderzeeëroorlogvoering. Haar werkelijke prestaties tijdens de oorlog waren significant groter dan wat haar oorspronkelijke classificatie suggereert.
Techniek en uitrusting van Hr.Ms. Van Kinsbergen
- Machinevermogen: 17.000 pk
- Snelheid: 25,5 knopen
- Het tonnage van Hr.Ms. Van Kinsbergen was ongeveer 1.740 ton.
Bewapening bij indienststelling:
- Hoofdbewapening: 4 x 12 cm kanon
- Luchtafweer: 4 x 40 mm mitrailleur en 4 x 12,7 mm mitrailleur
- Anti-onderzeeër Bewapening: 2 x dieptebomrek
Bewapening na 1941:
- Hoofdbewapening: 4 x 12 cm kanon (ongewijzigd)
- Luchtafweer: 3 x 40 mm mitrailleur en 2 x 20 mm mitrailleur
- Anti-onderzeeër Bewapening:
- 2 x dieptebomrek
- 4 x dieptebommortier
- 2 x mousetrap
Sensoren
Hr.Ms. Van Kinsbergen was inderdaad uitgerust met een ASDIC-systeem, een vroege vorm van sonar die werd gebruikt voor het opsporen van onderzeeboten. Dit systeem werd tijdens de Tweede Wereldoorlog standaard op veel geallieerde oorlogsschepen geïnstalleerd om de dreiging van Duitse U-boten tegen te gaan.
In september 1944 werd Hr.Ms. Van Kinsbergen in New York uitgerust met de geavanceerde Amerikaanse SG-radar en het Type QHB ASDIC-systeem (sonar). Deze upgrades verbeterden haar vermogen om vijandelijke onderzeeërs en oppervlaktevaartuigen te detecteren, waardoor ze effectiever werd in patrouille- en anti-onderzeeëroperaties tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Bouw en indienststelling
Hr.Ms. Van Kinsbergen werd op 11 september 1937 te water gelaten door de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij, een prominente scheepswerf in Nederland. Het schip, genoemd naar de 18e-eeuwse Nederlandse admiraal Jan Hendrik van Kinsbergen, werd op 5 januari 1939 te water gelaten en voltooid op 21 augustus 1939. Drie dagen later, op 24 augustus 1939, werd Hr.Ms. Van Kinsbergen officieel in dienst genomen door de Koninklijke Marine.
Van Kinsbergen was ontworpen als een kanonneerboot, een klasse van schepen die in eerste instantie bedoeld was voor patrouille- en escorteeroperaties, met name in koloniale wateren. Ze was kleiner dan een torpedobootjager, maar beschikte over voldoende bewapening om zowel lucht- als zeedoelen effectief te bestrijden. Haar oorspronkelijke bewapening bestond onder andere uit vier 120mm kanonnen, wat haar een formidabele tegenstander maakte in haar klasse.
Het ontwerp van Van Kinsbergen maakte haar bijzonder geschikt voor een breed scala aan taken, wat haar tot een waardevolle aanvulling op de Nederlandse vloot maakte, vooral in de onzekere tijden aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog.
Vroege dienstgeschiedenis en handhaving van neutraliteit
Na haar indienststelling in augustus 1939 vertrok Hr.Ms. Van Kinsbergen op 26 augustus vanuit Den Helder voor haar eerste missie. Ze had de opdracht om de Nederlandse onderzeeboot O 13 te ontmoeten in het Engels Kanaal en deze te begeleiden na diens terugkeer uit de West-Indië. Deze missie markeerde het begin van een actieve periode voor het schip. Op 2 oktober 1939 zette Van Kinsbergen koers naar de Nederlandse West-Indië, vergezeld door de onderzeeërs O 20 en O 15, met als doel het aflossen van de kanonneerboot Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau en het trainen van nieuwe kanonniers.
Hr.Ms. Van Kinsbergen arriveerde op 31 oktober 1939 in Curaçao, waar ze werd ingezet voor patrouilles in het gebied. De Nederlandse regering had in september 1939 de neutraliteit verklaard, en Van Kinsbergen was betrokken bij het handhaven hiervan. Dit leidde tot enkele incidenten waarbij Britse oorlogsschepen, waaronder een torpedobootjager en een kruiser, de Nederlandse territoriale wateren binnenvoeren. Hr.Ms. Van Kinsbergen onderschepte deze schepen, waarbij de situaties vreedzaam werden opgelost zonder dat er geweld werd gebruikt.
Actieve deelname aan de Tweede Wereldoorlog
Op 10 mei 1940 brak de oorlog met Duitsland uit, en Nederland werd onmiddellijk betrokken bij het wereldwijde conflict. In de Nederlandse West-Indië, waar Hr.Ms. Van Kinsbergen gestationeerd was, speelde het schip een cruciale rol bij de bescherming van de koloniale belangen en het waarborgen van de veiligheid op zee.
Intercepties en capturen van vijandelijke schepen
Meteen na het uitbreken van de oorlog kreeg Van Kinsbergen de opdracht om vijandelijke koopvaardijschepen te onderscheppen. Op 10 mei 1940, dezelfde dag dat de oorlog begon, onderschepten bemanningsleden van Van Kinsbergen acht Duitse koopvaardijschepen die zich in de haven van Curaçao bevonden. Deze schepen werden in beslag genomen en in dienst gesteld van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij (KNSM), wat een belangrijke strategische winst betekende voor de geallieerden in de regio.
Hr.Ms. Van Kinsbergen werd op 19 mei 1940 officieel onder het bevel geplaatst van de Britse Commander-in-Chief voor Amerika en de West-Indië. Dit markeerde het begin van haar intensieve samenwerking met de geallieerde strijdkrachten in het Caribisch gebied. Het schip patrouilleerde samen met Britse schepen in de regio, en nam deel aan verschillende zoekoperaties, waaronder een missie in de tweede helft van juli 1940 om de Duitse raider Widder op te sporen, samen met Britse kruisers.
Gedurende de rest van de oorlog zette Van Kinsbergen haar patrouille- en escorteertaken voort in het Caribisch gebied en de Atlantische Oceaan. Het schip nam deel aan talrijke missies, waaronder het onderscheppen van vijandelijke schepen en het redden van overlevenden van getorpedeerde schepen.
Demonstratie van geavanceerde bewapening
Een van de opmerkelijke gebeurtenissen in de loopbaan van Hr.Ms. Van Kinsbergen vond plaats op 20 augustus 1940, toen het schip de Amerikaanse zware kruiser USS Tuscaloosa ontmoette ergens in de Atlantische Oceaan. Tijdens deze ontmoeting demonstreerde Van Kinsbergen de effectiviteit van haar 40mm Bofors-kanonnen, die gestabiliseerd waren op een Hazemeyer-patentaffuit. Dankzij de uitstekende vuurleiding en stabilisatie konden de kanonniers van Van Kinsbergen opmerkelijke resultaten bereiken, wat grote indruk maakte op de Amerikaanse marine.
Deze demonstratie leidde ertoe dat de Verenigde Staten het Hazemeyer-systeem wilden overnemen voor hun eigen schepen. Omdat de Zweden, die de Bofors-kanonnen hadden ontwikkeld, terughoudend waren om de blauwdrukken vrij te geven, verkregen de Amerikanen deze uiteindelijk via de Koninklijke Marine. De blauwdrukken waren veilig opgeslagen in Nederlands-Indië, dat destijds nog niet door Japan was bezet. Na de oorlog werd Zweden hiervoor gecompenseerd.
Inbeslagname van de Vichy-Franse Liner SS Winnipeg
Op 26 mei 1941 behaalde Hr.Ms. Van Kinsbergen een van haar meest opmerkelijke successen toen ze het Vichy-Franse passagiersschip SS Winnipeg onderschepte. Dit schip werd naar Port of Spain, Trinidad, gebracht en overgedragen aan het Britse Ministry of War Transport. De inbeslagname van dit schip was een belangrijke bijdrage aan de geallieerde inspanningen, aangezien het verhinderde dat het schip door de asmogendheden kon worden gebruikt.
Patrouilles en herstellingen
Van december 1940 tot juni 1941 slaagde Van Kinsbergen erin om in totaal 12 vijandelijke schepen in beslag te nemen, met een gezamenlijke tonnage van 49.486 ton. Dit was een aanzienlijke prestatie, gezien de beperkte middelen waarover de Koninklijke Marine op dat moment beschikte.
Op 7 juli 1941 vertrok Hr.Ms. Van Kinsbergen uit Curaçao voor een uitgebreide onderhoudsperiode in Liverpool, Engeland, waar ze op 24 juli 1941 aankwam. Na een periode van herstelwerkzaamheden was het schip op 6 september 1941 weer operationeel en keerde het terug naar de West-Indië om haar patrouilletaken te hervatten.
Op 2 januari 1942 werd Van Kinsbergen toegewezen aan Task Force 6.3 van het Caribbean Patrol Force-commando, waarmee ze haar rol in de geallieerde oorlogsvoering in het Caribisch gebied voortzette. Van Kinsbergen speelde een essentiële rol bij het zoeken naar de Duitse onderzeeër U-130, die op 19 april 1942 Curaçao had gebombardeerd.
In april 1942 moest het schip echter de West-Indië verlaten voor dringende reparaties. Via Key West voer ze naar de Norfolk Naval Shipyard in de Verenigde Staten, waar ze werd gerepareerd. Op 28 oktober 1942 was Van Kinsbergen weer in dienst, gereed om haar missies te hervatten.
Latere oorlogsactiviteiten en reparaties
Na haar herstel in de Norfolk Naval Shipyard in oktober 1942 hervatte Hr.Ms. Van Kinsbergen haar patrouille- en escorteeroperaties in het Caribisch gebied. Deze periode was intensief, aangezien de dreiging van Duitse onderzeeërs in de Atlantische Oceaan groot bleef. Van Kinsbergen speelde een cruciale rol in de bescherming van geallieerde konvooien tegen deze bedreiging.
Patrouilles en “Killer-Group” Operaties
Tot april 1944 bleef Van Kinsbergen actief betrokken bij patrouilles en escorteoperaties. Op 16 april 1944 keerde het schip terug naar Norfolk voor opnieuw een onderhoudsbeurt. Kort daarna, op 23 juli 1944, zette ze koers naar New York voor verdere onderhoudswerkzaamheden en om deel te nemen aan trainings- en oefenmissies. Tijdens deze periode werd Van Kinsbergen toegewezen aan een zogenoemde “Killer-Group,” een eenheid die gespecialiseerd was in het opsporen en vernietigen van vijandelijke onderzeeërs in de westelijke Atlantische Oceaan. Het schip verdiende in deze periode de bijnaam “Flying Dutchman” vanwege haar snelheid en effectiviteit in operaties.
In september 1944 werd Van Kinsbergen uitgerust met een nieuw asdic-systeem, een vroege vorm van sonar, samen met een geavanceerd zoekradarsysteem in New York. Deze verbeteringen maakten haar nog effectiever in het detecteren en bestrijden van vijandelijke onderzeeërs, wat essentieel was gezien de voortdurende dreiging van Duitse U-boten.
Laatste oorlogsjaren en terugkeer naar Europa
Op 30 december 1944 verliet Hr.Ms. Van Kinsbergen het Caribisch gebied en keerde terug naar Curaçao. Kort daarna, op 10 januari 1945, zette het schip koers naar Plymouth, Engeland. Hier bleef ze slechts drie dagen voor ze naar de Shadwell New Basin in Londen vertrok, waar ze bleef tot 29 augustus 1945. Gedurende deze periode in Londen was Hr.Ms. Van Kinsbergen voornamelijk betrokken bij taken die verband hielden met de afsluiting van de oorlog, inclusief logistieke ondersteuning en de repatriëring van troepen.
Naoorlogse carrière en transformatie
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog keerde Hr.Ms. Van Kinsbergen op 31 augustus 1945 terug naar Nederland, waar ze aankwam in de haven van Rotterdam. Ze onderging daar een uitgebreide reparatie bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij, haar oorspronkelijke bouwers. Deze reparaties waren nodig na de intensieve oorlogsjaren waarin het schip aan zware belasting had blootgestaan.
Missie naar Nederlands-Indië en terugkeer
Op 14 oktober 1945 vertrok Van Kinsbergen voor een nieuwe missie, dit keer naar de Nederlandse kolonie in het Verre Oosten, Nederlands-Indië. Deze missie was vooral van diplomatieke en strategische aard, gericht op het herstellen van de Nederlandse controle over de kolonie na de Japanse bezetting en de daaropvolgende Indonesische Onafhankelijkheidsstrijd. Precies een jaar later, in oktober 1946, keerde het schip terug naar Nederland, waarmee een belangrijk hoofdstuk in haar operationele loopbaan werd afgesloten.
Conversie tot fregat
In 1951 werd Hr.Ms. Van Kinsbergen omgebouwd tot fregat, een type schip dat beter was uitgerust voor moderne marine-operaties in de naoorlogse periode. Tijdens deze conversie werden de vier 120mm kanonnen vervangen door twee 102mm kanonnen, wat het schip een effectievere rol gaf in anti-onderzeeëroperaties en andere taken in de context van de Koude Oorlog.
Latere operaties en ombouw tot logementschip
Op 12 februari 1952 begon Hr.Ms. Van Kinsbergen aan een nieuwe reis naar Nieuw-Guinea en Australië, waarbij ze Nederlandse belangen in deze regio’s behartigde. Na een succesvolle missie keerde het schip op 4 februari 1955 terug naar Nederland.
In 1955 werd Van Kinsbergen omgebouwd tot logementschip in Vlissingen. Dit betekende het einde van haar actieve militaire dienst. De conversie werd voltooid op 1 november 1955, waarna ze voornamelijk werd gebruikt als accommodatie voor marinepersoneel.
Buitendienststelling en kanonneerboot
Na haar conversie tot logementschip in 1955 diende Hr.Ms. Van Kinsbergen nog enkele jaren als accommodatie voor marinepersoneel. Haar laatste officiële dienstjaren waren relatief rustig in vergelijking met haar actieve oorlogsjaren. Uiteindelijk, na twee decennia van dienst, werd het schip op 29 mei 1959 formeel uit dienst gesteld.
Na haar buitendienststelling bleef Hr.Ms. Van Kinsbergen nog enige tijd behouden als logementschip, maar in 1974 werd besloten om het schip te verkopen voor de kanonneerboot. Op 19 mei 1974 werd het schip verkocht aan het Belgische bedrijf Van Heyghen voor een bedrag van 515.000 gulden. Hiermee kwam een einde aan de lange en veelzijdige carrière van een schip dat een belangrijke rol had gespeeld in de Nederlandse maritieme geschiedenis.
Conclusie
Hr.Ms. Van Kinsbergen was een schip dat, ondanks haar bescheiden omvang en oorspronkelijke rol als kanonneerboot, een indrukwekkende bijdrage leverde aan de inspanningen van de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Van het onderscheppen van vijandelijke schepen in het Caribisch gebied tot het beschermen van geallieerde konvooien tegen de dreiging van Duitse onderzeeërs, Van Kinsbergen bewees keer op keer haar waarde. Zelfs na de oorlog bleef ze relevant, door haar rol in de herbevestiging van Nederlandse controle in Nederlands-Indië en haar latere ombouw tot een modern fregat.
De geschiedenis van Hr.Ms. Van Kinsbergen toont aan hoe een schip, door zijn veelzijdigheid en het aanpassingsvermogen van zijn bemanning, een blijvende indruk kan achterlaten op de maritieme geschiedenis. Haar dienstjaren vormen een belangrijke herinnering aan de uitdagingen en successen van de Koninklijke Marine in een van de meest turbulente periodes van de 20e eeuw.