HMS Nelson: Engels slagschip in de Tweede wereldoorlog

HMS Nelson met bemanning opgesteld, varend naar een station van de Oost-Indische vloot, met kenmerkende geschuttorens en superstructuur.
HMS Nelson met opgestelde bemanning, varend naar haar positie bij de Oost-Indische vloot tijdens een vlootoefening.

HMS Nelson was het eerste slagschip van de Royal Navy dat werd ontworpen volgens de beperkingen van het Washington Naval Treaty van 1922. Het verdrag stelde een limiet van 35.000 ton waterverplaatsing en een maximale kanonkaliber van 16 inch, bedoeld om een wapenwedloop op zee te voorkomen. De Nelson-klasse, bestaande uit HMS Nelson en HMS Rodney, werd ontworpen om de vuurkracht van de Amerikaanse Colorado-klasse en de Japanse Nagato-klasse te evenaren, maar met een kleiner tonnage.

De bouw begon in december 1922, en HMS Nelson werd te water gelaten in september 1925. In 1927 werd ze in dienst genomen als vlaggenschip van de Atlantic Fleet.

Technische Specificaties

HMS Nelson had een lengte van 216,4 meter, een breedte van 32,3 meter en een diepgang van 9,2 meter. Het schip had een standaard waterverplaatsing van 33.300 ton en een volle waterverplaatsing van 37.780 ton. De voortstuwing werd geleverd door twee sets Brown-Curtis-stoomturbines, aangedreven door acht Admiralty-driedrumsketels, met een totaal vermogen van 45.000 shp (34.000 kW). Dit gaf haar een maximale snelheid van 23 knopen (43 km/u) en een actieradius van 7.000 nautische mijlen bij een kruissnelheid van 16 knopen.

Bewapening

De hoofdwapens van HMS Nelson bestonden uit negen 16-inch (406 mm) kanonnen, gemonteerd in drie geschuttorens aan de voorkant van het schip. Dit unieke ontwerp werd gekozen om het pantser en de bewapening binnen de tonnagebeperkingen te optimaliseren. De secundaire bewapening bestond uit twaalf 6-inch (152 mm) kanonnen in zes geschuttorens, drie aan elke zijde. Voor luchtafweer was het schip uitgerust met zes 4,7-inch (120 mm) kanonnen en acht 40 mm “pom-pom”-kanonnen. Daarnaast beschikte ze over twee onderwater-torpedobuizen van 622 mm.

Bescherming

HMS Nelson had een zware bepantsering, met een 14-inch dikke waterlijnriem en een dekpantser variërend van 3,75 tot 6,25 inch. De geschuttorens waren beschermd met 16-inch dikke pantserplaten aan de voorzijde, terwijl het dakpantser 7,25 inch dik was. Een innovatief onderdeel van de bescherming was de dubbele bodem en een torpedoschot van 1,5 inch dik, ontworpen om torpedoschade te minimaliseren.

Innovaties en Beperkingen

De Nelson-klasse stond bekend om haar compromis ontwerp. Hoewel de krachtige bewapening en zware bepantsering indrukwekkend waren, ging dit ten koste van snelheid en wendbaarheid. Het ontwerp kreeg ook kritiek vanwege de ongebruikelijke plaatsing van alle hoofdgeschuttorens aan de voorkant, wat leidde tot operationele beperkingen bij het schieten naar achteren.

De Vredestijd Carrière van HMS Nelson

Dienstjaren in de Atlantic en Home Fleet

Na haar indienststelling op 15 augustus 1927 werd HMS Nelson het vlaggenschip van de Atlantic Fleet, die in 1932 werd omgedoopt tot de Home Fleet. Ze bleef deze functie vervullen gedurende haar vredestijdcarrière, met enkele onderbrekingen voor onderhoud en reparaties. Als vlaggenschip fungeerde ze als een drijvend commandocentrum en symboliseerde de kracht van de Royal Navy in het interbellum.

De bemanning van HMS Nelson bestond uit 1.361 officieren en matrozen wanneer ze als vlaggenschip diende, en 1.314 als regulier schip. Onder haar bemanning bevond zich Prins George, de vierde zoon van koning George V, die in 1927-1928 als luitenant op het schip diende.

Belangrijke Gebeurtenissen

Invergordon Mutiny (1931)

Een van de meest opvallende incidenten in haar vroege carrière was de Invergordon Mutiny in september 1931. Matrozen van verschillende schepen, waaronder HMS Nelson, weigerden uit te varen vanwege aangekondigde loonsverlagingen. Hoewel de muiterij vreedzaam verliep, benadrukte het incident de economische spanningen binnen de Royal Navy tijdens de Grote Depressie. Uiteindelijk werd het geschil opgelost door een herziening van de loonsverlagingen, en de orde werd hersteld.

Internationale Bezoeken en Diplomatieke Rollen

HMS Nelson speelde een prominente rol in diplomatieke evenementen, waaronder:

  • Het ontvangen van koning Amanullah van Afghanistan tijdens oefeningen in 1928 bij Portland.
  • Deelname aan de Silver Jubilee Fleet Review van koning George V in 1935 en de Coronation Fleet Review van koning George VI in 1937.

Daarnaast voerde ze oefeningen en goodwillbezoeken uit naar buitenlandse havens, waaronder een bezoek aan Lissabon in 1938, samen met haar zusterschip HMS Rodney.

Oefeningen en Ongevallen

HMS Nelson nam regelmatig deel aan grootschalige vlootoefeningen, die cruciaal waren voor het testen en verbeteren van de tactieken van de Royal Navy. Echter, de omvang en het ontwerp van het schip leidden soms tot incidenten:

  • In januari 1934 liep ze aan de grond bij Southsea. Het incident werd toegeschreven aan haar slechte manoeuvreerbaarheid bij lage snelheid, maar het schip liep geen blijvende schade op.
  • In maart 1931 botste ze in dichte mist met het vrachtschip SS West Wales nabij Spanje. Beide schepen liepen lichte schade op.
HMS Nelson op zee in de Firth of Forth, september 1940, met golven brekend over haar boeg, gezien vanaf HMS Rodney.
HMS Nelson op zee in september 1940, gezien vanaf zusterschip HMS Rodney, met golven die over de boeg slaan.

HMS Nelson in de Tweede Wereldoorlog

Vroege Oorlogsoperaties (1939–1941)

Toen Groot-Brittannië op 3 september 1939 de oorlog aan Duitsland verklaarde, werd HMS Nelson ingezet bij patrouilles in de noordelijke wateren tussen IJsland, Noorwegen en Schotland. Haar eerste maanden van oorlogsdienst waren gericht op het onderscheppen van Duitse koopvaardijschepen en het beschermen van vitale konvooien.

Mijnschade en Reparaties

Op 4 december 1939 liep HMS Nelson ernstige schade op door een magnetische mijn die was gelegd door de Duitse onderzeeër U-31 nabij Loch Ewe, Schotland. De explosie veroorzaakte een groot gat in haar romp, waardoor de torpedoruimte onder water kwam te staan. Na noodreparaties in Gibraltar werd ze naar Portsmouth gestuurd, waar ze tot augustus 1940 uitgeschakeld was voor uitgebreide reparaties. Gedurende deze periode werd het schip uitgerust met haar eerste radarinstallatie, een Type 279-radar, bedoeld voor vroege lucht- en oppervlaktesurveillance.

Aanpassing van haar bewapening

Tijdens deze reparaties werden ook andere aanpassingen doorgevoerd. Haar luchtafweer werd versterkt met extra 2-ponder “pom-pom” kanonnen en ongeleide raketlanceerders van het type UP (Unrotated Projectile), gemonteerd op de daken van de geschuttorens.

Operaties in de Middellandse Zee (1941–1943)

Convoy-escortes en Torpedoschade

In 1941 escorteerde HMS Nelson meerdere konvooien door de Middellandse Zee, waaronder Operatie Halberd, een poging om Malta te bevoorraden. Tijdens deze missie, in september 1941, werd ze getroffen door een Italiaanse torpedo. De schade was aanzienlijk, en ze moest opnieuw gerepareerd worden, ditmaal in Rosyth, Schotland. Tijdens deze reparaties werd haar radar verbeterd met de installatie van de Type 284-radar, specifiek ontworpen voor vuurleiding van haar hoofdbatterij.

Operatie Torch

HMS Nelson speelde een rol tijdens Operatie Torch in november 1942, de geallieerde invasie van Noord-Afrika. Als onderdeel van Force H ondersteunde ze de landingen bij Algerije door kustverdedigingen te beschieten en konvooien te beschermen tegen mogelijke aanvallen door de Italiaanse marine. Gedurende deze periode werd ook de luchtafweer verder versterkt met meerdere 20 mm Oerlikon-kanonnen, waarmee haar bemanning beter in staat was Duitse en Italiaanse vliegtuigen te bestrijden.

Operaties in Italië en Sicilië (1943)

In juli 1943 nam HMS Nelson deel aan Operatie Husky, de geallieerde invasie van Sicilië. Ze diende als onderdeel van de dekking tegen mogelijke aanvallen door de Italiaanse marine en droeg bij aan kustbombardementen. Later dat jaar ondersteunde ze Operatie Avalanche, de amfibische invasie van Salerno, en gebruikte haar hoofdbatterij om luchtaanvallen af te weren en Duitse posities aan land te vernietigen.

D-Day en de Normandië Landingen (1944)

HMS Nelson speelde een belangrijke rol bij de voorbereidingen en uitvoering van Operatie Overlord, de invasie van Normandië. Op 6 juni 1944 bombardeerde ze Duitse versterkingen langs de Franse kust en bood ze vuursteun voor de geallieerde troepen aan land. Haar prestaties werden echter onderbroken op 18 juni, toen ze op twee mijnen liep. Dit dwong haar tot tijdelijke reparaties in Portsmouth, gevolgd door een uitgebreidere refit in de Verenigde Staten.

Radarverbeteringen en Laatste Aanpassingen

Tijdens haar verblijf in de Philadelphia Naval Shipyard in 1944 werd HMS Nelson uitgerust met moderne radar- en vuurleidingssystemen. De belangrijkste toevoegingen waren:

  • Type 273-radar voor oppervlaktebewaking.
  • Type 285-radars voor luchtafweer, geïntegreerd met haar High Angle Control System (HACS).
  • Type 282-radars voor vuurleiding van haar secundaire batterijen.

Daarnaast werden nieuwe 40 mm Bofors-kanonnen geïnstalleerd om haar luchtafweer  te verbeteren.

Zuid-Afrikaanse vrijwilligers van de Royal Naval Reserve zitten op een 16-inch kanon van HMS Nelson tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Vrijwilligers van de South African Royal Naval Reserve op HMS Nelson, gezeten op een van de 16-inch kanonlopen, Tweede Wereldoorlog.

De Naoorlogse Periode en Het Lot van HMS Nelson

Dienst in de Oostelijke Vloot (1945)

Na haar reparaties en moderniseringen keerde HMS Nelson in januari 1945 terug naar Groot-Brittannië. Kort daarna werd ze toegewezen aan de Oostelijke Vloot en arriveerde in juli in Colombo, Ceylon (nu Sri Lanka). Ze fungeerde als vlaggenschip van de vloot, met de taak om geallieerde operaties in de Stille Oceaan te ondersteunen.

Haar activiteiten omvatten patrouilles langs de westkust van het Maleisische schiereiland en deelname aan Operatie Livery, bedoeld om Japanse scheepsroutes en kustinstallaties te verstoren. Op 2 september 1945 was HMS Nelson aanwezig bij de formele overgave van Japanse troepen in Penang, Maleisië. Enkele dagen later vertegenwoordigde ze de Royal Navy bij de Japanse capitulatie in Singapore.

Terugkeer naar Groot-Brittannië en Opleidingsschip

In oktober 1945 keerde HMS Nelson terug naar Groot-Brittannië. Ze werd opnieuw het vlaggenschip van de Home Fleet en bleef in deze rol tot april 1946, toen HMS King George V deze functie overnam. Kort daarna werd Nelson omgebouwd tot een trainingsschip. Ze fungeerde als platform voor het opleiden van nieuwe marineofficieren en bemanningsleden, en haar status werd in augustus 1946 officieel veranderd naar vlaggenschip van het Training Squadron.

Gebruik als Doelschip en Ontmanteling

In oktober 1947 werd HMS Nelson uit actieve dienst genomen en overgeplaatst naar de reservevloot in Rosyth. Ze werd aangewezen voor ontmanteling in 1948, maar voordat dit gebeurde, werd ze gebruikt als testplatform voor bomproeven. Tussen juni en september 1948 werden 2.000-ponds pantserdoorborende bommen op haar pantserdek getest om de effectiviteit van moderne munitie te evalueren. Deze experimenten leverden waardevolle gegevens op voor toekomstige scheepsontwerpen.

Op 5 januari 1949 werd HMS Nelson overgedragen aan de British Iron & Steel Corporation en toegewezen aan Thos. W. Ward voor sloop. Het schip arriveerde in maart 1949 in Inverkeithing, waar ze werd ontmanteld.

Conclusie

HMS Nelson was een uniek slagschip dat de beperkingen van het Washington Naval Treaty belichaamde en de technologische innovaties van het interbellum en de Tweede Wereldoorlog weerspiegelde. Ondanks haar ontwerpcompromissen speelde ze een grote rol in de oorlogsinspanningen van de Royal Navy. Van konvooibescherming tot kustbombardementen, haar veelzijdigheid en geavanceerde technologie maakten haar een belangrijke troef voor de geallieerde strijdkrachten. Haar nalatenschap leeft voort in maritieme geschiedenis als een symbool van Britse zeemacht en innovatie.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding 1: Royal Navy official photographer, Public domain, via Wikimedia Commons
  2. Afbeelding 2: Coote, R G G (Lt), Royal Navy official photographer, Public domain, via Wikimedia Commons
  3. Afbeelding 3: Coote, R G G (Lt), Royal Navy official photographer, Public domain, via Wikimedia Commons
  4. Admiralty Historical Section (2007). The Royal Navy and the Mediterranean Convoys: A Naval Staff History. Milton Park, UK: Whitehall History Publishing. ISBN 978-0-415-39095-8.
  5. Ballantyne, Iain (2008). H.M.S. Rodney. Barnsley, UK: Pen and Sword. ISBN 978-1-84415-406-7.
  6. Burt, R. A. (2012). British Battleships, 1919–1939 (2nd ed.). Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 978-1-59114-052-8.
  7. Haarr, Geirr H. (2013). The Gathering Storm: The Naval War in Northern Europe September 1939 – April 1940. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 978-1-59114-331-4.
  8. Jordan, John (2020). Warship Notes: The 6in Turrets of Nelson and Rodney. Oxford, UK: Osprey. ISBN 978-1-4728-4071-4.
  9. Raven, Alan & Roberts, John (1976). British Battleships of World War Two. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 0-87021-817-4.
  10. Rohwer, Jürgen (2005). Chronology of the War at Sea 1939–1945: The Naval History of World War Two. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 978-1-59114-119-8.
  11. Silverstone, Paul H. (1984). Directory of the World’s Capital Ships. New York: Hippocrene Books. ISBN 978-0-88254-979-8.
  12. Bronnen Mei1940