De HMS Emperor of India was een slagschip uit de Iron Duke-klasse van de Britse Royal Navy. Dit type slagschip stond bekend om zijn indrukwekkende bewapening en solide ontwerp, die het mogelijk maakten om een sleutelrol te spelen in de maritieme strategieën van het Verenigd Koninkrijk tijdens het begin van de 20e eeuw. Oorspronkelijk ontworpen als HMS Delhi, werd het schip hernoemd ter ere van koning George V, die ook keizer van India was.
Inhouds opgave
Ontwerp en Specificaties
De HMS Emperor of India werd gebouwd als onderdeel van de Iron Duke-klasse, die in 1911 was besteld als een doorontwikkeling van de voorgaande King George V-klasse slagschepen. Het schip werd op 31 mei 1912 op de scheepswerf van Vickers te water gelaten en voltooid in november 1914.
Afmetingen en Voortstuwing
Het schip was 622 voet 9 inch (190 meter) lang, met een breedte van 90 voet (27 meter) en een gemiddelde diepgang van 29 voet 6 inch (9 meter). De waterverplaatsing varieerde van 25.000 lange ton (25.401 ton) in standaardconditie tot 29.560 lange ton (30.034 ton) volledig beladen.
De voortstuwing werd verzorgd door vier Parsons-stoomturbines, gevoed door achttien Babcock & Wilcox-ketels, wat een totaal vermogen opleverde van 29.000 shp (21.625 kW). Hiermee behaalde de Emperor of India een topsnelheid van 21,25 knopen (39,36 km/u) en een bereik van 7.800 nautische mijl (14.446 km) bij een kruissnelheid van 10 knopen (18,5 km/u).
Bewapening
De hoofdbewapening bestond uit tien 13,5-inch (343 mm) Mk V-kanonnen, geplaatst in vijf dubbele torens. Twee torens waren geplaatst aan de voorzijde in een superfiring-opstelling, twee aan de achterzijde, en één toren midscheeps. Voor verdediging tegen torpedoboten beschikte het schip over twaalf 6-inch (152 mm) Mk VII-kanonnen. Daarnaast waren er twee 3-inch (76 mm) luchtafweergeschut en vier 47 mm QF-kanonnen aanwezig. Het schip was verder uitgerust met vier onderwater gemonteerde 21-inch (533 mm) torpedobuizen.
Pantser en Bescherming
De bepantsering van de Emperor of India was een van haar sterkste punten. De hoofdband langs het schip was tot 12 inch (305 mm) dik boven de vitale delen, zoals munitieopslag en machinekamers. Het dek had een dikte van 2,5 inch (64 mm) in het midden en 1 inch (25 mm) op minder kritieke plekken. De geschutstorens en barbettes waren respectievelijk voorzien van 11 inch (279 mm) en 10 inch (254 mm) pantser.
Constructie en Oplevering
De bouw van de HMS Emperor of India begon op 31 mei 1912, en het schip werd te water gelaten op 27 november 1913. In november 1914 werd het officieel in dienst genomen, slechts drie maanden na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Tijdens haar proefdraaien en eerste dienstjaren werd ze ingezet bij de Grand Fleet, gebaseerd in Scapa Flow, waar ze een rol speelde in de verdediging van het Verenigd Koninkrijk tegen de Duitse Kaiserliche Marine.
Dienstjaren tijdens de Eerste Wereldoorlog
Toewijzing aan de Grand Fleet
Bij haar indienststelling in november 1914 werd de HMS Emperor of India toegewezen aan de 4e Slagschipeskader (Battle Squadron) van de Grand Fleet. Het eskader was gestationeerd in Scapa Flow, een strategische marinebasis in Schotland die de controle over de Noordzee moest handhaven. De primaire taak van de Grand Fleet was het afdwingen van een blokkade tegen Duitsland, bedoeld om de Duitse economie en oorlogsvoering te verzwakken.
Routine van Operaties
De HMS Emperor of India nam deel aan reguliere trainingsmanoeuvres, waaronder artillerieoefeningen en tactische formaties, ter voorbereiding op mogelijke confrontaties met de Duitse Hochseeflotte. Haar eerste grote inzet was een vlootoperatie in de Noordzee op 26–27 december 1914, waar ze deelnam aan een patrouille om Duitse marineactiviteiten te ontmoedigen.
In de daaropvolgende maanden was het slagschip betrokken bij een reeks operaties en oefeningen. Deze omvatten een patrouille in het centrale deel van de Noordzee in april 1915 en demonstraties nabij Horns Reef om Duitse aandacht af te leiden van de geallieerde mijnenveegoperaties in de Oostzee. Hoewel deze missies vaak zonder directe confrontaties met de vijand eindigden, droegen ze bij aan het handhaven van de Britse dominantie op zee.
Afwezigheid bij de Slag om Jutland
De HMS Emperor of India was niet beschikbaar voor de Slag om Jutland op 31 mei–1 juni 1916, de grootste zeeslag van de Eerste Wereldoorlog. Dit kwam doordat het schip op dat moment een grote onderhoudsbeurt onderging. Hoewel haar afwezigheid haar directe bijdrage aan de strijd beperkte, bleven schepen van de Iron Duke-klasse een integraal onderdeel van de Britse slagvloot.
Veiligheidsaanpassingen na Jutland
De Slag om Jutland onthulde verschillende kwetsbaarheden in de Britse slagschepen, waaronder onvoldoende dekpantser en slechte bescherming van munitieopslagplaatsen. Als reactie hierop kreeg de HMS Emperor of India in 1916 extra bepantsering rond haar munitiedepots en enkele andere aanpassingen om haar operationele effectiviteit te verbeteren.
Laatste Operaties tijdens de Oorlog
In de laatste fase van de oorlog diende de HMS Emperor of India in de 1e Slagschipeskader, waar ze wederom fungeerde als vlaggenschip van de tweede divisie. In deze periode werden de Duitse maritieme operaties steeds meer beperkt door de Britse blokkade en de dreiging van onderzeeërs. Het slagschip nam deel aan verschillende patrouilles en trainingsoperaties tot aan de wapenstilstand in november 1918.
De Post-Oorlogse Carrière
Toewijzing aan de Middellandse Zeevloot
Na het einde van de Eerste Wereldoorlog werd de HMS Emperor of India overgeplaatst naar de Middellandse Zeevloot. Deze regio speelde een sleutelrol in het handhaven van de Britse invloed en het ondersteunen van geallieerde interventies in het gebied. Tussen 1919 en 1921 was het slagschip actief betrokken bij de interventie in de Russische Burgeroorlog, waarbij het steun bood aan de anti-Bolsjewistische Witte troepen in de Zwarte Zee.
Operaties in de Zwarte Zee
Tijdens haar stationering in de Zwarte Zee voerde de HMS Emperor of India meerdere bombardementsmissies uit tegen Bolsjewistische posities. In mei 1919 opende ze het vuur op troepen nabij Theodosia en verstoorde ze vijandelijke spoorwegverbindingen die werden gebruikt voor logistieke ondersteuning. Daarnaast verleende het schip dekking voor de evacuatie van Witte Russische troepen uit Novorossiysk in 1920.
Rol in het Grieks-Turkse Conflict
De HMS Emperor of India speelde ook een waarnemende en beschermende rol tijdens de Grieks-Turkse Oorlog (1919–1922). Het slagschip bezocht regelmatig strategische havens zoals Smyrna en Mitylene om de Britse aanwezigheid in het gebied te waarborgen en escalatie van het conflict te ontmoedigen.
Overgang naar de Atlantische Vloot
Na haar dienst in de Middellandse Zee werd de HMS Emperor of India in 1926 overgeplaatst naar de Atlantische Vloot. Ze onderging verschillende moderniseringen, waaronder de installatie van geavanceerde meetapparatuur zoals long-base afstandsmeters op de “X”-toren. Hoewel plannen werden overwogen om het schip te voorzien van anti-torpedo bulges, werden deze geannuleerd vanwege budgettaire beperkingen en de naderende vervanging van de Iron Duke-klasse onder de voorwaarden van het Washington Naval Treaty.
Laatste Jaren in Actieve Dienst
Tijdens haar dienst in de Atlantische Vloot vervulde de HMS Emperor of India voornamelijk een ondersteunende en trainingsrol. Ze nam deel aan stabiliteitstesten in 1926, die waardevolle gegevens opleverden voor toekomstige scheepsontwerpen. In de laatste fase van haar carrière, van juni 1929 tot januari 1931, diende ze als vlaggenschip van het eskader.
Ontmanteling en Erfgoed
Ontmanteling onder het London Naval Treaty
In 1930 legde het London Naval Treaty beperkingen op aan de grootte en samenstelling van marines, wat leidde tot de ontmanteling van oudere slagschepen zoals de HMS Emperor of India. Het schip werd in 1931 uit dienst genomen en geselecteerd voor ontmanteling. Voordat dit gebeurde, diende ze samen met het zusterschip HMS Marlborough als doelwit in een reeks wapentesten.
Wapentesten als Laatste Bijdrage
De wapentesten, uitgevoerd in juni 1931, hadden als doel de effectiviteit van diverse wapens en beschermingsmethoden te evalueren. Hierbij werd de HMS Emperor of India onder vuur genomen door 13,5-inch granaten en onderworpen aan aanvallen van torpedo’s en luchtaanvallen. Een belangrijk resultaat van deze tests was de vaststelling dat het pantser rond de waterlijn en munitieopslagplaatsen verbeterd moest worden in toekomstige slagschepen.
Deze bevindingen waren van grote invloed op de ontwerpen van de King George V-klasse en de latere HMS Vanguard, wat de technische nalatenschap van de HMS Emperor of India onderstreepte.
Ontmanteling en Recycling
Na de tests werd de HMS Emperor of India verkocht aan de Alloa Shipbreaking Company in februari 1932. Ze werd naar Rosyth gesleept, waar ze werd gesloopt. Het staal en andere materialen werden gerecycled, zoals gebruikelijk in die tijd, wat bijdroeg aan economische efficiëntie in de jaren van de Grote Depressie.
Conclusie
De HMS Emperor of India was meer dan een oorlogsinstrument; het was een symbool van de maritieme superioriteit van Groot-Brittannië tijdens de vroege 20e eeuw. Hoewel ze niet deelnam aan grote zeeslagen zoals Jutland, speelde ze een rol in het handhaven van de Britse blokkade en het ondersteunen van internationale missies. Haar uiteindelijke ontmanteling en de lessen die uit de tests werden getrokken, maakten haar ook een waardevolle bron voor de ontwikkeling van toekomstige marineschepen.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding 1: See page for author, Public domain, via Wikimedia Commons
- Afbeelding 2: William Oliver Stevens and Allan Westcott., Public domain, via Wikimedia Commons
- Brown, David K. (2000). Nelson to Vanguard: Warship Design and Development 1923-1945. London: Chatham Publishing. ISBN 1-55750-492-X.
- Burt, R. A. (2012). British Battleships, 1919–1939 (2nd ed.). Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-1-59114-052-8.
- The Crisis of the Naval War by John Rushworth Jellicoe
- Burt, R. A. (1986). British Battleships of World War One. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 0-87021-863-8.
- Garzke, William H.; Dulin, Robert O. (1980). Allied Battleships in World War II. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 0870211005.
- Halpern, Paul G. (1995). A Naval History of World War I. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 1-55750-352-4.
- Halpern, Paul, ed. (2011). The Mediterranean Fleet 1920–1929. Navy Records Society Publications. Vol. 158. Farnham: Ashgate. ISBN 978-1-4094-2756-8.
- Herwig, Holger (1998) [1980]. “Luxury” Fleet: The Imperial German Navy 1888–1918. Amherst: Humanity Books. ISBN 978-1-57392-286-9.
- Massie, Robert K. (2003). Castles of Steel: Britain, Germany, and the Winning of the Great War at Sea. New York: Ballantine Books. ISBN 0345408780.
- Preston, Antony (1985). “Great Britain and Empire Forces”. In Gray, Randal (ed.).
- Conway’s All the World’s Fighting Ships 1906–1921. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 0-85177-245-5.
- Bronnen Mei1940