HMS Barham: Geschiedenis en Ondergang van een Slagschip

HMS Barham, een slagschip van de Queen Elizabeth-klasse, opererend in de Middellandse Zee in de vroege jaren 1940.
HMS Barham, een Brits slagschip uit de Queen Elizabeth-klasse, in actie tijdens operaties in de Middellandse Zee in 1941.

HMS Barham, een van de vijf slagschepen van de Queen Elizabeth-klasse, speelde een belangrijke rol in zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog. Door haar robuuste constructie en veelzijdigheid was HMS Barham een essentieel onderdeel van de Royal Navy gedurende drie decennia.

Ontwerp en Constructie

Doel en Ontwerpfilosofie

De slagschepen van de Queen Elizabeth-klasse, waaronder HMS Barham, werden ontworpen als krachtige en snelle oorlogsschepen om de vijandelijke linies te breken. Dit ontwerp vereiste een combinatie van zware bewapening, hoge snelheid en een goede bescherming. Ze waren bedoeld om de kern van de Royal Navy te vormen in confrontaties met vijandelijke slagschepen.

Barham had een lengte van 196,2 meter, een breedte van 27,6 meter, en een diepgang van 10,1 meter. Het standaard waterverplaatsing was 32.590 ton, oplopend tot 33.794 ton bij volle lading. Aangedreven door twee Brown-Curtis-stoomturbines en 24 Yarrow-ketels, kon ze een topsnelheid van 24 knopen bereiken. Haar actieradius was ongeveer 5.000 nautische mijlen bij een kruissnelheid van 12 knopen.

Bewapening en Pantsering

De primaire bewapening bestond uit acht 15-inch (381 mm) kanonnen gemonteerd in vier tweelingtorens, aangevuld met veertien 6-inch (152 mm) kanonnen en twee 3-inch (76 mm) luchtafweerkanonnen. Daarnaast waren er vier 21-inch torpedobuizen.

Qua pantsering was HMS Barham uitgerust met een:

  • 13-inch (330 mm) dikke waterlijnpantsergordel,
  • 11-13 inch pantser op de geschuttorens,
  • 7-10 inch pantser op de barbettes en
  • 1-3 inch gepantserde dekken.

Na de Slag bij Jutland in 1916 werden extra versterkingen aangebracht, waaronder antischokmaatregelen in de munitieopslagruimtes.

Technologische Innovaties

HMS Barham werd uitgerust met twee vuurleidingssystemen, een op de commandotoren en een in de spotting-top boven de mast. Deze systemen gebruikten een 15-voet (4,6 meter) afstandsmeter voor nauwkeurige schietoefeningen. In 1918 werden platformen toegevoegd aan de torens om vliegtuigen te lanceren, en in de jaren 1930 kreeg ze een catapult en kraan voor het lanceren en ophalen van verkenningsvliegtuigen.

Grote Aanpassingen

Tijdens haar carrière onderging HMS Barham meerdere moderniseringen. Tussen 1931 en 1934 werd het schip uitgebreid gerenoveerd. De belangrijkste verbeteringen waren:

  • Versterkte geschuttoren-daken (5-inch dikte),
  • Toevoeging van torpedobulges om torpedodetonaties te dempen,
  • Installatie van luchtafweergeschut zoals 40 mm “pom-pom” kanonnen,
  • Verwijdering van sommige torpedobuizen en installatie van modernere vuurleidingssystemen.

Dienstjaren in de Eerste Wereldoorlog

Slag bij Jutland

HMS Barham speelde een prominente rol in de Slag bij Jutland (31 mei – 1 juni 1916), de grootste zeeslag van de Eerste Wereldoorlog. Als onderdeel van het 5e Slagsquadron ondersteunde ze de slagkruisers van viceadmiraal David Beatty. Tijdens de slag wisselde ze hevig vuur uit met Duitse slagschepen en slagkruisers, waarbij ze meerdere treffers noteerde, waaronder schade aan de Duitse Moltke en Seydlitz.

Barham werd zes keer geraakt door vijandelijk vuur. Deze treffers veroorzaakten aanzienlijke schade aan de superstructuur en enkele interne ruimten, met een verlies van 26 bemanningsleden en 46 gewonden. Ondanks deze schade bleef het schip operationeel en bewees haar waarde als betrouwbare slagschip.

Patrouilles en Training

Na Jutland voerde HMS Barham routinematige patrouilles uit in de Noordzee om de Duitse vloot in bedwang te houden. Ze was betrokken bij de weinig succesvolle actie van 19 augustus 1916 en werd in 1918 gemoderniseerd. Bij de wapenstilstand in november 1918 was ze aanwezig tijdens de overgave van de Duitse Hochseeflotte.

Tussen de Oorlogen: Modernisering en Operationele Taken

Rol in de Atlantische en Middellandse Zeevloot

Na de Eerste Wereldoorlog werd HMS Barham toegewezen aan de Atlantische Vloot en later aan de Middellandse Zeevloot. Deze perioden waren grotendeels vreedzaam, maar het schip bleef een prominente rol spelen in het tonen van Britse maritieme macht en het onderhouden van de stabiliteit in de regio.

In de jaren 1920 en 1930 voerde HMS Barham diplomatieke missies en patrouilles uit. Ze werd ingezet tijdens de Palestina-opstanden van 1929 en de Arabische opstand van 1936–1939, waarbij haar aanwezigheid de Britse autoriteit moest versterken. In augustus 1929 hielp de bemanning bij het onderdrukken van rellen in Haifa en beschermde zij de vitale spoorlijn tussen Haifa en Jeruzalem.

Modernisering en Technologische Verbeteringen

HMS Barham onderging in de periode 1931–1934 een ingrijpende modernisering om haar gevechtscapaciteiten te verbeteren en haar aan te passen aan veranderende oorlogstechnieken. Belangrijke veranderingen waren onder meer:

  • Nieuwe luchtafweersystemen: installatie van vier QF 4-inch (102 mm) Mk V AA-kanonnen en meerdere “pom-pom”-luchtafweerbatterijen.
  • Versterking van pantsering: extra bescherming rond de munitieopslagruimtes en geschuttorens.
  • Verbeterde vuurleiding: installatie van het High-Angle Control System (HACS) Mk I om de effectiviteit van luchtafweer te vergroten.

Deze upgrades maakten HMS Barham geschikt om te opereren in een moderne oorlogsvoering waar luchtaanvallen een grotere bedreiging vormden. Hoewel haar maximumsnelheid daalde naar 22,5 knopen door het extra gewicht van de aanpassingen, bleef ze een formidabel oorlogsschip.

Diplomatieke Taken en Regionale Stabiliteit

Naast haar militaire operaties bleef HMS Barham een belangrijk symbool van Britse diplomatie. Ze vertegenwoordigde de Royal Navy tijdens vlootschouwen, zoals de Vlootreview van 1924 in Spithead. Gedurende de jaren 1930 was ze een frequente bezoeker van havensteden in de Middellandse Zee en West-Afrika, waarmee ze de Britse invloed in het Gemenebest versterkte.

In mei 1937 nam HMS Barham deel aan de kroningsvlootreview voor koning George VI. Kort daarna werd ze tijdelijk gestationeerd in Gibraltar om de veiligheid te waarborgen tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Haar aanwezigheid in deze regio’s onderstreepte de strategische waarde van de Royal Navy in het waarborgen van stabiliteit en het beschermen van Britse belangen.

Tweede Wereldoorlog: Vroege Operaties

Uitbraak van de Oorlog

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in september 1939 werd HMS Barham toegewezen aan de Middellandse Zeevloot. In december, tijdens een terugkeer naar Groot-Brittannië, kwam ze in botsing met de torpedobootjager HMS Duchess door slechte weersomstandigheden. HMS Duchess kapseisde en zonk, wat leidde tot een tragisch verlies van 124 bemanningsleden. Dit incident onderstreepte de gevaren van opereren onder oorlogsomstandigheden, zelfs zonder vijandelijk contact.

Kort daarna patrouilleerde HMS Barham in de Noord-Atlantische Oceaan om Duitse schepen te onderscheppen die probeerden door te breken naar de open zee. Tijdens een patrouille in december 1939 werd ze getorpedeerd door de Duitse U-boot U-30. Hoewel zwaar beschadigd, slaagde het schip erin om op eigen kracht Birkenhead te bereiken voor reparaties. Deze duurden tot april 1940 en omvatten ook een upgrade van haar luchtafweersystemen.

Slag bij Dakar

In september 1940 nam HMS Barham deel aan Operatie Menace, een geallieerde poging om de haven van Dakar in Frans West-Afrika in te nemen. Deze haven werd gecontroleerd door Vichy-Frankrijk, dat samenwerking met Nazi-Duitsland vermoedde.

Tijdens de Slag bij Dakar beschoot HMS Barham zowel kustbatterijen als het Franse slagschip Richelieu. Hoewel haar kanonnen schade aanrichtten aan de haven en enkele schepen, werd ze zelf geraakt door Franse artillerie. Een projectiel doorboorde haar pantser en veroorzaakte een kleine lekkage, maar zonder ernstige schade. Uiteindelijk werd de operatie afgebroken nadat het slagschip HMS Resolution zwaar was beschadigd door een Franse onderzeeboot. HMS Barham escorteerde HMS Resolution naar Freetown voor tijdelijke reparaties.

Overplaatsing naar de Middellandse Zee

In november 1940 werd HMS Barham officieel toegewezen aan de Middellandse Zeevloot. Haar primaire taken waren het beschermen van vitale konvooien naar Malta en het ondersteunen van amfibische operaties. Haar aanwezigheid was cruciaal in het afweren van de bedreiging van de Italiaanse marine en luchtmacht.

Tijdens Operatie Collar in november 1940 escorteerde HMS Barham troepentransporten en bevoorradingsschepen naar Malta. Ze diende ook als afleidingskracht voor de aanval op de Italiaanse marinebasis Taranto, waar drie Italiaanse slagschepen door Britse vliegtuigen zwaar werden beschadigd.

Hoogte- en Dieptepunten in 1941: Strijd in de Middellandse Zee

Slag bij Kaap Matapan

Een van de meest cruciale bijdragen van HMS Barham tijdens de Tweede Wereldoorlog vond plaats in maart 1941 tijdens de Slag bij Kaap Matapan. De slag was een strategische overwinning voor de Royal Navy tegen de Italiaanse marine, die probeerde Britse konvooien te onderscheppen.

HMS Barham opereerde als onderdeel van een Britse taskforce onder leiding van admiraal Andrew Cunningham. Op 27 maart werden de Italianen gelokaliseerd door vliegtuigen van het vliegdekschip HMS Formidable. Na meerdere luchtaanvallen die de Italiaanse slagschepen beschadigden, troffen Britse slagschepen, waaronder Barham, de vijandelijke vloot tijdens de nacht.

In de daaropvolgende gevechten hielp HMS Barham bij het vernietigen van de Italiaanse zware kruisers Zara en Fiume, evenals de torpedobootjager Alfredo Oriani. Het effectieve gebruik van radar gaf de Britten een groot voordeel in de nachtelijke confrontatie. Deze overwinning verzwakte de Italiaanse zeemacht aanzienlijk en verzekerde de Britse dominantie in de Middellandse Zee.

Bescherming van Malta-konvooien

Malta, een cruciale basis voor de geallieerden, was zwaar afhankelijk van bevoorrading via zee. HMS Barham speelde een sleutelrol bij de bescherming van konvooien die door de Middellandse Zee reisden. In mei 1941 nam ze deel aan Operatie Tiger, waarbij ze een troepen- en voorradenkonvooi naar Malta begeleidde ondanks voortdurende aanvallen door Italiaanse en Duitse vliegtuigen.

Tijdens deze operatie en andere missies werd HMS Barham vaak blootgesteld aan luchtaanvallen. Op 27 mei 1941, terwijl ze deelnam aan de evacuatie van troepen van Kreta, werd ze getroffen door een Junkers Ju 88-bombardement. Een 250-kg-bom raakte haar achterste geschuttoren (‘Y’ toren) en veroorzaakte een grote brand. Hoewel de bemanning de schade onder controle kreeg, benadrukte het incident de toenemende dreiging van luchtaanvallen.

Reparaties en Herinzet

De schade opgelopen tijdens de evacuatie van Kreta dwong HMS Barham om reparaties te ondergaan in Durban, Zuid-Afrika, gedurende de zomer van 1941. Hoewel ze niet volledig opnieuw werd uitgerust zoals sommige van haar zusterschepen, werd ze snel hersteld en keerde ze in augustus terug naar de Middellandse Zee om haar taken als vlaggenschip van het 1e Slagschipeskader te hervatten.

Het Einde: De Ondergang van HMS Barham

Laatste Missie

Op 24 november 1941 vertrok HMS Barham met de slagschepen HMS Queen Elizabeth en HMS Valiant, begeleid door acht torpedobootjagers, vanuit Alexandrië om Italiaanse konvooien in de centrale Middellandse Zee te onderscheppen. Dit zou haar laatste missie worden.

De volgende dag werd de groep onderschept door de Duitse onderzeeboot U-331, onder bevel van Hans-Diedrich von Tiesenhausen. Ondanks waarschuwingen van een van de escorterende torpedobootjagers, wist U-331 ongemerkt door de Britse verdediging te glippen. Om 16:25 vuurde de onderzeeër vier torpedo’s af op HMS Barham, waarvan er drie doel troffen.

De Ramp

Binnen enkele minuten na de treffers kapseisde HMS Barham naar stuurboord. Een massale explosie volgde toen de munitie in de opslagruimtes ontplofte. Deze explosie vernietigde het schip volledig en veroorzaakte een schokgolf die kilometers ver te voelen was. Van de bemanning van ongeveer 1.184 mensen verloren 862 het leven, waaronder kapitein Geoffrey Cooke. Slechts 337 overlevenden werden gered door de torpedobootjagers HMS Hotspur en HMS Nizam.

De ramp werd vastgelegd op film door een cameraman van Pathé News, die zich aan boord van HMS Valiant bevond. De dramatische beelden tonen de snelheid waarmee het schip zonk, en de catastrofale explosie markeerde een van de meest schokkende verliezen voor de Royal Navy tijdens de oorlog.

Het Britse slagschip HMS Barham (04) van de Royal Navy explodeert na het ontbranden van haar 15-inch munitieopslag.
HMS Barham, een Brits slagschip, explodeert op 25 november 1941 na torpedotreffers door de Duitse onderzeeboot U-331.

Geheimhouding en Openbaring

Om het moreel van het thuisfront te beschermen en de vijand in onzekerheid te houden, hield de Britse Admiraliteit het verlies van HMS Barham geheim. Pas op 27 januari 1942, twee maanden na de ramp, werd het verlies officieel bevestigd. In de tussentijd ontvingen families van omgekomen bemanningsleden brieven met het verzoek om de informatie geheim te houden.

Ironisch genoeg werd de ondergang van HMS Barham bekend bij de Duitsers voordat de Britse overheid het publiek informeerde. Hans-Diedrich von Tiesenhausen werd onderscheiden met het Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes voor zijn succesvolle aanval, zonder aanvankelijk te weten dat hij HMS Barham had vernietigd.

Conclusie

HMS Barham speelde een belangrijke rol in de maritieme strategie van het Britse Rijk, zowel in vredestijd als in oorlog. Haar carrière, gekenmerkt door innovatie, dapperheid en tragiek, illustreert de gevaren en opofferingen van maritieme oorlogsvoering in de 20e eeuw. De ondergang van Barham blijft een van de meest gedenkwaardige verliezen van de Royal Navy tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding 1: Arthur Conry (digitised and edited by Wiki-Ed)., Public domain, via Wikimedia Commons
  2. Admiralty Historical Section (2002). The Royal Navy and the Mediterranean. Whitehall Histories, Naval Staff Histories. Vol. II : November 1940 – December 1941.
    London: Whitehall History in association with Frank Cass. ISBN 0-7146-5205-9.
  3. Blair, Clay (2000). Hitler’s U-Boat War: The Hunters 1939–1942. London: Cassell. ISBN 0-304-35260-8.
  4. Brooks, John (2005). Dreadnought Gunnery and the Battle of Jutland. London: Routledge. ISBN 0-415-40788-5.
  5. Burt, R. A. (2012a). British Battleships, 1919–1939 (2nd ed.). Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 978-1-59114-052-8.
  6. Afbeelding 2: not identified. “Film still. Official photograph”., Public domain, via Wikimedia Commons
  7. Bronnen Mei1940
  8. Burt, R. A. (2012b). British Battleships of World War One (2nd ed.). Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 978-0-87021-863-7.
  9. Campbell, John (1972). Queen Elizabeth Class. Warship Monographs. Vol. II.
    London: Conway Maritime Press. ISBN 0-85177-052-5.
  10. Campbell, N. J. M. (1980). “Great Britain”. In Chesneau, Roger (ed.). Conway’s All the World’s Fighting Ships 1922–1946. New York: Mayflower Books. ISBN 0-8317-0303-2.
  11. Campbell, N. J. M. (1986). Jutland: An Analysis of the Fighting. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 0-87021-324-5.
  12. Donald, Graeme (2009). Loose Cannons: 101 Things They Never Told You About Military History. Oxford, UK: Osprey. ISBN 978-1-84603-377-3.
  13. English, John (1993). Amazon to Ivanhoe: British Standard Destroyers of the 1930s.
    Kendal, England: World Ship Society. ISBN 0-905617-64-9.
  14. Gordon, Andrew (2012). The Rules of the Game: Jutland and British Naval Command.
    Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 978-1-59114-336-9.
  15. Jordan, John & Dumas, Robert (2009). French Battleships: 1922–1956.
    Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 978-1-59114-416-8.
  16. Massie, Robert K. (2003). Castles of Steel: Britain, Germany, and the Winning of the Great War at Sea. New York: Random House. ISBN 0-679-45671-6.
  17. Parkes, Oscar (1990) [1966]. British Battleships, Warrior 1860 to Vanguard 1950: A History of Design, Construction, and Armament (New & rev. ed.). Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 1-55750-075-4.
  18. Preston, Antony (1985). “Great Britain and Empire Forces”. In Gray, Randal (ed.). Conway’s All the World’s Fighting Ships 1906–1921. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 0-85177-245-5.
  19. Raven, Alan & Roberts, John (1976). British Battleships of World War Two: The Development and Technical History of the Royal Navy’s Battleship and Battlecruisers from 1911 to 1946. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 0-87021-817-4.
  20. Rohwer, Jürgen (2005). Chronology of the War at Sea 1939–1945: The Naval History of World War Two (3rd rev. ed.). Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 1-59114-119-2.
  21. Shores, Christopher; Cull, Brian & Malizia, Nicola (1987). Air War for Yugoslavia, Greece, and Crete. London: Grub Street. ISBN 0-948817-07-0.
  22. Silverstone, Paul H. (1984). Directory of the World’s Capital Ships. New York: Hippocrene Books. ISBN 0-88254-979-0.
  23. Tarrant, V. E. (1999) [1995]. Jutland: The German Perspective: A New View of the Great Battle, 31 May 1916. London: Brockhampton Press. ISBN 1-86019-917-8.
  24. Whitley, M. J. (1999). Battleships of World War Two: An International Encyclopedia.
    Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 1-55750-184-X.
  25. Williamson, Gordon (2005). Knight’s Cross Oak-Leaves Recipients 1941–45.
    Oxford: Osprey. ISBN 1-84176-642-9.