Hawker Sea Fury: Laatste Britse propellorjager en rol in oorlogen

Drie Hawker Sea Fury FB.11-jagers van de Royal Canadian Navy, operationeel vanaf HMCS Magnificent in squadron No. 871 (1948-1956).
Drie Hawker Sea Fury FB.11-jachtvliegtuigen van de Royal Canadian Navy, vliegend vanaf het vliegdekschip HMCS Magnificent in squadron No. 871.

De Hawker Sea Fury was een Brits jachtvliegtuig dat door Hawker Aircraft werd ontworpen en geproduceerd. Het vliegtuig werd oorspronkelijk ontwikkeld tijdens de Tweede Wereldoorlog en stond bekend als een van de krachtigste propellor-aangedreven vliegtuigen die ooit in operationele dienst is genomen. De Sea Fury, een evolutie van de succesvolle Hawker Tempest, werd pas in 1947 operationeel, twee jaar na het einde van de oorlog, en diende daarna zowel in de Royal Navy als in verschillende luchtmachten wereldwijd. Het was het laatste propellor-aangedreven jachtvliegtuig dat werd ingezet door de Royal Navy’s Fleet Air Arm.

Initiële ontwikkeling tijdens de Tweede Wereldoorlog

Het ontwikkelingstraject van de Sea Fury begon in 1943, op het hoogtepunt van de Tweede Wereldoorlog. De Britse luchtmacht (RAF) had een dringende behoefte aan een lichtgewicht gevechtsvliegtuig dat krachtig genoeg was om tegen vijandelijke jagers op te treden. Onder leiding van de beroemde vliegtuigontwerper Sydney Camm startte Hawker met de ontwikkeling van een lichtgewicht versie van de Hawker Tempest, die bekend zou worden als de Fury. Dit ontwerp was gebaseerd op de ervaring die was opgedaan met eerdere gevechtsvliegtuigen zoals de Hawker Typhoon en de Tempest, maar met verbeteringen in wendbaarheid en snelheid.

Het originele ontwerp van de Fury omvatte een semi-elliptische vleugel en een gestroomlijnde romp die vergelijkbaar was met die van de Tempest, maar met enkele aanpassingen voor verbeterde prestaties en zicht voor de piloot. De eerste vlucht van de Fury vond plaats op 1 september 1944, en het vliegtuig toonde onmiddellijk veelbelovende prestaties. Maar tegen de tijd dat de oorlog in Europa in 1945 ten einde kwam, besloot de RAF om hun bestelling voor de Fury te annuleren, omdat er al voldoende Spitfires en Tempests beschikbaar waren.

De transitie naar de Fleet Air Arm

Hoewel de RAF afzag van verdere productie van de Fury, toonde de Royal Navy grote interesse in het toestel. De Fleet Air Arm, die op dat moment voornamelijk vertrouwde op de Seafire en de door de Verenigde Staten geleverde F4U Corsair, zag in de Fury een kans om deze verouderende vliegtuigen te vervangen. De Seafire, een aanpassing van de Supermarine Spitfire, had aanzienlijke beperkingen als maritiem gevechtsvliegtuig, vooral vanwege het smalle onderstel, wat landingen op vliegdekschepen bemoeilijkte. De Sea Fury werd daarom gezien als een robuustere en meer geschikte opvolger.

In 1945 werd de eerste Sea Fury prototype, aangeduid als SR661, getest. Dit prototype had een Centaurus-motor en was uitgerust met een staarthaak voor het landen op vliegdekschepen, maar had aanvankelijk geen inklapbare vleugels, wat essentieel was voor efficiënt gebruik op vliegdekschepen. Dit werd echter later toegevoegd aan de volgende prototypes. De Bristol Centaurus-motor, die het hart vormde van de Sea Fury, was een van de krachtigste luchtgekoelde motoren van die tijd en gaf het vliegtuig een maximale snelheid van ongeveer 740 km/u (460 mph).

Operationele dienst en internationale verspreiding

De Sea Fury werd officieel in dienst genomen bij de Fleet Air Arm in 1947, en kort daarna begonnen ook verschillende andere landen interesse te tonen in het toestel. Australië, Canada, Egypte, Irak, Pakistan, Cuba en vele andere landen schaften het vliegtuig aan voor zowel maritieme als landoperaties. De Sea Fury werd vooral bekend vanwege zijn rol tijdens de Koreaanse Oorlog (1950-1953), waar het effectief opereerde als zowel jachtvliegtuig als grondaanvalstoestel. Ondanks het feit dat het een propellorvliegtuig was in een tijdperk waarin straalvliegtuigen zoals de MiG-15 steeds vaker werden ingezet, wist de Sea Fury zijn waarde te bewijzen door uitstekende prestaties in luchtgevechten en grondaanvallen.

Een van de bekendste prestaties van de Sea Fury vond plaats op 8 augustus 1952, toen een Sea Fury-piloot van de Royal Navy, Luitenant Peter Carmichael, een MiG-15 neerschoot tijdens een luchtgevecht. Dit was een van de zeldzame gevallen waarin een propellorvliegtuig een straaljager wist neer te halen, wat de prestaties van de Sea Fury in scherpe contrast zette met moderne gevechtsvliegtuigen.

Ontwerp en technische kenmerken van de Hawker Sea Fury

De Sea Fury stond bekend om zijn uitstekende aerodynamica en robuustheid, wat het toestel geschikt maakte voor zowel luchtgevechten als grondaanvallen. Het ontwerp van de Sea Fury was grotendeels gebaseerd op de Hawker Tempest, maar met aanzienlijke aanpassingen om de prestaties te verbeteren en het vliegtuig te optimaliseren voor operaties vanaf vliegdekschepen.

Vleugels en rompontwerp

De Sea Fury behield de semi-elliptische vleugel van de Tempest, maar de vleugel was compacter en lichter, wat bijdroeg aan de verbeterde wendbaarheid van het vliegtuig. De vleugels van de Sea Fury waren bovendien uitgerust met hydraulisch inklapbare vleugels, een noodzakelijke aanpassing voor operaties vanaf vliegdekschepen, waar ruimte schaars was. Deze vleugels maakten het mogelijk om de Sea Fury gemakkelijk te stallen in de beperkte ruimte op het dek van vliegdekschepen.

De romp van de Sea Fury was ontworpen met volledig monocoque-structuur, wat het toestel licht en stevig maakte. De cockpit van de Sea Fury was hoger geplaatst dan die van de Tempest, waardoor de piloot een veel beter zicht had tijdens operaties op vliegdekschepen, vooral tijdens het opstijgen en landen. Dit hogere zichtpunt was een van de cruciale ontwerpwijzigingen om de Sea Fury veiliger en effectiever te maken voor carrierlandingen.

Krachtige Bristol Centaurus-motor

Een van de meest opvallende kenmerken van de Sea Fury was de krachtige Bristol Centaurus 18-cilinder radiaalmotor. Deze motor leverde een indrukwekkende 2.480 pk en gaf de Sea Fury een topsnelheid van 740 km/u op 5.500 meter hoogte. De Centaurus-motor, die een vijfbladige propeller aandreef, stond bekend om zijn betrouwbaarheid en krachtige prestaties, vooral bij lage en middelhoge snelheden. Dankzij deze motor kon de Sea Fury niet alleen snelheden bereiken die vergelijkbaar waren met vroege straalvliegtuigen, maar ook een uitstekende klimcapaciteit tonen van 4.320 voet per minuut (21,9 m/s).

De brandstofcapaciteit van de Sea Fury bestond uit vijf zelfdichtende brandstoftanks, met twee in de romp direct voor de cockpit en drie in de vleugels. Dit gaf het vliegtuig een effectief bereik van 1.260 km, met een ferry-bereik van 1.455 km wanneer externe brandstoftanks werden gebruikt. Dit maakte de Sea Fury geschikt voor lange missies zonder de noodzaak van frequente bijtankbeurten.

Bewapening en uitrusting

Hoewel de Sea Fury oorspronkelijk was ontworpen als een luchtgevechtsvliegtuig, bleek het later een zeer veelzijdig toestel te zijn dat ook als jachtbommenwerper kon opereren. Het standaard bewapeningspakket van de Sea Fury bestond uit vier 20 mm Hispano Mk V-kanonnen, gemonteerd in de vleugels. Deze kanonnen hadden elk een capaciteit van 145 patronen, wat de Sea Fury voldoende vuurkracht gaf om vijandelijke vliegtuigen uit te schakelen, maar ook effectief was tegen gronddoelen.

Daarnaast kon de Sea Fury tot 16 raketten van 3 inch of 2.000 pond (910 kg) aan bommen dragen, wat het vliegtuig een formidabel aanvalswapen maakte. Deze veelzijdigheid maakte de Sea Fury tot een waardevol hulpmiddel in grondaanvallen tijdens conflicten zoals de Koreaanse Oorlog, waar het veelvuldig werd ingezet om vijandelijke infrastructuur en troepen aan te vallen.

Voor missies waarbij luchtfotografie vereist was, kon de Sea Fury worden uitgerust met zowel verticale als schuine camera’s. Bovendien kon het vliegtuig worden voorzien van verschillende soorten hulpmiddelen, zoals chaff om radargeleide aanvallen te ontlopen, evenals rookbommen en signaalvuren.

Geavanceerde avionica en vliegprestaties

De Sea Fury was voor zijn tijd uitzonderlijk goed uitgerust op het gebied van avionica. Het vliegtuig had een geavanceerd radar- en communicatiesysteem, waaronder de ARI 5307 ZBX-radar en een vierkanaals VHF-radiosysteem. Dit gaf piloten de mogelijkheid om snel en effectief te communiceren, wat vooral van belang was bij operaties op vliegdekschepen en tijdens luchtgevechten.

Dankzij de innovatieve veer-tab uitgerust ailerons kon de Sea Fury snelle rollen uitvoeren, met een rolvermogen van 100 graden per seconde, wat uitzonderlijk was voor een propellorvliegtuig uit die tijd. Dit maakte het vliegtuig zeer wendbaar in luchtgevechten, en de Sea Fury werd beschouwd als een zeer prettig vliegtuig om mee te vliegen op verschillende hoogten en snelheden.

Ondanks deze wendbaarheid werd het opzettelijk spinnen van het vliegtuig tijdens de operationele dienst verboden, omdat het moeilijk was om uit een spin te herstellen, een veelvoorkomend probleem bij vliegtuigen met een hoog vermogen zoals de Sea Fury.

Operationele geschiedenis: Van de Royal Navy tot internationale conflicten

De Hawker Sea Fury heeft een rijke operationele geschiedenis, waarin het zowel in dienst van de Royal Navy als van verschillende andere luchtmachten over de hele wereld diende. Het toestel werd vooral bekend vanwege zijn prestaties tijdens de Koreaanse Oorlog, maar het vond ook zijn weg naar conflicten in onder andere Cuba, Egypte en Pakistan. De veelzijdigheid en robuustheid van de Sea Fury zorgden ervoor dat het nog lang na de Tweede Wereldoorlog in dienst bleef.

De Sea Fury in dienst van de Royal Navy

De Fleet Air Arm van de Royal Navy was de eerste operationele gebruiker van de Sea Fury. In februari 1947 ontving 778 Naval Air Squadron de eerste Sea Furies, die werden toegewezen aan hun Intensive Flying Development Unit. Korte tijd later, in mei 1947, ontving ook 787 Naval Air Squadron het toestel. Dit squadron was verantwoordelijk voor de ontwikkeling van tactieken en operationele procedures voor het gebruik van de Sea Fury aan boord van vliegdekschepen.

Het eerste operationele squadron dat volledig uitgerust werd met de Sea Fury was 807 Naval Air Squadron, dat in september 1947 hun verouderde Seafires verving door de nieuwe toestellen. De Sea Fury bleek al snel beter geschikt voor operaties vanaf vliegdekschepen dan de Seafire, dankzij het bredere landingsgestel en de verbeterde zichtbaarheid vanuit de cockpit. Gedurende de late jaren 1940 en vroege jaren 1950 werd de Sea Fury het standaard gevechtsvliegtuig van de Fleet Air Arm, dat zowel werd ingezet voor luchtverdediging als voor grondaanvallen.

De Koreaanse Oorlog: Hoogtepunten in gevechten

De meest intensieve gevechtsoperaties van de Sea Fury vonden plaats tijdens de Koreaanse Oorlog (1950-1953). Toen het conflict in juni 1950 uitbrak, werd de Sea Fury naar Korea gestuurd als onderdeel van de British Commonwealth Forces Korea, die de Zuid-Koreaanse strijdkrachten ondersteunden tegen de Noord-Koreaanse invasie. Vliegtuigen van de Fleet Air Arm, waaronder de Sea Fury, opereerden vanaf de Britse vliegdekschepen HMS Glory, HMS Theseus, HMS Ocean, en de Australische HMAS Sydney.

De Sea Fury werd voornamelijk ingezet voor grondaanvallen, waarbij het doelen zoals bruggen, spoorlijnen en militaire installaties aanviel om de Noord-Koreaanse logistiek te verstoren. Ondanks de hevige luchtafweer wist de Sea Fury goed stand te houden en speelde het een cruciale rol in het ondersteunen van de VN-troepen op de grond.

De Sea Fury werd ook gebruikt in luchtverdedigingspatrouilles en haalde hier internationale bekendheid mee toen, op 8 augustus 1952, luitenant Peter “Hoagy” Carmichael van 802 Squadron een Noord-Koreaanse MiG-15 straaljager wist neer te halen. Dit was een zeldzame prestatie, aangezien de MiG-15s een aanzienlijk snellere tegenstander waren. Het incident onderstreepte de indrukwekkende prestaties van de Sea Fury in het tijdperk van straalvliegtuigen.

Gebruik in internationale luchtmachten

Naast zijn dienst bij de Royal Navy werd de Sea Fury ook door een aantal andere landen aangeschaft. Australië, Canada en Pakistan behoorden tot de eerste klanten die het toestel na de Tweede Wereldoorlog kochten. Deze toestellen werden zowel voor maritieme operaties als voor landgebaseerde missies gebruikt.

Australië was een van de grootste gebruikers van de Sea Fury buiten Groot-Brittannië. Het vliegtuig werd ingezet door twee frontliniesquadrons van de Royal Australian Navy, 805 Squadron en 808 Squadron, en diende aan boord van de vliegdekschepen HMAS Sydney en HMAS Vengeance. Net als de Britse Sea Furies, namen de Australische toestellen deel aan de Koreaanse Oorlog, waar ze voornamelijk grondaanvallen uitvoerden ter ondersteuning van VN-troepen.

In Canada werd de Sea Fury gebruikt door de Royal Canadian Navy (RCN). De RCN verving haar vloot van verouderde Seafires door Sea Furies in 1948, waarbij de vliegtuigen voornamelijk werden ingezet voor luchtverdediging aan boord van het vliegdekschip HMCS Magnificent. Canada zette twee squadrons in die met de Sea Fury vlogen, 803 Squadron en 883 Squadron, die later werden omgenummerd naar 870 Squadron en 871 Squadron. De Sea Fury werd in de jaren 1950 vervangen door straalvliegtuigen zoals de McDonnell F2H Banshee, maar veel van de uit dienst genomen toestellen vonden hun weg naar civiele eigenaren, waar ze vaak werden gebruikt voor luchtshows en races.

De Hawker Sea Fury diende bij de Marineluchtvaartdienst (MLD) van de Koninklijke Marine als jachtvliegtuig vanaf 1947. Het toestel werd vooral ingezet voor luchtverdediging en grondaanvallen vanaf het vliegdekschip Hr.Ms. Karel Doorman. De MLD bestelde in totaal tien Sea Furies (F.50) in 1946, later gevolgd door twaalf verbeterde FB.50’s in 1950. Daarnaast werden er 25 toestellen in licentie gebouwd door Fokker in Nederland. De Sea Fury was betrouwbaar en robuust, maar werd uiteindelijk vervangen door straalvliegtuigen zoals de Hawker Sea Hawk. De MLD gebruikte de Sea Fury effectief in operaties tot het begin van de jaren 1960.

De Sea Fury tijdens de Varkensbaai-invasie in Cuba

Een ander opmerkelijk gebruik van de Sea Fury vond plaats tijdens de Varkensbaai-invasie in 1961. De Cubaanse luchtmacht beschikte over een klein aantal Sea Furies die waren aangeschaft tijdens de laatste jaren van het regime van Fulgencio Batista. Na de Cubaanse Revolutie bleven de Sea Furies in dienst van de nieuwe Fuerza Aérea Revolucionaria onder leiding van Fidel Castro.

Tijdens de invasie werd de Sea Fury ingezet tegen de door de Verenigde Staten gesteunde invasiemacht, bestaande uit Cubaanse ballingen. Op 17 april 1961 vernietigden Cubaanse Sea Furies verschillende schepen en straalvliegtuigen van de invasietroepen. De Sea Fury speelde een cruciale rol in het afslaan van de invasie, ondanks de verouderde technologie vergeleken met de modernere vliegtuigen van de Verenigde Staten.

De laatste jaren van de Hawker Sea Fury

Hoewel de Sea Fury in de loop van de jaren 1950 en 1960 door de meeste luchtmachten werd vervangen door straalvliegtuigen, bleef het toestel nog jarenlang actief, zowel in militaire als civiele rollen. Een groot aantal Sea Furies werd na hun militaire dienst verkocht aan particuliere eigenaren, waar ze populair werden vanwege hun hoge snelheid en wendbaarheid, vooral in de wereld van luchtshows en luchtraces.

Civiele luchtshows en luchtraces

Na de uitfasering van de Sea Fury in militaire dienst, werden veel toestellen opgeknapt en aangepast voor civiel gebruik. De Sea Fury werd bijzonder populair bij luchtraces, zoals de beroemde Reno Air Races in de Verenigde Staten, waar de hoge snelheid van het toestel, in combinatie met zijn sterke luchtframe, het een favoriet maakte onder piloten. Verschillende Sea Furies werden omgebouwd om nog hogere snelheden te halen, met aangepaste motoren en lichtere onderdelen, en braken snelheidsrecords voor propellorvliegtuigen.

Veel van deze civiele Sea Furies zijn tegenwoordig nog steeds in gebruik tijdens luchtshows, waar ze worden geprezen om hun indrukwekkende wendbaarheid en het karakteristieke geluid van hun Bristol Centaurus-motor. Dankzij deze populariteit blijft de Sea Fury een van de meest herkenbare vliegtuigen uit het propellortijdperk, met meerdere luchtwaardige exemplaren die regelmatig worden tentoongesteld over de hele wereld.

Belang en nalatenschap van de Sea Fury

De Sea Fury markeerde het einde van een tijdperk. Als het laatste propellor-aangedreven jachtvliegtuig in dienst van de Royal Navy, vertegenwoordigde het de piek van technologie die was ontwikkeld gedurende de Tweede Wereldoorlog. Het toestel combineerde de robuustheid en vuurkracht van een bommenwerper met de snelheid en wendbaarheid van een jager, wat het een veelzijdig vliegtuig maakte dat in meerdere rollen kon worden ingezet.

De Sea Fury blijft een belangrijk symbool van de technologische vooruitgang die werd geboekt tijdens de Tweede Wereldoorlog en het begin van de Koude Oorlog. Hoewel het uiteindelijk werd ingehaald door straalvliegtuigen, blijft het een van de meest succesvolle propellorvliegtuigen van zijn tijd, met een operationele geschiedenis die zich uitstrekt over meerdere continenten en conflicten.

Conclusie

De Hawker Sea Fury was een van de laatste en krachtigste propellorvliegtuigen die werd ontworpen en in gebruik genomen na de Tweede Wereldoorlog. Ondanks zijn relatief korte carrière in militaire dienst, vooral door de opkomst van straaljagers, speelde het een cruciale rol in conflicten zoals de Koreaanse Oorlog en de Varkensbaai-invasie. De Sea Fury blijft een geliefd vliegtuig in de civiele luchtvaartwereld, waar het vaak wordt gezien tijdens luchtraces en historische evenementen.

De technische innovaties van de Sea Fury, zoals de Bristol Centaurus-motor en het ontwerp van de vleugels, zorgden ervoor dat het vliegtuig in staat was om met straalvliegtuigen te concurreren en zijn waarde te bewijzen in luchtgevechten en grondaanvallen. Het vliegtuig wordt nog steeds gewaardeerd als een hoogtepunt van Britse luchtvaarttechniek en dient als een tastbare herinnering aan de overgang van propellor- naar straalvliegtuigen.

Bronnen en meer informatie

  1. Price, Alfred. The Spitfire Story. London: Jane’s Publishing Company, 1982.
  2. Lake, Jon. Sea Fury – The Last Propeller Fighter. Air International, Vol. 38, No. 5, May 1990.
  3. Shores, Christopher. The Sea Fury and its Variants. London: Ian Allan Publishing, 1982.
  4. Hobbs, David. British Aircraft Carriers: Design, Development and Service Histories. Seaforth Publishing, 2013.
  5. Winchester, Jim. Fighter: The World’s Finest Combat Aircraft – 1913 to the Present Day. London: Parragon, 2006.
  6. Afbeelding: USN, Public domain, via Wikimedia Commons
  7. Bronnen Mei1940