De AEC Mk I Gun Carrier, beter bekend als de Deacon, was een Britse pantservoertuig ontwikkeld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit voertuig, ontworpen om de 6-ponder antitankkanon mobiel te maken, werd voornamelijk gebruikt tijdens de Noord-Afrikaanse veldtocht van 1942 tot 1943. Hoewel het voertuig slechts een beperkte periode in actie was, speelde het een cruciale rol in de strijd tegen Duitse tanks en gepantserde eenheden in de woestijn van Noord-Afrika.
Inhouds opgave
Ontwikkeling en ontwerp van de Deacon
De ontwikkeling van de Deacon begon in 1942, toen de Britse krijgsmacht een mobiel antitankwapen nodig had om zich te verdedigen tegen de snelle opmars van Duitse tanks, met name in de uitgestrekte en open woestijngebieden van Noord-Afrika. Het ontwerp van de Deacon was in feite een doorontwikkeling van een eerdere tactiek waarbij kleinere artilleriestukken op vrachtwagens werden geplaatst, ook wel bekend als “en portee”.
Technische specificaties
Het chassis van de AEC Matador vrachtwagen diende als basis voor de Deacon. Op het vlakke laadbed van dit chassis werd een QF 6-ponder antitankkanon gemonteerd, beschermd door een gepantserde schild dat de bemanning enige dekking bood tegen vijandelijk vuur. De conventionele bestuurderscabine werd vervangen door een hoekige, gepantserde constructie die zowel de motor als de bestuurder beschermde. Hierdoor kon het voertuig zich onder relatief veilige omstandigheden verplaatsen, zonder de kwetsbaarheid van een open vrachtwagen.
De productie van de Deacon begon in december 1942, en in totaal werden er 175 exemplaren gebouwd. Ondanks deze beperkte productieaantallen zou het voertuig snel een reputatie opbouwen als een betrouwbare mobiele antitankeenheid.
Inzet tijdens de Noord-Afrikaanse Veldtocht
De Deacon werd uitsluitend ingezet tijdens de Noord-Afrikaanse Veldtocht, een cruciale fase van de Tweede Wereldoorlog waarin de geallieerden vochten tegen de Asmogendheden in de woestijnen van Egypte, Libië en Tunesië. In dit terrein bleken wielvoertuigen net zo effectief en wendbaar te zijn als tanks, wat de Deacon een waardevolle aanvulling maakte op de Britse strijdkrachten.
Slag bij El Hamma
Een van de bekendste gevechten waarin de Deacon werd ingezet, was de Slag bij El Hamma in maart 1943. Tijdens dit gevecht speelde de 76th (Royal Welch Fusiliers) Anti-Tank Regiment, Royal Artillery een cruciale rol in het verslaan van een Duitse eenheid, die onder meer uit Panzer III tanks bestond. Hoewel er beperkte gedocumenteerde bronnen zijn over het specifieke succes van de Deacon in deze slag, wordt het voertuig vaak genoemd als een belangrijk onderdeel van de overwinning van de geallieerden .
Beperkingen en latere aanpassingen
Ondanks het succes in Noord-Afrika, was de Deacon geen lang leven beschoren. Bij het einde van de Noord-Afrikaanse veldtocht in 1943 werd het voertuig teruggetrokken uit actieve dienst. De belangrijkste reden hiervoor was dat de Deacon niet geschikt werd geacht voor gebruik in de meer beboste en heuvelachtige gebieden van Europa, waar rupsvoertuigen de voorkeur kregen boven voertuigen met wielen. Bovendien bood de beperkte pantserbescherming van de Deacon onvoldoende verdediging tegen de zwaardere Duitse tanks die in Europa werden ingezet.
Conversies en export
Na de terugtrekking werden enkele Deacons omgebouwd tot gepantserde munitiecarriers, wat hen een nieuwe rol gaf als ondersteuningsvoertuigen voor artillerie-eenheden. Daarnaast werden sommige exemplaren in 1943 verkocht aan Turkije, waar ze mogelijk nog enige tijd in dienst bleven .
Naamgeving: Een traditie van religieuze bijnamen
De naam Deacon (diaken) past binnen een traditie van de Britse strijdkrachten om zelfrijdende artillerievoertuigen religieuze bijnamen te geven. Dit begon met de Bishop (bisschop), een ontwerp uit 1941 dat werd gebruikt voor een zelfrijdende artillerie met een 25-ponder kanon. De naam Bishop verwees naar het uiterlijk van het voertuig, dat zou lijken op een bisschopsmijter.
Een ander bekend voorbeeld is de Priest (priester), de Britse naam voor de Amerikaanse M7 105mm Howitzer Motor Carriage, een zelfrijdend artillerievoertuig dat ook tijdens de Noord-Afrikaanse veldtocht werd ingezet. Dit voertuig kreeg de naam Priest vanwege het verhoogde kanonplatform, dat deed denken aan een preekstoel. Later werd de Sexton (koster) ontwikkeld, een ander zelfrijdend artillerievoertuig met een 25-ponder kanon. Deze religieuze naamgevingstraditie werd zelfs na de oorlog voortgezet, met de Abbot (abt), een zelfrijdende houwitser in gebruik bij de Britse strijdkrachten .
Analyse van de effectiviteit van de Deacon
Hoewel de Deacon slechts kort in gebruik was, kan zijn ontwerp beschouwd worden als een belangrijke stap in de ontwikkeling van mobiele antitankeenheden. Het idee om bestaande vrachtwagenchassis om te bouwen tot zelfrijdende kanonnen bleek een effectieve oplossing voor de snel veranderende omstandigheden op het slagveld van Noord-Afrika. De 6-ponder kanon, een van de meest effectieve antitankwapens van die tijd, zorgde ervoor dat de Deacon in staat was om Duitse tanks zoals de Panzer III en Panzer IV uit te schakelen.
Voordelen
- Mobiliteit: Het gebruik van het AEC Matador chassis gaf de Deacon voldoende snelheid en wendbaarheid om effectief in te zetten tegen vijandelijke tanks in de uitgestrekte woestijnen van Noord-Afrika.
- Vuurkracht: De QF 6-ponder was een krachtig antitankkanon dat effectief bleek tegen de middelzware Duitse tanks die in dit theater werden ingezet.
- Bescherming: Hoewel de pantsering beperkt was, bood het voertuig enige bescherming voor de bemanning tijdens het afvuren, een verbetering ten opzichte van eerdere, open artilleriesystemen.
Nadelen
- Pantserbescherming: De beperkte pantsering van de Deacon maakte het kwetsbaar voor vijandelijk vuur, vooral in directe gevechten.
- Beperkt inzetbereik: Het voertuig was alleen effectief in de relatief vlakke en open gebieden van Noord-Afrika. In meer beboste of heuvelachtige gebieden, zoals die in Europa, was het minder geschikt.
- Beperkte productie: Met slechts 175 geproduceerde eenheden was de Deacon een relatief zeldzaam voertuig, wat zijn impact op de oorlog als geheel beperkt hield.
Conclusie
De AEC Mk I Gun Carrier, of Deacon, was een uniek Brits gepantserd voertuig dat werd ontwikkeld om te voorzien in de behoefte aan een mobiel antitankwapen tijdens de Noord-Afrikaanse veldtocht van de Tweede Wereldoorlog. Ondanks zijn korte inzetperiode en beperkte productie, speelde het voertuig een belangrijke rol in de strijd tegen Duitse tanks in het woestijnlandschap van Noord-Afrika. Zijn ontwerp markeerde een belangrijke ontwikkeling in de tactieken van mobiele artillerie, hoewel het voertuig niet geschikt was voor gebruik buiten dit specifieke theater van de oorlog. Uiteindelijk werden de overgebleven Deacons uit dienst genomen of omgebouwd voor andere rollen, zoals munitiecarriers. De traditie van religieuze naamgeving, zoals de Deacon, Bishop en Priest, zou echter voortleven in de Britse artilleriegeschiedenis.
Bronnen en meer informatie
- Churchill, Winston. The Second World War, Vol. 3: The North African Campaign. London: Houghton Mifflin, 1951.
- Hunnicutt, R.P. Sherman: A History of the American Medium Tank. New York: Presidio Press, 1978.
- Encyclopedia of Tanks and Armoured Fighting Vehicles. London: Amber Books Ltd, 2004.
- Afbeelding: George Forty, Copyrighted free use, via Wikimedia Commo
- Bronnen Mei1940