
Franz Halder werd geboren op 30 juni 1884 in Würzburg, Duitsland, als zoon van generaal Max Halder. In 1902 trad hij toe tot het Beierse leger, waar hij zich specialiseerde in artillerie. Zijn opleiding aan de Beierse Oorlogsacademie werd voltooid in 1914, het jaar waarin de Eerste Wereldoorlog uitbrak.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende Halder in verschillende stafrollen en werd onderscheiden met het IJzeren Kruis Eerste Klasse. Na de oorlog werd hij opgenomen in de Reichswehr, het beperkte leger van de Weimarrepubliek, waar hij zich toelegde op militaire planning en training. Hij werkte onder leiding van generaal Walther von Brauchitsch in de opleidingsafdeling en werd in 1931 benoemd tot stafchef van een militaire regio.
De opkomst van het nationaalsocialisme betekende een uitbreiding van het Duitse leger. Halder, inmiddels bevorderd tot generaal-majoor in 1934, werd in 1936 generaal-luitenant en hoofd van de Wehrmacht-oefeningsstaf. Dit bracht hem in contact met Adolf Hitler, met wie hij een bondgenootschap sloot. In 1938 werd Halder gepromoveerd tot generaal der artillerie en benoemd tot chef van de generale staf van het Oberkommando des Heeres (OKH), het opperbevel van het Duitse leger.
Inhouds opgave
Rol in de Duitse Oorlogsvoering (1939-1942)
Planning en Uitvoering van de Invasie van Polen
Als chef van de generale staf speelde Halder een sleutelrol in de strategische planning van de Duitse invasie van Polen in september 1939. Onder zijn supervisie werden militaire operaties gecoördineerd en werden speciale bevoegdheden toegekend aan de SS, waardoor deze organisatie verantwoordelijk werd voor ‘veiligheidstaken’ in de bezette gebieden. Dit betekende de systematische onderdrukking en eliminatie van Poolse elites, intellectuelen en Joodse burgers.
Halder maakte in zijn oorlogsdagboeken melding van de gewelddadige zuiveringen die de SS uitvoerde, waaronder massale executies en deportaties. Hij gaf geen instructies om deze misdaden te stoppen en weigerde een verzoek van een generaal om op te treden tegen SS-eenheden die betrokken waren bij de moordpartijen.
Operatie Barbarossa en de Oorlog aan het Oostfront
Na de snelle overwinning in West-Europa richtte de Duitse strategie zich op de Sovjet-Unie. Halder was direct betrokken bij de voorbereidingen voor Operatie Barbarossa, de grootschalige invasie van de Sovjet-Unie die op 22 juni 1941 begon. Hij hield toezicht op de militaire planning en was verantwoordelijk voor de uitwerking van cruciale bevelen zoals het beruchte Kommissarbefehl en het Barbarossa-decreet.
- Het Kommissarbefehl (6 juni 1941): Dit bevel stelde dat politieke commissarissen van het Rode Leger direct geëxecuteerd moesten worden wanneer ze gevangen werden genomen.
- Het Barbarossa-decreet (13 mei 1941): Dit document gaf Duitse troepen de macht om Sovjetburgers zonder proces te doden, wat leidde tot grootschalige oorlogsmisdaden.
Halder onderschatte de militaire capaciteit van de Sovjet-Unie. In juli 1941 noteerde hij optimistisch in zijn dagboek dat de overwinning nabij was. Maar in augustus werd duidelijk dat de Sovjets over meer militaire reserves beschikten dan verwacht. Halder gaf toe dat de Duitse schattingen onjuist waren en schreef: “We vernietigen een dozijn Sovjet-divisies, en er komt een dozijn voor in de plaats.”
De Duitse opmars liep vast en de gevechten rond Moskou, bekend als Operatie Taifun, eindigden in december 1941 in een strategische mislukking. Ondanks de massale inzet van troepen en materieel kon de Wehrmacht de Sovjethoofdstad niet veroveren.
Ontslag en Arrestatie
In de zomer van 1942 escaleerde de spanning tussen Halder en Hitler. De dictator was ontevreden over Halder’s pessimisme over de oorlog in het Oosten en over de strategische beslissingen van de generale staf. Op 24 september 1942 werd Halder ontslagen en vervangen door generaal Kurt Zeitzler.
Halder werd in juli 1944 gearresteerd na de mislukte aanslag op Hitler van 20 juli. Hoewel hij niet direct betrokken was bij het complot, onthulden verhoren dat hij eerder betrokken was geweest bij plannen om Hitler af te zetten. Hij werd gevangengezet in de concentratiekampen Flossenbürg en Dachau en overleefde de oorlog.
Halder’s Rol in de Mythe van de ‘Schone Wehrmacht’
Vrijlating en Samenwerking met de Verenigde Staten
Na zijn bevrijding door Amerikaanse troepen in mei 1945 werd Halder gearresteerd en geïnterneerd. In tegenstelling tot veel andere Duitse generaals werd hij niet berecht tijdens de Neurenbergse processen. Hij beweerde slechts een militair strateeg te zijn geweest, zonder politieke betrokkenheid bij het naziregime. Zijn oorlogsdagboeken, bekend als The Halder Diaries, speelden een rol in zijn vrijlating.
Halder werd in 1947 door de Amerikaanse bezettingsmacht ingezet als adviseur bij de US Army Historical Division, een onderzoeksafdeling die zich bezighield met de militaire geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Binnen deze afdeling werkte hij aan het verzamelen van militaire inzichten over de oorlog aan het Oostfront, die de Amerikanen nuttig achtten in de beginnende Koude Oorlog tegen de Sovjet-Unie.
Zijn invloed in deze afdeling was groot: hij organiseerde en superviseerde de productie van ruim 2.500 rapporten, geschreven door 700 voormalige Wehrmacht-officieren. Deze documenten moesten de Amerikaanse militaire strategie helpen door inzicht te geven in de Duitse operaties tegen de Sovjet-Unie.
De Constructie van de ‘Schone Wehrmacht’-Mythe
Tijdens zijn werk voor de US Army Historical Division speelde Halder een sleutelrol in het bevorderen van de mythe van de ‘schone Wehrmacht’. Volgens deze mythe had het Duitse leger op een ‘eervolle’ manier gevochten en waren de oorlogsmisdaden en de Holocaust exclusief het werk van de SS en andere nazi-organisaties.
Halder’s invloed op de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog was aanzienlijk. Hij en zijn team schreven militaire rapporten waarin:
- De Wehrmacht werd afgeschilderd als een professionele organisatie die los stond van nazi-ideologie.
- Hitler de enige schuldige werd gemaakt voor strategische fouten en oorlogsmisdaden.
- De rol van de Wehrmacht in oorlogsmisdaden zoals het Kommissarbefehl en het Barbarossa-decreet werd geminimaliseerd.
Halder en zijn medewerkers gebruikten deze strategie om het imago van voormalige Wehrmacht-officieren te herstellen en te zorgen voor re-integratie in de West-Duitse samenleving en het leger.
Politieke en Culturele Invloed in de Koude Oorlog
De Amerikaanse militaire autoriteiten accepteerden Halder’s geretoucheerde versie van de geschiedenis grotendeels, omdat ze de expertise van voormalige Wehrmacht-officieren nodig hadden om de Sovjetdreiging te analyseren. Dit leidde ertoe dat de mythe van de ‘schone Wehrmacht’ niet alleen in militaire kringen, maar ook in bredere westerse politieke en academische discussies werd overgenomen.
Halder’s invloed reikte zelfs tot populaire cultuur en historiografie. In de jaren 50 en 60 gebruikten veel West-Duitse officieren en Amerikaanse historici zijn verslagen als basis voor hun boeken en analyses over de oorlog aan het Oostfront. Dit had tot gevolg dat de complexiteit en misdaden van de Duitse militaire campagne in de Sovjet-Unie werden weggelaten of gebagatelliseerd.
Kritiek en Historische Herwaardering
Onderzoek naar Halder’s Rol in Oorlogsmisdaden
Vanaf de jaren 1970 begonnen historici kritisch te kijken naar Halder’s rol in de Tweede Wereldoorlog en de naoorlogse geschiedschrijving. Onderzoek toonde aan dat hij niet alleen een militaire strateeg was geweest, maar ook direct betrokken was bij het opstellen van bevelen die resulteerden in oorlogsmisdaden.
Documenten uit de archieven van het Duitse leger en de Amerikaanse inlichtingendiensten lieten zien dat Halder actief had meegewerkt aan:
- Het opstellen van het Kommissarbefehl en Barbarossa-decreet, die massale executies van Sovjetburgers en krijgsgevangenen toestonden.
- Het toestaan van wreedheden door de SS en Wehrmacht tijdens de invasie van Polen en de Sovjet-Unie.
- Het negeren van meldingen over massamoorden en het ontmoedigen van officieren die tegen de misdaden protesteerden.
Halder’s dagboeken, die lange tijd als objectieve militaire verslagen werden beschouwd, bleken op meerdere punten selectief te zijn en cruciale informatie over de misdaden van de Wehrmacht achterwege te laten. Dit ondermijnde zijn bewering dat hij slechts een ‘technische’ militaire rol had gespeeld zonder ideologische betrokkenheid.
Halder en de Manipulatie van de Historische Narratief
Halder’s invloed op de geschiedschrijving bleef lang overeind, mede door de strategische belangen van de Koude Oorlog. De Verenigde Staten, die de Wehrmacht-inlichtingen tegen de Sovjet-Unie wilden benutten, steunden impliciet zijn versie van de geschiedenis. Dit zorgde ervoor dat de mythes over de ‘schone Wehrmacht’ tot ver in de 20e eeuw bleven circuleren in historische studies, populaire boeken en zelfs films.
In de jaren 1990 en 2000 brachten historici zoals Wolfram Wette, Geoffrey Megargee en Ronald Smelser aan het licht hoe Halder en zijn netwerk systematisch feiten verdraaiden. Uit recent onderzoek bleek dat:
- Halder’s geschiedschrijving werd gecontroleerd en gecensureerd door een kleine groep ex-officieren die misdaden van de Wehrmacht probeerden te verdoezelen.
- Zijn werken doelbewust waren aangepast om de verantwoordelijkheid van de Wehrmacht voor de Holocaust en oorlogsmisdaden te minimaliseren.
- Zijn invloedrijke rapporten en boeken hadden bijgedragen aan een verkeerd beeld van de oorlog aan het Oostfront in zowel Duitsland als de Verenigde Staten.
Deze herwaardering van Halder’s rol leidde tot een bredere discussie over de manier waarop de Tweede Wereldoorlog was herinnerd en geïnterpreteerd, met name in Duitsland en de westerse wereld.
Conclusie
Franz Halder speelde een invloedrijke rol in zowel de militaire operaties van nazi-Duitsland als in de naoorlogse geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog. Als chef van de generale staf van het OKH was hij direct betrokken bij de strategische planning en uitvoering van de invasies van Polen, Frankrijk en de Sovjet-Unie. Zijn bijdragen aan bevelen zoals het Kommissarbefehl en het Barbarossa-decreet tonen aan dat hij niet slechts een militair technocraat was, maar ook medeverantwoordelijk voor oorlogsmisdaden aan het Oostfront.
Na de oorlog wist Halder zijn invloed te behouden door samen te werken met de US Army Historical Division, waar hij leiding gaf aan de reconstructie van de militaire geschiedenis van het Duitse leger. In deze positie promootte hij de mythe van de ‘schone Wehrmacht’, die jarenlang het westerse beeld van de oorlog aan het Oostfront beïnvloedde.
De historische herwaardering in de late 20e en vroege 21e eeuw bracht echter aan het licht hoe Halder’s geschriften en invloed hebben bijgedragen aan het verdraaien van de geschiedenis. Zijn pogingen om de rol van de Wehrmacht in nazi-misdaden te minimaliseren, werden uiteindelijk ontkracht door uitgebreid archiefonderzoek. Zijn nalatenschap blijft daarom omstreden: enerzijds als een bekwame militaire strateeg, anderzijds als een belangrijke architect van een vertekend historisch narratief.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: Franz Halder als Zeuge der Anklage beim Nürnberger Prozess gegen das OKW, Public Domain, via Wiki Commens
- Barnett, Correlli, ed. (2003). Hitler’s Generals. Grove Press. ISBN 978-0802139948.
- Bellamy, Chris (2007). Absolute War: Soviet Russia in the Second World War. Alfred A. Knopf. ISBN 978-0-375-41086-4.
- Citino, Robert M. (2007). Death of the Wehrmacht: The German Campaigns of 1942. University Press of Kansas. ISBN 978-0-7006-1791-3.
- Hebert, Valerie (2010). Hitler’s Generals on Trial: The Last War Crimes Tribunal at Nuremberg. University Press of Kansas. ISBN 978-0-7006-1698-5.
- Smelser, Ronald & Davies, Edward J. (2008). The Myth of the Eastern Front: The Nazi-Soviet War in American Popular Culture. Cambridge University Press. ISBN 978-0-521-83365-3.
- Wette, Wolfram (2006). The Wehrmacht: History, Myth, Reality. Harvard University Press. ISBN 978-0-674-02577-6.
- Stahel, David (2009). Operation Barbarossa and Germany’s Defeat in the East. Cambridge University Press. ISBN 978-0-521-76847-4.
- Rossino, Alexander B. (2003). Hitler Strikes Poland: Blitzkrieg, Ideology, and Atrocity. University of Kansas. ISBN 978-0-7006-1392-2.
- Bronnen Mei1940