Op 7 september 1939 startte een Frans offensief in de Saar met de doelstelling de Polen te ontlasten. Frankrijk had aan Polen de garantie gegeven dat zijn leger na het begin van de vijandelijkheden met inzet van alle krachten een ontlastend offensief zou beginnen aan de Duitse grens. Door de diplomatieke crisis werd op 26 week van augustus 1939 een aantal Franse legereenheden gemobiliseerd, in staat van paraatheid gebracht en vervolgens naar de Frans-Duitse grens gezonden.
Eerst bleven die werkloos toezien omdat men nog hoopte op een diplomatieke oplossing van het conflict. Toen die uitbleef overschreden ze in de nacht van 7 op 8 september 1939 onder commando van Louis Faury de grens met Duitsland nabij Saarbrücken in Saarland en markeerden hiermee de start van het Saaroffensief.
In totaal namen 11 divisies van het Vierde en Vijfde Leger deel aan deze militaire operatie over een frontbreedte van 32 kilometer. De Duitse weerstand was minimaal daar nagenoeg alle eenheden aan de Poolse invasie deelnamen — het Oberkommando der Wehrmacht had van Hitler geen voorbereidingen mogen treffen tegen een Frans offensief omdat Hitler er van overtuigd was geweest dat Frankrijk de oorlog niet zou durven te verklaren. Aan de hele westgrens lagen maar elf getrainde Duitse divisies.
De Franse opmars werd voornamelijk gehinderd door de versperringen en mijnenvelden van de Westwall en artillerieduels. Ondanks de geringe Duitse weerstand kwam het niet tot een grote Franse opmars. De reden is vooral te vinden in het feit dat het Franse opperbevel zich voorlopig wilde beperken tot een statische oorlogsvoering omdat er nog grote tekortkomingen waren in bewapening (vooral bij de luchtmacht) en op de lange duur de tijd in het voordeel van Frankrijk zou werken.
Het leek dus onverantwoord om deze vermeende zekerheid van een uiteindelijke overwinning op het spel te zetten met een gewaagd strategisch offensief, dat ook niet paste binnen de zeer methodische Franse militaire doctrine. De Franse penetratie bereikte een diepte van 8 kilometer. Maurice Gamelin gaf de opdracht om 1 kilometer afstand te houden van de Siegfried Line.
De grens met Frankrijk was in principe onverdedigd en als Frankrijk en Engeland het offensief hadden doorgezet, hadden ze de Duitsers gedwongen om eenheden te verplaatsen van het Oost Front naar hetWest Front. De Franse poging was halfslachtig, om de aanval was gepland met 36 infanterie, 3 gemechaniseerde en 1 pantserdivisie, ondersteund door 78 artillerie regimenten en 40 pantser bataljons. Maurice Gamelin had geen inzicht in moderne strategisch en tactische tactieken, maar dacht in Eerste Wereldoorlog doctrines en tactieken. Hierdoor werden de Franse en later ook de Engelsen troepen slecht geleid, ingezet, risico’s en kansen werden niet benut.
Toen men Polen de belofte van bijstand deed, was men al niet van plan geweest die na te komen. Daarbij was men zeker niet van plan dwars door de Siegfriedlinie op te rukken: al op 1 september 1939 had de Franse opperbevelhebber Maurice Gamelin aan premier Édouard Daladier duidelijk gemaakt dat een beslissende aanval op Duitsland alleen kans van slagen had door de neutraliteit van België en Nederland als eerste te schenden en door die landen een omtrekkende beweging te maken om de Westwall heen. De planning van de Entente voorzag zo’n actie pas in de zomer van 1941, wanneer voldoende nieuwe pantserdivisies op de been waren gebracht.
Tijdens het offensief beperkte men zich tot het innemen van al volledig door de Duitse burgerbevolking ontruimde saillanten. Tot een aanval op de hoofdwerken van de Westwall kwam het dus niet. Ten zuidwesten van Saarbrücken werden de vijftig vierkante kilometer van het woud van Warndt bezet, met het dorpje Lauterwald. Ten zuidoosten, voor Breitfurt, werd een strook grensgebied bezet met een breedte van een kleine dertig kilometer en maximaal acht kilometer diep. Die bevatte de dorpjes Bübingen, Klein Blittersdorf en Rheinheim. Iets oostelijker viel ook het grensplaatsje Ohrenthal in Franse handen.
Op 12 september deed Gamelin Instruction personelle numero 4 uitgaan, welke legerorder de opmars al weer deed stilleggen met als argument dat de Polen toch al het punt stonden het te begeven onder de Duitse druk en een voortzetting van het offensief dus nutteloos leek. De Polen werden niet op de hoogte gebracht van deze beslissing. Gamelin informeerde de Polen dat de helft van zijn divisies in gevecht waren met de Duitse Wehrmacht en dat hierdoor 6 Duitse divisies van het Oost Front waren terug getrokken.
Op 21 september kwam het bevel terug te trekken, mochten de Duitsers tot de tegenaanval overgaan. De Phoney war was begonnen. De Duitsers gingen niet tot de tegenaanval over, maar op 23 september werden de tankbataljons teruggetrokken, op 30 september volgden de infanterie-eenheden, in het diepste geheim om de publieke opinie niet te verontrusten.
De terugtocht was voltooid op 4 oktober; slechts een veiligheidsscherm van lichte infanterie bleef achter. Op 16 oktober begonnen de Duitsers dan inderdaad op te rukken. De Franse voorposten trokken zich terug en op de morgen van de volgende dag was vrijwel het hele Duitse grondgebied al weer bevrijd. Aan beide zijden waren de verliezen gering; bij de Duitsers sneuvelden in de eerste twee maanden van de oorlog 198 man aan het westfront.