
De Fokker D.XXIII, ontworpen en gebouwd door de Nederlandse vliegtuigfabrikant Fokker, was een unieke enkelzits jager die bekend stond om zijn innovatieve ontwerp. Dit toestel werd ontwikkeld net voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, maar heeft geen operationele geschiedenis gekend. Desondanks biedt de D.XXIII een fascinerend inzicht in de technologische vooruitgang en de uitdagingen van de luchtvaart in die tijd.
Inhouds opgave
Ontwerp en ontwikkeling
De ontwikkeling van de Fokker D.XXIII begon in 1937, aangedreven door de ambitie om een geavanceerd gevechtsvliegtuig te creëren dat zowel in snelheid als manoeuvreerbaarheid superieur was. Het vliegtuig had een ongebruikelijk ontwerp met twee motoren: een trekker aan de voorkant en een duwer aan de achterkant. Dit ontwerp moest de problemen van asymmetrische vlucht verminderen, een uitdaging die vaak voorkomt bij vliegtuigen met één motor aan één kant. De D.XXIII was een cantilever-eendekker met dubbele staartbomen, en de piloot bevond zich in een gesloten cockpit tussen de motoren. Het vliegtuig was uitgerust met een intrekbaar driewielig landingsgestel, een innovatieve keuze voor die tijd, die de aerodynamische efficiëntie verbeterde.
De eerste vlucht van de D.XXIII vond plaats op 30 mei 1939, onder leiding van de Fokker-testpiloot Gerben Sonderman. Tijdens deze proefvluchten werden echter verschillende technische problemen aan het licht gebracht, waaronder problemen met de koeling van de achterste motor en algemene motorprestaties. Fokker overwoog om krachtigere motoren van Rolls-Royce of Daimler-Benz te gebruiken voor productiemodellen, maar deze plannen werden nooit gerealiseerd. Veiligheidskwesties werden ook geïdentificeerd, vooral met betrekking tot de mogelijkheid voor de piloot om veilig uit het vliegtuig te springen in geval van nood. Het ontwerpteam overwoog zelfs de installatie van een schietstoel, maar uiteindelijk werden alleen noodrails aan weerszijden van de voorste romp geïnstalleerd.
Operationele geschiedenis en technische uitdagingen
De Fokker D.XXIII onderging in totaal elf testvluchten, waarbij een reeks aanpassingen werd getest om de aanhoudende problemen met de koeling van de achterste motor op te lossen. De aanpassing van de achterste rompbeplating was een poging om de luchtstroom en koeling te verbeteren, maar deze maatregel bleek onvoldoende. Tijdens de laatste testvluchten werd de landingsgestel beschadigd, wat leidde tot verdere vertragingen en uiteindelijk het stilleggen van het programma in mei 1940, toen Duitsland Nederland binnenviel.
Hoewel de D.XXIII slechts een korte operationele geschiedenis had, trok het toestel de aandacht van de Duitse bezetters. Zij waren vooral geïnteresseerd in het innovatieve neuswielonderstel en het duw- en trekschroefprincipe. Ondanks deze interesse werd het toestel uiteindelijk ontmanteld op 10 mei 1941, zonder dat het verder werd ontwikkeld of gebruikt.
Relatie met de Dornier Do 335 en andere innovaties
De Fokker D.XXIII had enkele opmerkelijke overeenkomsten met andere experimentele vliegtuigen uit dezelfde periode, met name de Duitse Dornier Do 335. Net als de D.XXIII, had de Do 335 een duw- en trekpropellerconfiguratie, wat een ongebruikelijk kenmerk was voor vliegtuigen uit die tijd. Deze configuratie bood theoretische voordelen zoals hogere snelheid en betere prestaties bij asymmetrische vluchtomstandigheden, wat het verlies van één motor minder kritisch maakte.
Hoewel de Dornier Do 335 in een later stadium van de oorlog werd ontwikkeld en uitgebreid werd getest, bleef de Fokker D.XXIII beperkt tot een prototype stadium. Dit was grotendeels te wijten aan de eerder genoemde technische problemen en het gebrek aan middelen en tijd om deze op te lossen voordat Nederland door Duitsland werd bezet. Ondanks deze beperkingen kan de D.XXIII worden gezien als een vroege pionier in een ontwerpconcept dat later, hoewel beperkt, zijn weg vond naar de luchtvaartindustrie.
Specificaties en technische kenmerken
De Fokker D.XXIII was voorzien van twee Walter Sagitta I-SR luchtgekoelde V12-motoren, elk goed voor ongeveer 400 kW (530 pk). Dit gaf het toestel een geschatte topsnelheid van 525 km/u (326 mph) en een vliegbereik van 840 km (520 mi). De vliegtuigen waren ontworpen om een hoogte van maximaal 9.000 meter (30.000 ft) te bereiken, wat destijds een indrukwekkende prestatie was. Echter, vanwege de beperkingen van de prototypeontwikkeling en de tijd waarin het vliegtuig werd getest, werden veel van deze prestaties niet volledig gevalideerd of geoptimaliseerd.
De voorgestelde bewapening van de D.XXIII bestond uit, twee 7,9 mm FN-Browning machinegeweren en twee 13,2 mm FN-Browning machinegeweren. Hoewel deze wapens niet op het prototype werden geïnstalleerd, toonde dit de intentie om de D.XXIII als een serieuze jager te positioneren, geschikt voor luchtgevechten en aanvallen op gronddoelen.
Het ontwerp van de D.XXIII met een intrekbaar landingsgestel en een gesloten cockpit was destijds vooruitstrevend. Het landingsgestel bestond uit een driewielconfiguratie, wat de stabiliteit op de grond verbeterde en bijdroeg aan de aerodynamische efficiëntie tijdens de vlucht. De cockpit bood de piloot goede zichtbaarheid en bescherming, maar bracht ook uitdagingen met zich mee, vooral met betrekking tot de nooduitgangen in geval van een noodgeval.
Conclusie
De Fokker D.XXIII belichaamt een tijdperk van snelle technologische vooruitgang en experimenten in de luchtvaartindustrie. Ondanks dat het toestel nooit verder kwam dan de prototypefase, laat de D.XXIII zien hoe Nederlandse ingenieurs en ontwerpers hun expertise en creativiteit inzetten om de grenzen van luchtvaarttechnologie te verleggen. Het vliegtuig is een getuigenis van de uitdagingen die gepaard gingen met het ontwikkelen van nieuwe ontwerpen, zoals het innovatieve duw- en trekschroefprincipe, dat later weerklank vond in andere vliegtuigen zoals de Dornier Do 335.
De technische problemen, zoals de oververhitting van de achterste motor en de veiligheidskwesties rond de nooduitgangen, tonen de complexiteit van luchtvaartontwikkeling in deze periode. Het toestel bood waardevolle lessen die, hoewel ze destijds misschien niet volledig werden benut, hebben bijgedragen aan de bredere kennisbasis in de luchtvaarttechnologie.
Het is belangrijk om de D.XXIII te zien in de context van zijn tijd: een periode waarin landen over de hele wereld koortsachtig werkten aan het verbeteren van hun luchtvaarvermogen in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog. Hoewel het toestel zelf geen directe impact had op de oorlogsinspanningen, is zijn ontwikkeling een bewijs van de doorlopende innovatie die plaatsvond, zelfs onder de dreiging van conflict.
Bronnen en meer informatie
- “Fokker D.XXIII” – Wikipedia, de vrije encyclopedie. Verkregen van: Wikipedia – Fokker D.XXIII
- Jane’s Fighting Aircraft of World War II. London: Studio Editions Ltd. (1998).
- “Fokker D.XXIII: Nederland’s Revolutionary Fighter” – Aviation History Magazine, juni 2003.
- Smith, J. Richard, and Eddie J. Creek. “Dornier Do 335: Arrow.” Specialty Press Publishers & Wholesalers, Inc., 1998.
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding: See page for author, CC0, via Wikimedia Commons