Enrico Pitassi Mannella (Cerignola, 31 mei 1882 – Rome, 1948) was een Italiaanse generaal die diende tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij stond bekend als een specialist in artillerie en werd onder zijn collega’s aangeduid als de “Koning van de Artilleristen”. Deze biografie geeft een uitgebreid overzicht van zijn militaire carrière, met een focus op zijn prestaties tijdens de Italo-Turkse Oorlog, de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog. Zijn verhaal biedt inzicht in de militaire geschiedenis van Italië gedurende het begin van de 20e eeuw.
Inhouds opgave
Vroege leven en opleiding
Enrico Pitassi Mannella werd geboren in Cerignola, in de provincie Foggia, als zoon van Giuseppe Pitassi Mannella en Amalia Conti. Hij was de derde van zeventien kinderen. Vanaf jonge leeftijd kreeg hij een gedegen opleiding en volgde klassieke studies aan een jezuïetencollege in Mondragone, in de provincie Caserta. Op negentienjarige leeftijd, op 3 november 1901, begon hij aan zijn militaire opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie voor Artillerie en Ingenieurs in Turijn. Hij studeerde af als tweede luitenant in de artillerie op 21 augustus 1904.
Na zijn afstuderen volgde hij verdere militaire training aan de Applicatieschool in Turijn, waar hij werd bevorderd tot luitenant. Vervolgens werd hij toegewezen aan het 24e Veldartillerieregiment, en vanaf 14 juli 1910 werd hij geplaatst bij de centrale artillerieschool in Nettuno, waar hij zijn kennis van artillerie verder ontwikkelde.
Deelname aan de Italo-Turkse Oorlog
Pitassi Mannella’s eerste belangrijke militaire ervaring vond plaats tijdens de Italo-Turkse Oorlog (1911-1912), waar hij diende als artillerieofficier. Tijdens deze oorlog verdiende hij de Zilveren Medaille voor Militaire Dapperheid, een belangrijke Italiaanse militaire onderscheiding. Deze oorlog markeerde het begin van zijn reputatie als een kundig en strategisch artilleriespecialist.
Eerste Wereldoorlog: een gewaardeerde officier
Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende Pitassi Mannella bij het 1e Zware Veldartillerieregiment. Hij begon de oorlog met de rang van kapitein, maar werd later bevorderd tot majoor. Zijn moed en leiderschap in het veld leverden hem drie Bronzen Medailles voor Militaire Dapperheid op. Hij nam deel aan cruciale gevechten, waaronder die op Monte Cengio in mei en september 1916, evenals op de hoogten bij Monfalcone op 12 mei 1917. Deze ervaringen versterkten zijn reputatie als een betrouwbare en bekwame officier binnen het Italiaanse leger.
Interbellum: militaire instructeur en internationale missies
Na de Eerste Wereldoorlog bleef Pitassi Mannella actief in het leger. Van 30 mei 1920 tot 15 november 1921 diende hij als instructeur aan de centrale artilleriescholen van Nettuno en Civitavecchia. In 1925 werd hij bevorderd tot luitenant-kolonel, en op 24 oktober 1926 keerde hij terug naar de centrale artillerieschool, waar hij een handboek schreef over schiettechnieken voor artillerieofficieren. Dit handboek werd een belangrijk naslagwerk voor artillerieonderwijs in Italië.
Pitassi Mannella was ook betrokken bij internationale militaire missies. In 1926 vergezelde hij kolonel Alessandro Pirzio Biroli op een missie naar de militaire academie van Ecuador. Daarnaast gaf hij lezingen over artillerietechnieken in verschillende landen, met name in Spanje. Deze internationale ervaringen droegen bij aan zijn groeiende expertise op het gebied van artillerie.
Tweede Italo-Ethiopische Oorlog en militaire carrière in Afrika
Na zijn promotie tot kolonel in 1929, kreeg Pitassi Mannella het bevel over het 1e Luchtafweercentrum. In maart 1935 werd hij bevorderd tot brigadegeneraal en kreeg hij het bevel over de artillerie van het 2e Speciale Legerkorps in Oost-Afrika. Tijdens de Tweede Italo-Ethiopische Oorlog nam hij deel aan de verovering van Addis Abeba op 5 mei 1936, waarna hij terugkeerde naar Rome.
In 1937 werd hij gepromoveerd tot generaal-majoor en belast met het inspecteurschap van de artillerietak in Rome. Zijn rol in deze oorlog en zijn daaropvolgende aanstellingen versterkten zijn positie binnen het Italiaanse leger.
Tweede Wereldoorlog: deelname aan de veldslagen in Libië en gevangenschap
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog kreeg Pitassi Mannella het bevel over de 19e Infanteriedivisie “Venezia”, die in april 1939 naar Albanië werd gestuurd. Na de Italiaanse oorlogsverklaring aan de geallieerden op 10 juni 1940, werd hij overgeplaatst naar Libië, waar hij het bevel voerde over het XXIIe Legerkorps, dat deel uitmaakte van het Tenth Army. Zijn eenheid bestond uit de 4e Zwarthemden Divisie “3 Gennaio” en de 64e Infanteriedivisie “Catanzaro”.
Op 29 juni 1940 werd Pitassi Mannella belast met een onderzoek naar de dood van Italo Balbo, de gouverneur van Libië, die op 28 juni door eigen troepen boven Tobroek werd neergeschoten. Tegen de herfst van 1940 was het XXIIe Legerkorps echter teruggebracht tot slechts één divisie, de 61e Infanteriedivisie “Sirte”, terwijl de andere divisies werden verplaatst naar andere eenheden.
Tijdens de Britse Operatie Compass in december 1940, werd Pitassi Mannella belast met de verdediging van Tobroek. Op 22 januari 1941 werd hij echter gevangengenomen door Britse troepen tijdens hun aanval op de stad. Samen met andere hoge Italiaanse officieren, waaronder generaal Umberto Barberis en admiraal Massimiliano Vietina, werd hij gevangengenomen en overgebracht naar een krijgsgevangenenkamp in Yol, Brits-Indië.
Na de oorlog: terugkeer naar Italië en latere leven
Pitassi Mannella bleef in Britse krijgsgevangenschap tot na het einde van de oorlog en werd in 1946 vrijgelaten. Na zijn terugkeer in Italië bekleedde hij korte tijd de functie van president van de militaire rechtbank van Rome. Hij overleed in Rome in 1948, na een lange en gedistingeerde militaire carrière.
Conclusie
Enrico Pitassi Mannella was een sleutelfiguur in de Italiaanse militaire geschiedenis, met een carrière die drie grote conflicten omvatte: de Italo-Turkse Oorlog, de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog. Zijn bijdragen aan de artillerietechniek, zowel als instructeur als commandant in het veld, bevestigen zijn reputatie als een van de meest vooraanstaande artilleriespecialisten van zijn tijd. Ondanks de tegenslagen die hij ondervond, zoals zijn gevangenschap tijdens de Tweede Wereldoorlog, blijft zijn nalatenschap als militaire leider en artilleriedeskundige voortleven.
Bronnen en meer informatie
- Montanari, M. (1989). La Storia Militare Italiana. Rome: Editori Riuniti.
- Gooch, J. (2007). Mussolini and His Generals: The Armed Forces and Fascist Foreign Policy 1922-1940. Cambridge University Press.
- Smith, C.J. (1981). Italy in the Second World War: Politics and Strategy. ABC-CLIO.
- Afbeelding: See page for author, Public domain, via Wikimedia Commons
- Bronnen Mei1940