Het Englandspiel, ook wel bekend als Operatie Nordpol (Duits: Unternehmen Nordpol), was een succesvolle contraspionageoperatie van de Abwehr, de Duitse militaire inlichtingendienst, tussen 1942 en 1944 tijdens de Tweede Wereldoorlog. Onder leiding van Hermann Giskes van de Abwehr en Joseph Schreieder van de Sicherheitsdienst (SD) wisten de Duitsers geallieerde verzetsagenten in Nederland gevangen te nemen en hun communicatiemiddelen te misbruiken. Hierdoor slaagden ze erin de Special Operations Executive (SOE), een geheime Britse organisatie, te misleiden. Het gevolg was dat vrijwel alle vanuit het Verenigd Koninkrijk gezonden agenten, wapens en voorraden in handen van de Duitsers vielen. De operatie leidde tot het verlies van tientallen agenten en vormde een zware tegenslag voor zowel de SOE als het Nederlandse verzet.
Inhouds opgave
Achtergrond van de SOE en de Abwehr
De Special Operations Executive (SOE) werd op 22 juli 1940 opgericht door het Verenigd Koninkrijk, op initiatief van premier Winston Churchill, met de opdracht om Europa “in vuur en vlam” te zetten. Het doel van de SOE was om in bezet gebied sabotage en ondermijnende activiteiten uit te voeren en verzetsgroepen te ondersteunen. Binnen de SOE werd Sectie N opgericht, specifiek gericht op Nederland, dat in 1940 door nazi-Duitsland was bezet. Deze sectie werd gedurende de oorlog geleid door vier verschillende chiefs: R.V. Laming, Charles Blizard (Blunt), Seymour Bingham en R.I. Dobson. Volgens de officiële SOE-historicus M.R.D. Foot stond Sectie N niet bekend om haar efficiëntie.
De tegenstanders van de SOE in het door Duitsland bezette Nederland waren de Abwehr, onder leiding van Hermann Giskes, en de Sicherheitsdienst, vertegenwoordigd door Joseph Schreieder. De geografische omstandigheden in Nederland bemoeilijkten de activiteiten van het verzet en de Britse inlichtingendiensten. Het land was dichtbevolkt, zonder grote bossen of bergen waar verzetsgroepen zich konden verschuilen. De kust was vlak, zwaar bewaakt en vaak mijnenvelden. Bovendien grensde Nederland niet aan een neutraal of niet-bezet gebied, wat infiltratie bemoeilijkte.
Het begin van een ramp
De kiem van het Englandspiel werd gelegd in de zomer van 1941, toen een Nederlandse agent van de Britse inlichtingendienst MI6 in Nederland werd gearresteerd. De Duitsers vonden bij hem gecodeerde berichten, en de Duitse cryptograaf E.G. May ontcijferde het MI6-cijfersysteem. In februari 1942 werden nog twee MI6-agenten gevangengenomen, wat de kennis van de Duitsers over de Britse codes verder uitbreidde. Dit was een groot probleem, aangezien de SOE afhankelijk was van MI6 voor communicatie en codering.
Tegelijkertijd trainde de SOE Nederlandse agenten om naar Nederland terug te keren en het verzet te ondersteunen. Deze agenten beklaagden zich echter over de tekortkomingen in hun training. Ze kregen kleding die duidelijk Brits was, wat hen herkenbaar maakte, en de veiligheidsprocedures waren gebrekkig. Bovendien beschikten de agenten niet over de namen en adressen van veilige contactpersonen in Nederland. Als reactie hierop hielden de Britten de ontevreden trainees vast en lieten hen pas in december 1941 vrij na een klacht van de Nederlandse regering in ballingschap. De agenten ondertekenden toen een overeenkomst om hun klachten niet verder te bespreken.
De eerste SOE-missies en misleiding
De eerste twee Nederlandse SOE-agenten, de radiotelegrafist Huub Lauwers en saboteur Thys Taconis, werden in de nacht van 6 op 7 november 1941 boven Nederland geparachuteerd. Lauwers werd op 6 maart 1942 gearresteerd. De Duitsers dwongen hem om berichten naar SOE in Londen te sturen, maar hij liet de vereiste veiligheidschecks (bewuste fouten die door SOE-agenten werden gebruikt om hun vrijheid te bevestigen) achterwege. Dit was een cruciaal signaal dat SOE had moeten waarschuwen dat Lauwers gevangengenomen was. Desondanks negeerde SOE Londen deze waarschuwing en beschouwde de berichten als authentiek.
Lauwers bleef berichten sturen zonder de veiligheidschecks en voegde zelfs de letters CAU en GHT (een verwijzing naar “caught”, oftewel ‘gevangen’) toe aan zijn berichten. SOE schonk geen aandacht aan deze signalen en bleef agenten en voorraden naar Nederland sturen. De missies werden uitgevoerd door vliegtuigen zoals de Handley Page Halifax en de Westland Lysander, die vaak opstegen van RAF Tempsford.
Misleiding van SOE en escalatie van het Englandspiel
De Duitse contraspionagediensten, met name onder leiding van Hermann Giskes, maakten gretig gebruik van de gevangengenomen Nederlandse radio-operators om misleidende berichten naar SOE Londen te sturen. Deze berichten gaven de indruk dat de operaties succesvol waren en vroegen om meer agenten en materieel. De Duitsers deden hun uiterste best om de illusie te wekken dat de Nederlandse verzetsgroepen actief waren en resultaten boekten. Ze rapporteerden fictieve verzetsacties en succesvolle sabotages om SOE in de waan te houden dat de operaties zonder problemen verliepen.
Leo Marks, het hoofd van coderingen bij SOE, merkte op dat de berichten uit Nederland onkarakteristiek nauwkeurig waren. In tegenstelling tot berichten uit andere landen, waar de coderingen vaak kleine fouten bevatten door de moeilijke omstandigheden waarin agenten verkeerden, waren de berichten uit Nederland consistent foutloos. Marks vermoedde dat de berichten door ervaren Duitse cryptografen waren gecodeerd in plaats van door gestreste en opgejaagde veldagenten. Zijn vermoedens werden verder bevestigd toen een operator per ongeluk de Duitse afsluiting “HH” (Heil Hitler) gebruikte aan het einde van een radiocommunicatie, wat aangaf dat het bericht afkomstig was van een Duitse operator. Marks meldde zijn bevindingen aan zijn superieuren, maar zijn zorgen werden niet serieus genomen, en er werd geen actie ondernomen.
De gevolgen van nalatigheid
In januari 1943 schreef Marks een gedetailleerd rapport waarin hij zijn vermoeden uiteenzette dat alle of bijna alle Nederlandse SOE-agenten onder Duitse controle stonden. Desondanks duurde het maanden voordat er enige actie werd ondernomen, en werden de secties binnen SOE die verantwoordelijk waren voor de operaties in Nederland niet op de hoogte gesteld van deze waarschuwingen. Dit gebrek aan reactie werd waarschijnlijk veroorzaakt door een combinatie van ontkenning, bureaucratische traagheid en rivaliteit tussen de verschillende Britse inlichtingendiensten, met name tussen de SOE en de Secret Intelligence Service (SIS), waaruit de SOE was voortgekomen.
De misleiding van de Duitsers ging zo ver dat ze met opzet agenten verhinderden om terug te keren naar Engeland. Wanneer SOE Londen vroeg om een agent terug te sturen, zorgden de Duitsers ervoor dat er een verzonnen calamiteit plaatsvond waardoor de agent niet kon vertrekken. Dit versterkte het vertrouwen van SOE dat de operaties in Nederland nog steeds succesvol waren en dat er legitieme obstakels waren die een terugkeer verhinderden.
Het einde van het Englandspiel
In de herfst van 1943 vonden twee Nederlandse SOE-agenten, Pieter Dourlein en John Ubbink, een manier om te ontsnappen uit de gevangenis van Haaren en wisten ze Zwitserland te bereiken. Daar rapporteerden ze het bestaan van het Englandspiel aan de Nederlandse legatie, die deze cruciale informatie doorgaf aan de Britse regering. De twee mannen werden uiteindelijk over een ontsnappingsroute naar Spanje en vervolgens naar Londen gebracht. Echter, de Duitsers hadden een voorsprong; Giskes stuurde een vals bericht naar SOE waarin hij beweerde dat Dourlein en Ubbink overgelopen en nu Duitse agenten waren. Dit leidde ertoe dat de twee bij hun aankomst in Londen werden gearresteerd en vastgehouden tot na de invasie van Normandië in juni 1944. Pas daarna werd hun onschuld erkend en werden ze geëerd door de Nederlandse regering.
De rol van de Royal Air Force en het aflopen van de operatie
De Royal Air Force (RAF), die verantwoordelijk was voor de vluchten van de SOE, had in mei 1943 al besloten om de vluchten naar Nederland op te schorten vanwege de hoge verliezen onder vliegtuigen en bemanning. De RAF merkte op dat vluchten zonder tegenstand arriveerden, maar dat vliegtuigen tijdens hun terugkeer naar Engeland vaker onder vuur kwamen te liggen. Dit gaf de RAF het vermoeden dat de landingsplaatsen van tevoren waren voorbereid en gecontroleerd door de Duitsers. In minder dan een jaar tijd verloor de RAF twaalf vliegtuigen tijdens hun terugvlucht van missies in Nederland.
Het definitieve einde van het Englandspiel kwam op 1 april 1944, toen Giskes een spottend bericht naar SOE stuurde. In dit bericht beklaagde hij zich over het uitblijven van Britse activiteiten en beloofde hij een warm welkom aan eventuele nieuwe agenten die SOE zou sturen. Dit sarcastische bericht onthulde ondubbelzinnig de omvang van de misleiding en dwong SOE om de operatie stop te zetten.
Nasleep en impact op het verzet
In september 1944, toen de geallieerde strijdkrachten Nederland binnenrukten, werden de vijftig gevangen Nederlandse SOE-agenten overgebracht naar het Mauthausen-concentratiekamp, waar ze werden geëxecuteerd. De impact van het Englandspiel reikte verder dan de onmiddellijke verliezen. Het vertrouwen tussen de SOE en de Nederlandse verzetsbeweging was ernstig beschadigd. Hoewel er na het Englandspiel een nieuwe start werd gemaakt met het inzetten van goed opgeleide sabotagegroepen, bleef de scepsis bestaan. Dit gebrek aan vertrouwen speelde een rol tijdens Operatie Market Garden in september 1944, waarbij de Britten weigerden om samen te werken met het Nederlandse verzet. Hierdoor misten de geallieerden essentiële inlichtingen en communicatie die hen hadden kunnen helpen de zware verliezen bij Arnhem te vermijden.
De nasleep van het Englandspiel en de gevolgen voor de betrokkenen
Het Englandspiel had langdurige en verstrekkende gevolgen voor de betrokkenen. De Duitsers, onder leiding van Hermann Giskes, hadden met hun misleidingsoperatie een zware slag toegebracht aan de Special Operations Executive (SOE) en het Nederlandse verzet. Giskes werd na de oorlog gearresteerd door de Britten, maar uiteindelijk gerekruteerd door de Verenigde Staten tijdens de bezetting van Duitsland. Dit onderstreept de complexiteit van de naoorlogse verhoudingen en de pragmatische keuzes die werden gemaakt in het licht van de nieuwe geopolitieke realiteit.
De mythevorming en theorieën na de oorlog
Na de oorlog ontstonden er verschillende theorieën en beschuldigingen over hoe het Englandspiel zo catastrofaal had kunnen verlopen. Sommige mensen geloofden dat er sprake was van verraad binnen de SOE en dat de Nederlandse agenten opzettelijk waren opgeofferd om andere militaire plannen te verbergen. Deze speculaties waren grotendeels gebaseerd op de omvang van het falen en het onvermogen van SOE om signalen van misleiding te herkennen. De officiële historicus van de SOE, M.R.D. Foot, wees deze theorieën echter van de hand en stelde dat de agenten simpelweg slachtoffer waren geworden van effectieve Duitse contraspionage en fouten bij de Britse inlichtingendiensten.
De laatste fase van de oorlog en de bevrijding van Nederland zagen een hernieuwde inzet van goed getrainde sabotagegroepen, maar het vertrouwen tussen de Britse inlichtingendiensten en het Nederlandse verzet was blijvend beschadigd. Dit leidde tot een gemiste kans om het verzet optimaal in te zetten tijdens cruciale operaties zoals Operatie Market Garden. De gevolgen van het Englandspiel benadrukten het belang van effectieve communicatie en de noodzaak om te leren van de fouten die werden gemaakt.
Conclusie
Het Englandspiel was een tragisch hoofdstuk in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, dat de gevaren van contraspionage en miscommunicatie tussen geallieerde inlichtingendiensten pijnlijk blootlegde. De operatie leidde tot de gevangenneming en uiteindelijke executie van tientallen Nederlandse agenten, en het beschadigde de samenwerking en het vertrouwen tussen de SOE en het Nederlandse verzet. De lessen uit het Englandspiel dienen als een waarschuwend voorbeeld van de gevolgen van gebrekkige coördinatie en het negeren van waarschuwingssignalen binnen militaire en inlichtingendiensten.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: Subarrator, Public domain, via Wikimedia Commons
- Bronnen Mei1940
- M.R.D. Foot, SOE in the Low Countries, officiële geschiedschrijving van de Special Operations Executive.
- Lynne Olson, The Last Hope, analyse van het falen van de SOE-operaties.
- Leo Marks, Between Silk and Cyanide: A Codemaker’s War, 1941–1945, inzicht in de codering en communicatieproblemen binnen de SOE.
- Documentatie van de nasleep en processen, inclusief de rol van Giskes en de gevolgen voor de Nederlandse agenten.