Comet tank: Britse Tank kracht in late WOII-strijd

Comet-tanks van de 2nd Fife and Forfar Yeomanry, 11th Armoured Division, steken de Weser over bij Petershagen, Duitsland, op 7 april 1945.
Comet-tanks van de 2nd Fife and Forfar Yeomanry, 11th Armoured Division, tijdens de oversteek van de Weser bij Petershagen op 7 april 1945.

De Comet-tank, officieel bekend als de Tank, Cruiser, Comet I (A34), was een Britse kruiser tank die zijn debuut maakte in de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog. De tank werd voornamelijk ingezet tijdens de Westelijke Geallieerde invasie van Duitsland in 1945. Ontwikkeld als een verbetering van de eerdere Cromwell-tank, introduceerde de Comet geavanceerde functies zoals een lager profiel en een nieuwe 77 mm HV-kanon, waarmee het zich effectief kon meten met Duitse tanks zoals de Panther en de Tiger. In dit artikel duiken we dieper in op het ontwerp, de ontwikkeling, de productie en de operationele geschiedenis van de Comet-tank.

Achtergrond en ontwikkeling

Ontwerpuitdagingen met eerdere kruiser tanks

De ontwikkeling van de Comet-tank vond zijn oorsprong in de operationele tekortkomingen van eerdere Britse kruiser tanks zoals de Cromwell. De ervaringen uit de Westelijke Woestijncampagne toonden aan dat deze tanks niet opgewassen waren tegen de geavanceerde Duitse modellen. In 1941 diende het Britse leger daarom een verzoek in voor een nieuwe zware kruiser tank die beter zou presteren op het slagveld.

De Cromwell-tank, die werd ontwikkeld als een antwoord op dit verzoek, was een derde parallelle ontwikkeling naast de A24 Mk VII Cavalier en de A27L Mk VIII Centaur. Hoewel de Cromwell een betrouwbare en krachtige Meteor-motor had, ondervond deze problemen met de mobiliteit en de effectiviteit van het 57 mm Ordnance QF 6-pounder kanon, dat onvoldoende bleek tegen versterkte posities en statische doelen. De Cromwell werd uiteindelijk uitgerust met een aangepast 75 mm kanon dat beter geschikt was voor het afvuren van explosieve granaten, maar dit kwam ten koste van de anti-tankcapaciteiten.

De weg naar de Comet-tank

Om het gebrek aan vuurkracht van de Cromwell te compenseren, werd de ontwikkeling van de Comet-tank (A34) gestart. Het ontwerpteam streefde ernaar om de tekortkomingen van de Cromwell te verbeteren door een krachtiger wapen te integreren, het ontwerp van de rupsbanden en ophanging te verbeteren, en het lage profiel en de mobiliteit van de Cromwell te behouden. De Comet was bedoeld om de Challenger- en Firefly-tanks te vervangen en te voorzien in een beter uitgebalanceerde tank die voldeed aan de eisen van het slagveld.

Het 77 mm HV-kanon dat voor de Comet werd ontwikkeld, was een aangepaste versie van het 17-pounder anti-tank kanon. Dit nieuwe wapen was beter geschikt voor de tank, met een kortere en compactere patroon die gemakkelijker op te slaan en te hanteren was. Ondanks de verbeteringen was het kanon aanvankelijk niet in staat om het voorpantser van een Duitse Panther-tank te doorboren tijdens tests, wat tot verdere aanpassingen leidde.

Ontwerp en specificaties van de Comet-tank

Technische specificaties

De Comet-tank woog ongeveer 35 lange tonnen (36 ton), had een lengte van 7,7 meter, een breedte van 3 meter en een hoogte van 2,68 meter. De bemanning bestond uit vijf personen: een commandant, schutter, lader/operator, bestuurder en een rompkanonnier. De tank had een pantserdikte variërend van 14 mm tot 102 mm en was uitgerust met een 77 mm HV-kanon, ondersteund door twee 7,92 mm Besa machinegeweren.

De Comet werd aangedreven door een Rolls-Royce Meteor Mark III V12 benzinemotor, die een vermogen van 600 pk leverde. Dit gaf de tank een vermogen/gewichtsverhouding van 18,3 pk per lange ton, wat resulteerde in een maximumsnelheid van 52,1 km/u op de weg en 23 km/u in ruig terrein. De operationele actieradius bedroeg 198 km op de weg en 119 km in het veld, dankzij een brandstofcapaciteit van 530 liter.

Verbeteringen ten opzichte van de Cromwell

Het ontwerp van de Comet-tank omvatte een aantal belangrijke verbeteringen ten opzichte van de Cromwell. De ophanging werd versterkt en er werden teruglooprollers toegevoegd aan de rupsbanden. De maximumsnelheid van de Comet werd bewust beperkt tot 52,1 km/u om de levensduur van de ophanging en motoronderdelen te verlengen en overmatige slijtage van de rupsbanden te voorkomen.

De Comet was ook uitgerust met een nieuw, lager en volledig gelast torentje met een gegoten kanonschild voor het 77 mm kanon. Dit torentje was elektrisch draaibaar, aangedreven door een generator die werd gevoed door de hoofdmotor, wat een verbetering was ten opzichte van het hydraulische systeem van de Cromwell. Daarnaast was de munitie voor het 77 mm kanon opgeslagen in gepantserde compartimenten, wat de overlevingskansen van de bemanning vergrootte.

De tank had ook een betere samenwerking met infanterie-eenheden dankzij de standaarduitrusting met twee radio’s: een Wireless Set No. 19 voor communicatie met het regiment en de troep, en een No. 38 Wireless voor communicatie met infanterie-eenheden. Bovendien had de tank een telefoontoestel aan de achterkant, zodat begeleidende infanterie rechtstreeks met de bemanning kon communiceren.

Productie en inzet

Productiegeschiedenis

De productie van de Comet-tank begon in september 1944, met Leyland Motors als de hoofdaannemer. Andere Britse bedrijven, zoals English Electric, John Fowler & Co., en Metro-Cammell, waren ook betrokken bij de productie. In totaal werden er 1.200 Comet-tanks geproduceerd tegen het einde van de oorlog.

Hoewel de eerste prototypes al in februari 1944 beschikbaar waren, begonnen de leveringen van productiemodellen pas in september 1944. De aanvankelijke verwachtingen om de tank in december 1944 operationeel te hebben, werden vertraagd door de Duitse Ardennenoffensief, waardoor de training van bemanningen werd uitgesteld. Desondanks slaagde de Comet erin om in dienst te treden in januari 1945, vlak voor het einde van de oorlog in Europa.

Operationele inzet tijdens de Tweede Wereldoorlog

De Britse 11th Armoured Division was de eerste eenheid die werd uitgerust met de nieuwe Comet-tanks. De leveringen begonnen in december 1944, en de 29th Armoured Brigade, toen nog uitgerust met Shermans, werd tijdelijk teruggetrokken uit de strijd om de nieuwe tanks te ontvangen. Door het Duitse Ardennenoffensief moesten de Shermans echter weer snel in actie komen, wat de introductie van de Comet vertraagde.

Pas in januari 1945, na het einde van het offensief, werden de Shermans definitief vervangen door de Comets. De 11th Armoured Division zou tegen het einde van de oorlog de enige divisie zijn die volledig was uitgerust met de Comet-tanks. Hoewel de tank effectief bleek in gevechten, was het door zijn late intrede niet betrokken bij grote veldslagen. De Comet speelde echter wel een rol in Operatie Plunder, de oversteek van de Rijn, en nam deel aan de Berlijnse Overwinningsparade in juli 1945.

Gebruik in de naoorlogse periode

Na de oorlog diende de Comet-tank nog geruime tijd in het Britse leger, naast de zwaardere Centurion-tank. De Comet bleef in gebruik tot 1958, toen de overgebleven tanks werden verkocht aan verschillende buitenlandse regeringen. De tank bleef tot in de jaren 1980 operationeel in sommige landen, zoals Zuid-Afrika, dat gemodificeerde Comets gebruikte als bergingsvoertuigen. Twee van deze voertuigen bleven tot 2000 in reserve bij het Zuid-Afrikaanse leger.

Internationaal gebruik

Naast het Britse leger vond de Comet-tank ook zijn weg naar andere landen. Finland kocht 41 Comet Mk I Model B-tanks, die tot 1970 in dienst bleven bij de Finse Defensiemacht. In 2007 werden vier van deze tanks geveild na jaren in opslag te hebben gestaan.

Ierland ontving in 1959 en 1960 in totaal acht Comet-tanks. Deze tanks waren populair vanwege hun lage aanschaf- en onderhoudskosten, evenals hun goede anti-tankcapaciteiten. Door bezuinigingen en een gebrek aan reserveonderdelen werd de operationele levensduur van de Comets echter beperkt. Het laatste schietincident met een Ierse Comet vond plaats in 1973, waarna de tanks uit dienst werden genomen. Een van deze tanks wordt bewaard in het Ierse Curragh Camp, en twee andere zijn nog steeds te zien in verschillende kazernes.

Cuba was een andere gebruiker van de Comet-tank en kocht in 1958 vijftien exemplaren van het Verenigd Koninkrijk. Na de Amerikaanse wapenembargo’s tegen Cuba, als gevolg van de inzet van Amerikaanse wapens tegen communistische rebellen, zocht het regime van Fulgencio Batista naar alternatieve leveranciers en kocht het de Comets samen met Hawker Sea Fury-jachtvliegtuigen. Na de revolutie onder Fidel Castro in 1959 slaagde de Cubaanse regering er niet in om reserveonderdelen en munitie voor de Comets te verkrijgen, waardoor deze snel buiten gebruik werden gesteld en vervangen door Sovjet T-34/85 en T-54/55 tanks.

Birma (nu Myanmar) was ook een gebruiker van de Comet-tank, met ongeveer 25 tanks die tussen de late jaren 1950 en vroege jaren 1960 werden aangeschaft. Deze tanks namen nog deel aan de Dag van de Gewapende Strijdkrachten in maart 2021.

Conclusie

De Comet-tank was een belangrijke stap in de ontwikkeling van Britse kruiser tanks tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoewel hij te laat kwam om een beslissende rol in de oorlog te spelen, vormde hij een brug tussen de Cromwell en de Centurion, en leverde hij waardevolle bijdragen aan de Britse gepantserde eenheden. Zijn invloed reikte tot ver in de naoorlogse periode, met een breed scala aan gebruikers over de hele wereld.

Bronnen en meer informatie

  1. Fletcher, D. (1998). The Universal Tank: British Armour in the Second World War. ISBN 0853685318.
  2. Chamberlain, P., & Ellis, C. (1969). British and American Tanks of World War II. ISBN 085368088X.
  3. Afbeelding: Laing (Sgt), No 5 Army Film & Photographic Unit, Public domain, via Wikimedia Commons
  4. Bronnen Mei1940