De Boxeropstand (1899–1901) was een anti-imperialistische en anti-westerse beweging in China, geleid door de geheime genootschap Yihequan (“Rechtvaardige en Harmonieuze Vuisten”). Deze beweging keerde zich tegen de invloed van westerse mogendheden en christelijke missionarissen, wat resulteerde in een bloedig conflict dat eindigde met buitenlandse militaire interventie.
Inhouds opgave
Historische Context
China in de 19e Eeuw
China verkeerde in de 19e eeuw in een periode van grote instabiliteit, mede veroorzaakt door interne opstanden zoals de Taiping-opstand en externe druk door westerse mogendheden. De nederlagen in de Opiumoorlogen (1839–1842, 1856–1860) hadden geleid tot vernederende verdragen, waarbij westerse landen concessies afdwongen zoals handelsprivileges, invloed in kustgebieden en het recht op missionaire activiteiten.
Oprichting van de Boxers
De Yihequan, beter bekend als de Boxers, waren een geheime Chinese beweging die traditionele vechtkunst combineerde met spirituele praktijken. Ze geloofden dat hun rituelen hen onkwetsbaar maakten voor kogels. Hun groeiende aanhang was een reactie op de economische en sociale ontwrichting door buitenlandse invloeden en christelijke missies die traditionele Chinese waarden ondermijnden.
Uitbraak van de Opstand
Aanvallen op Buitenlanders en Christenen
In 1899 begonnen de Boxers aanvallen op westerlingen en Chinese christenen in het platteland van Noord-China. Deze aanvallen werden aangewakkerd door frustratie over westerse privileges, slechte oogsten en de wijdverbreide armoede.
Ondersteuning van de Qing-dynastie
Aanvankelijk probeerde de Qing-dynastie de Boxers te onderdrukken, maar keizerin-weduwe Cixi besloot uiteindelijk de beweging te steunen. Ze zag de Boxers als een middel om de buitenlandse invloeden in China te bestrijden. In juni 1900 verklaarde de Qing-regering de oorlog aan de buitenlandse mogendheden.
Het Verloop van de Boxeropstand
Beleg van de Buitenlandse Wijk in Peking
Het hoogtepunt van de opstand was het beleg van de diplomatieke wijk in Peking (nu Beijing). Vanaf juni 1900 hielden ongeveer 900 buitenlandse diplomaten, soldaten en burgers stand tegen tienduizenden Boxer-strijders en Qing-soldaten.
Internationale Coalitie
Als reactie op de opstand stuurden acht landen – Japan, Rusland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, de Verenigde Staten, Italië en Oostenrijk-Hongarije – een gezamenlijke militaire expeditie. Deze alliantie, bekend als de Achtlandenalliantie, had moderne wapens en een goed georganiseerde strijdmacht.
Val van de Boxers
In augustus 1900 braken de troepen van de Achtlandenalliantie door naar Peking, waar ze de buitenlandse wijk ontzetten. De stad werd geplunderd en de Boxers werden meedogenloos onderdrukt.
Gevolgen van de Boxeropstand
De Vrede van Peking (1901)
Na de nederlaag van de Boxers werd in 1901 de Vrede van Peking ondertekend. De voorwaarden waren zwaar:
- Een enorme schadevergoeding van 450 miljoen taels zilver aan de betrokken landen.
- Stationering van buitenlandse troepen in Peking.
- Officiële verbod op anti-westerse organisaties zoals de Boxers.
Impact op China
De Boxeropstand verzwakte de Qing-dynastie verder en droeg bij aan haar uiteindelijke val in 1912. De opstand liet echter ook zien dat er een diepgewortelde woede was over buitenlandse overheersing, wat latere nationalistische bewegingen in China inspireerde.
Internationale Relaties
De opstand en de gewelddadige onderdrukking ervan versterkten de macht van de westerse mogendheden en Japan in China. Tegelijkertijd toonden de gebeurtenissen aan hoe kwetsbaar China was geworden voor buitenlandse inmenging.
Conclusie
De Boxeropstand was een cruciaal moment in de geschiedenis van China, waarin verzet tegen buitenlandse invloed uitmondde in een bloedig conflict. Hoewel de opstand mislukte, vormde deze een belangrijke katalysator voor de groei van het Chinese nationalisme en het streven naar onafhankelijkheid.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: National Archives at College Park , Public domain, via Wikimedia Commons
- Cohen, Paul A. (1997). History in Three Keys: The Boxers as Event, Experience, and Myth. Columbia University Press. ISBN: 978-0-231-10651-1.
- Esherick, Joseph W. (1987). The Origins of the Boxer Uprising. University of California Press. ISBN: 978-0-520-06459-1.
- Preston, Diana (2000). The Boxer Rebellion: The Dramatic Story of China’s War on Foreigners That Shook the World in the Summer of 1900. Walker & Co. ISBN: 978-0-8027-1361-0.
- Elliott, Jane E. (2002). Some Did It for Civilisation, Some Did It for Their Country: A Revised View of the Boxer War. Chinese University Press. ISBN: 978-962-201-973-4.
- Bronnen Mei1940
- Harrington, Peter (2001). Peking 1900: The Boxer Rebellion. Osprey Publishing. ISBN: 978-1-84176-181-7.
- Rhoads, Edward J. M. (2000). Manchus and Han: Ethnic Relations and Political Power in Late Qing and Early Republican China, 1861–1928. University of Washington Press. ISBN: 978-0-295-99748-3.
- Hsü, Immanuel C. Y. (2000). The Rise of Modern China. Oxford University Press. ISBN: 978-0-19-512504-7.
- Thompson, Larry Clinton (2009). William Scott Ament and the Boxer Rebellion: Heroism, Hubris, and the “Ideal Missionary”. McFarland. ISBN: 978-0-7864-5338-2.
- Spence, Jonathan D. (2012). The Search for Modern China. W. W. Norton. ISBN: 978-0-393-93451-9.
- Xiang, Lanxin (2003). The Origins of the Boxer War: A Multinational Study. Psychology Press. ISBN: 978-0-7007-1563-1.
- Preston, Diana (2002). A Brief History of the Boxer Rebellion. Robinson Publishing. ISBN: 978-1-84119-490-5.
- Brandt, Nat (1994). Massacre in Shansi. Syracuse University Press. ISBN: 978-0-8156-0282-8