
De overgave van generaal-majoor Botho Elster en meer dan 19.000 Duitse soldaten aan het Amerikaanse leger vond plaats op 17 september 1944 in Beaugency, Frankrijk. Deze gebeurtenis markeerde een belangrijk moment tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen Elster en zijn troepen probeerden te ontsnappen uit Frankrijk, dat snel werd bevrijd door de geallieerden. Met zijn ontsnappingsroute naar Duitsland afgesneden, omringd door het Franse verzet en aangevallen door geallieerde luchtmachten, onderhandelde Elster een overgave met het Amerikaanse leger. Hoewel deze overgave een belangrijke gebeurtenis was, riep het kritiek op vanuit het Franse verzet, dat vond dat hun bijdrage onvoldoende werd erkend.
Inhouds opgave
Aanloop naar de overgave
Na de geallieerde landing in Normandië in juni 1944 maakte het Amerikaanse Derde Leger onder leiding van generaal George Patton een snelle opmars door Frankrijk. Tegen augustus vormde de rivier de Loire de zuidelijke grens van hun gebied. Het 83e Infanteriedivisie onder bevel van generaal-majoor Robert C. Macon kreeg de opdracht om de noordelijke oever van de Loire te verdedigen, een gebied dat zich uitstrekte over 300 kilometer van de Atlantische Oceaan tot ten oosten van Orléans.
Ondertussen vorderden geallieerde troepen in Zuid-Frankrijk na Operatie Dragoon snel naar het noorden. Begin september 1944 was vrijwel heel Frankrijk onder geallieerde controle. In dit kader stond de Duitse commandant in Zuidwest-Frankrijk, generaal-majoor Botho Elster, onder druk. Op 23 augustus begon Elster, wiens troepen uit ongeveer 20.000 mannen bestonden, zich terug te trekken uit Mont-de-Marsan om een ontsnappingsroute naar Duitsland te vinden. Zijn troepen waren een heterogene groep van soldaten, mariniers, politieagenten en andere functionarissen, vaak slecht uitgerust en afhankelijk van paarden, fietsen en lopende bewegingen.
Gevechten en weerstand onderweg
Elster’s eenheden werden constant lastiggevallen door het Franse verzet en geallieerde luchtmachten. In het departement Indre bestond het verzet uit ongeveer 6.000 strijders, die ondersteund werden door clandestiene teams zoals de Jedburgh-teams en agenten van de Britse Special Operations Executive (SOE). De verzetsgroep kreeg wapens geleverd door SOE-agent Pearl Witherington. Terwijl Elster zich een weg baande door Frankrijk, werden zijn bewegingen vertraagd door bombardementen en aanvallen van het verzet. Een belangrijk incident vond plaats op 7 september, toen geallieerde vliegtuigen zijn troepen bombardeerden bij Châteauroux, met honderden slachtoffers en aanzienlijke schade als gevolg.
De geallieerde troepen, waaronder de 83e Infanteriedivisie, blokkeerden Elster’s route naar het noorden bij de Loire. Tegelijkertijd vormde een Franse strijdmacht van 30.000 man, de zogenaamde “Schneider Column”, een obstakel in oostelijke richting. Op 29 augustus eiste het verzet Elster’s overgave, maar aanvankelijk gaf hij hier geen gehoor aan.
De rol van luitenant Sam Magill
Luitenant Samuel Wallace Magill, commandant van het Internationale Verkenningspeloton van het 329e Infanterieregiment, speelde een belangrijke rol in de onderhandelingen met Elster. Zijn peloton bestond uit 24 soldaten met uiteenlopende Europese achtergronden, die samen 12 talen spraken. Op 7 september stak Magill met enkele bondgenoten de Loire over en kwam via het verzet in contact met Elster in Issoudun. Elster stelde voorwaarden voor zijn overgave, waaronder een symbolische aanwezigheid van Amerikaanse troepen om zijn capitulatie te rechtvaardigen. Hij weigerde echter te onderhandelen met het Franse verzet.
Onderhandelingen en overgave
Na het eerste contact met generaal Elster rapporteerde luitenant Magill de situatie aan generaal Macon, die besloot geen infanterie te sturen voor de symbolische show van kracht. In plaats daarvan werd een luchtmachtdemonstratie georganiseerd. Op 8 september vlogen zestien P-47 Thunderbolts op lage hoogte over de Duitse troepen in Issoudun. Deze demonstratie overtuigde Elster om zijn onderhandelingen voort te zetten.
Op 10 september reisde generaal Macon naar Issoudun om de voorwaarden van de overgave te bespreken. De onderhandelingen resulteerden in een akkoord waarbij Elster’s troepen hun wapens mochten behouden terwijl ze naar Beaugency marcheerden. Deze concessie was bedoeld om aanvallen door het Franse verzet, dat vijandig stond tegenover de Duitse troepen, te voorkomen. Op 17 september vond de formele overgaveceremonie plaats op de brug van Beaugency, waar Elster zich overgaf aan de Amerikanen. De ceremonie werd breed vastgelegd door journalisten en camerateams, maar het Franse verzet werd uitgesloten van deelname.
Reacties en controverse
De voorwaarden van de overgave leidden tot kritiek. Verzetsleider Philippe de Vomécourt, een SOE-agent, vond dat de afspraken met Elster in strijd waren met het beleid van onvoorwaardelijke overgave van de geallieerden. Hij probeerde de voorwaarden te wijzigen door contact op te nemen met generaal Patton, maar door een auto-ongeluk kon hij deze opdracht niet uitvoeren.
Het Franse verzet voelde zich buitengesloten van de erkenning die het verdiende voor zijn bijdrage aan de overwinning. Verzetsleden zoals Pearl Witherington waren verontwaardigd over de vriendelijke behandeling van de Duitse soldaten door de Amerikanen. Bovendien werden de wapens en voertuigen die door Elster waren overgegeven niet overgedragen aan het verzet, zoals oorspronkelijk was afgesproken. Deze beslissingen versterkten de spanningen tussen het Franse verzet en de geallieerde troepen.
Gevolgen van de overgave
De overgave van Elster resulteerde in de capitulatie van 754 officieren, 18.850 soldaten en twee vrouwen, samen met grote hoeveelheden materieel, waaronder 400 vrachtwagens, 1.000 wagens, 2.000 paarden en 4.000 automatische wapens. Dit was een belangrijke logistieke overwinning voor de geallieerden.
Generaal-majoor Botho Elster werd na de oorlog door een Duitse militaire rechtbank ter dood veroordeeld in absentia wegens zijn beslissing om zonder toestemming van zijn superieuren te capituleren. Hij overleed in 1952 aan een hartaanval, maar werd in 1998 postuum gerehabiliteerd. Sam Magill kreeg diverse onderscheidingen voor zijn rol in de onderhandelingen en bleef tot aan zijn pensioen bij het Amerikaanse leger. Hij stierf in 2013.
Conclusie
De overgave van generaal-majoor Botho Elster en zijn troepen was een strategisch succes voor de geallieerden, maar de omstandigheden waaronder deze capitulatie plaatsvond blijven een punt van discussie. Het Franse verzet speelde een cruciale rol in het verzwakken van Elster’s troepen, maar kreeg weinig erkenning voor zijn inspanningen. Deze gebeurtenis illustreert de complexiteit van de samenwerking tussen verschillende geallieerde groepen en de blijvende spanningen die hieruit voortkwamen.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: U.S. Air Force Historical Research Agency, Public domain, via Wikimedia Commons
- Craven, Wesley Frank; Cate, James Lea (1951). The Army Air Forces in World War II: Volume Three, Europe: Argument to V-E Day. Chicago: University of Chicago Press. ISBN 978-0-226-00060-9.
- Jones, Benjamin F. (2016). Eisenhower’s Guerrillas: The Jedburghs, the Maquis, and the Liberation of France. New York: Oxford University Press. ISBN 978-0-19-994209-1.
- Seymour-Jones, Carole (2013). She Landed by Moonlight: The Story of Secret Agent Pearl Witherington. London: Hodder & Stoughton. ISBN 978-1-4447-2462-2.
- Gildea, Robert (2015). Fighters in the Shadows: A New History of the French Resistance. Cambridge, Massachusetts: Harvard University Press. ISBN 978-0-674-28610-8.
- Ford, Roger (2004). Steel from the Sky: The Jedburgh Raiders, France 1944. London: Cassell Military Paperbacks. ISBN 978-0-304-36707-5.
- Vomécourt, Philippe de (2016). An Army of Amateurs. Pickle Partners Publishing. ISBN 978-1-78913-228-6.
- Bronnen Mei1940