De Vickers A1E1 Independent, ook wel bekend als de ‘zelfstandige tank’, was een revolutionaire zware tank die werd ontworpen door Vickers in Groot-Brittannië vanaf 1922. Het ontwerp was uniek vanwege zijn vijf torens en het project vormde onbedoeld de basis voor verschillende buitenlandse tanks, zoals de Sovjet T-35 en de Duitse Neubaufahrzeug. Ondanks dat het project slechts tot één prototype leidde, had het een aanzienlijke invloed op de tankontwikkeling wereldwijd.
Inhouds opgave
Ontwerp en bewapening
De Independent was een multi-turret design, wat betekende dat het meerdere torens had. De centrale toren was uitgerust met een 3-ponder (47 mm) kanon, terwijl de vier secundaire torens elk waren bewapend met een 0.303 inch Vickers machinegeweer. Deze secundaire torens waren strategisch geplaatst: twee aan de voorkant en twee aan de achterkant van de centrale toren, ongeveer halverwege de romp van de tank. Het linker achterste torentje had de mogelijkheid om omhoog te richten voor luchtafweer. Het ontwerp van de tank was bedoeld om zware vuurkracht, zelfverdedigingscapaciteit en superioriteit ten opzichte van vijandelijke wapens te bieden. De bemanning bestond uit acht personen, waarbij de commandant via een intercomsysteem met de bemanning communiceerde.
Ontwikkeling en productie
De planning voor de A1E1 begon in december 1922, toen de generale staf van het Britse leger een specificatie opstelde voor een tank zonder toren, met een loopgraafoversteekvermogen van minstens 2,7 meter. Bij het ontvangen van deze specificatie begon Vickers aan het ontwerp van twee voertuigen: één die voldeed aan de ideeën van de generale staf en een eigen multi-turret design. De generale staf koos uiteindelijk voor het multi-turret ontwerp van Vickers, en op 15 september 1926 werd officieel een prototype besteld, hoewel sommige werkzaamheden al voor deze datum begonnen waren.
Het ontwerp van de tank werd grotendeels uitgevoerd door Walter Gordon Wilson, terwijl de 35,8-liter V12 luchtgekoelde motor werd ontworpen door Armstrong Siddeley. De tank omvatte ook een nieuw hydraulisch remsysteem dat speciaal moest worden ontwikkeld vanwege het gewicht en de snelheid van de tank. In 1926 werd het prototype aan het War Office geleverd en dat jaar aan de premiers van de Dominions getoond.
Technische specificaties en innovaties
Het ontwerp van de A1E1 kende verschillende technische uitdagingen en innovaties. In 1928 werd de achterkant van de tank aangepast om deze te versterken, en tegelijkertijd werd een nieuw ontwerp van remblokken geïnstalleerd. De transmissie werd ook grondig herzien. De tank had de volgende specificaties:
- Massa: 33 long tons (34 ton; 37 short tons)
- Lengte: 24 ft 11 in (7.59 m)
- Breedte: 8 ft 9 in (2.67 m)
- Hoogte: 8 ft 11 in (2.72 m)
- Bemanning: 8 personen
- Pantser: 13–28 mm (0.51–1.10 in)
- Hoofdbewapening: QF 3-ponder kanon (47 mm)
- Secundaire bewapening: 4 × 0.303 Vickers machinegeweer
- Motor: Armstrong Siddeley V12 benzine, 370 pk (280 kW)
- Transmissie: 4 vooruit, 1 achteruit
- Ophanging: spiraalveersystemen
- Operationeel bereik: 95 mijl (153 km)
- Maximale snelheid: 20 mph (32 km/h)
Espionage en invloed
De tank was ook het onderwerp van industriële en politieke spionage. De plannen kwamen terecht in de Sovjet-Unie, waar ze mogelijk de ontwerpen van de T-28 en T-35 tanks beïnvloedden. In 1933 werd een Britse legerluitenant, Norman Baillie-Stewart, gemarteld en vijf jaar gevangen gezet voor het verstrekken van foto’s en specificaties van de Independent aan een contactpersoon van de Duitse inlichtingendienst.
Invloed op tankontwerpen
Hoewel de A1E1 Independent nooit in gevecht werd gebruikt, had het ontwerp een blijvende invloed op tankontwikkelingen wereldwijd. Het prototype bleef in experimenteel gebruik tot het in 1935 werd afgeschreven vanwege slijtage.
Technische uitdagingen en aanpassingen
Eerste testresultaten
Na de eerste tests bij Farnborough kwamen er fatale problemen aan het licht. De bovenste ondersteuningswielen, die waren gemaakt van rubber, moesten worden vervangen door een stalen variant vanwege hun snelle slijtage en onbetrouwbaarheid. Ook de remsystemen, aanvankelijk gemaakt van een nieuw materiaal door Ferodo, moesten opnieuw worden ontworpen. Hoewel de remmen effectief bleken, veroorzaakten ze een zodanige kracht dat de romp van de ophanging werd opgetild, wat het rijgedrag van de tank ernstig beïnvloedde.
Problemen met besturing
De besturing van de A1E1 Independent bleek ook problematisch. De lange en smalle rupsbanden zorgden ervoor dat de tank moeilijk te manoeuvreren was, wat vooral tijdens operaties in ruwe terreinen een groot nadeel was. Deze problemen vereisten aanzienlijke aanpassingen en herontwerpen om de operationele efficiëntie en betrouwbaarheid van de tank te verbeteren.
Herontwerp van de transmissie
In 1928 leidde W.G. Wilson een volledige herbouw van de transmissie van de tank. Er werden epicyclische tandwielen naast de aandrijftandwielen geplaatst om de kracht beter te verdelen en de besturing te verbeteren. Naast deze veranderingen kwam het gewicht van de tank uiteindelijk op 31,5 ton te liggen. Echter, een hardnekkig probleem met het olieverbruik van de motor bleef onopgelost, wat bijdroeg aan de uiteindelijke stopzetting van het project.
Rol tijdens de Tweede Wereldoorlog
Defensie van Bovington Camp
In de zomer van 1940, tijdens de dreiging van een Duitse invasie, werd de A1E1 Independent naar Bovington Camp gezonden om te dienen als statisch verdedigingsmiddel. De tank werd uitgerust met een werkend 3-ponder kanon, afkomstig van een Vickers Medium Mark I, om het originele, defecte kanon te vervangen. Ondanks de voorzorgsmaatregelen en de voorbereidingen, werd de tank uiteindelijk nooit ingezet voor actieve gevechten omdat de verwachte invasie uitbleef.
Overdracht aan The Tank Museum
Na de oorlog werd de Vickers A1E1 Independent in 1949 geschonken aan The Tank Museum in Bovington. Hier is de tank tot op heden te bezichtigen als een historisch voorbeeld van vroeg tankontwerp en -ontwikkeling. Het interieur van de tank is momenteel echter niet toegankelijk voor het publiek vanwege de aanwezigheid van hoge niveaus asbest, wat een blijvende herinnering is aan de complexe en soms gevaarlijke aard van vroeg twintigste-eeuws militair materieel.
Vergelijking met andere tanks
Vickers Medium Mark I
De resultaten van de Vickers A1E1 Independent werden vergeleken met de prestaties van de Vickers Medium Mark I, een andere tank die door het Britse leger werd gebruikt. De Vickers Medium Mark I had een vergelijkbare bewapening maar woog 19 ton minder, wat een significant voordeel was in termen van mobiliteit en logistieke ondersteuning. De lichtere en meer wendbare Vickers Medium Mark I presteerde beter in operationele tests, wat de vraag opriep naar de effectiviteit en bruikbaarheid van zware, multi-turret tanks zoals de Independent.
Invloed op buitenlandse tankontwikkeling
Hoewel de A1E1 Independent slechts een experimenteel model was, werd de ontwikkeling ervan nauwlettend gevolgd door buitenlandse militaire instanties. In de Sovjet-Unie leidde dit tot de ontwikkeling van tanks met meerdere torens, zoals de T-28 en T-35. Deze tanks namen de concepten van de Independent over en pasten ze aan hun eigen militaire doctrines en operationele behoeften aan. Ook in Duitsland had de Independent invloed op de ontwikkeling van multi-turret tanks, hoewel deze ontwerpen uiteindelijk ook hun beperkingen toonden in praktische militaire inzet.
Latere Britse ontwerpen
In Groot-Brittannië zelf leidde de ervaring met de A1E1 Independent tot de ontwikkeling van tanks met drie torens, zoals de Vickers Medium Mark III en de Cruiser Tank I (A9). Deze tanks werden in grotere aantallen geproduceerd en gebruikt in diverse operaties, hoewel het concept van meerdere torens uiteindelijk werd verlaten ten gunste van meer gestroomlijnde en efficiënte tankontwerpen met één hoofdtoren.
Politieke en industriële spionage
De spionagezaak van Norman Baillie-Stewart
De A1E1 Independent was niet alleen een technisch experiment, maar ook het middelpunt van een opmerkelijke spionagezaak. In 1933 werd de Britse legerluitenant Norman Baillie-Stewart gearresteerd en later veroordeeld voor het verstrekken van geheime informatie over de Independent aan de Duitse inlichtingendienst. Baillie-Stewart had foto’s en specificaties van de tank doorgegeven, wat leidde tot zijn rechtbank en een gevangenisstraf van vijf jaar. Deze gebeurtenis benadrukte de strategische waarde van de tank en de interesse van buitenlandse mogendheden in zijn ontwerp.
Invloed op Sovjet tankontwerpen
De informatie die door spionage werd verkregen, had aanzienlijke invloed op de ontwikkeling van tanks in de Sovjet-Unie. De Sovjets gebruikten de verkregen gegevens om hun eigen multi-turret tankontwerpen te verbeteren, resulterend in de creatie van de T-28 en de T-35 tanks. Deze tanks namen de basisideeën van de Independent over en pasten ze aan om te voldoen aan de specifieke behoeften van het Sovjetleger. Hoewel de T-28 en T-35 verschillende operationele beperkingen hadden, toonden ze de bredere impact van de Independent op de internationale tankontwikkeling.
Technische evolutie en innovaties
Motor en transmissie
De A1E1 Independent was uitgerust met een krachtige 35,8-liter V12 luchtgekoelde motor, ontworpen door Armstrong Siddeley. Deze motor leverde 370 pk, wat de tank een maximale snelheid van 32 km/u gaf. Ondanks de indrukwekkende specificaties, kampte de motor met hoge olieverbruik en betrouwbaarheid. De transmissie, die meerdere keren werd herzien en verbeterd, maakte gebruik van epicyclische tandwielen om de kracht effectief over te brengen naar de rupsbanden. Deze innovaties waren destijds baanbrekend, maar toonden ook de uitdagingen van het ontwerpen van zulke complexe voertuigen.
Remsysteem
Een ander belangrijk aspect van de technische evolutie van de Independent was het remsysteem. Het hydraulische remsysteem, speciaal ontwikkeld voor de zware tank, moest meerdere keren worden aangepast om de enorme krachten die tijdens het remmen vrijkwamen, te kunnen weerstaan. Uiteindelijk werd een nieuw ontwerp geïmplementeerd dat beter bestand was tegen de operationele eisen van de tank. Dit remsysteem, hoewel effectief, droeg bij aan de complexiteit en de kosten van de tank.
Operationele beperkingen en einde van het project
Slijtage en uitdoving
De A1E1 Independent bleef in gebruik voor experimentele doeleinden tot 1935, toen het vanwege slijtage werd afgeschreven. De voortdurende technische problemen, gecombineerd met de hoge onderhoudskosten en de beperkte operationele voordelen, leidden tot de beslissing om het project te beëindigen. Ondanks de innovatieve elementen bleek de tank niet praktisch genoeg voor grootschalige productie of inzet in gevechten.
Statische defensie tijdens de Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Independent opnieuw ingezet, zij het in een zeer beperkte rol. De tank werd opgesteld als een statisch verdedigingsmiddel bij Bovington Camp, klaar om te worden gebruikt als een geïmproviseerde bunker in geval van een Duitse invasie. Hoewel de tank uiteindelijk nooit in gevecht kwam, markeerde deze inzet het laatste hoofdstuk in de operationele geschiedenis van de Independent.
Erfgoed en invloed
Bijdrage aan latere ontwerpen
Ondanks het falen van de A1E1 Independent als een operationele tank, droeg het ontwerp bij aan de kennis en ervaring die werden gebruikt bij de ontwikkeling van latere Britse tankontwerpen. De inzichten verkregen uit de tests en operationele evaluaties van de Independent werden toegepast bij de ontwikkeling van de Medium Mk III (A6) en de A9 Cruiser. Deze latere modellen waren lichter, efficiënter en beter geschikt voor de operationele behoeften van het Britse leger.
Tentoonstelling in The Tank Museum
Vandaag de dag staat de A1E1 Independent tentoongesteld in The Tank Museum in Bovington. Het dient als een herinnering aan de vroege experimenten en innovaties in tankontwerp. Bezoekers kunnen de tank bezichtigen en meer leren over de uitdagingen en successen van de vroege tankontwikkelingen. Hoewel het interieur van de tank momenteel niet toegankelijk is vanwege de aanwezigheid van asbest, blijft de Independent een belangrijk stuk militaire geschiedenis.
Invloed van de A1E1 Independent op buitenlandse tanks
Sovjet T-28 en T-35 tanks
De A1E1 Independent had een aanzienlijke invloed op de ontwikkeling van buitenlandse tanks, met name in de Sovjet-Unie. De T-28 en T-35 tanks, ontwikkeld in de jaren 1930, vertoonden duidelijke invloeden van de Britse tank. De T-28 had drie torens en was ontworpen voor infanterieondersteuning, terwijl de T-35 vijf torens had en bedoeld was als doorbraaktank. Deze tanks waren indrukwekkend in hun tijd, maar leden aan vergelijkbare problemen als de Independent, zoals complexe besturing en hoge onderhoudskosten. Desondanks speelden ze een belangrijke rol in de vroege stadia van de Tweede Wereldoorlog.
Duitse Neubaufahrzeug
In Duitsland leidde de interesse in multi-turret tanks tot de ontwikkeling van de Neubaufahrzeug, een serie van experimentele zware tanks. Net als de Independent had de Neubaufahrzeug meerdere torens en was bedoeld om superieure vuurkracht te bieden. Hoewel slechts enkele prototypen werden gebouwd, was de invloed van de Independent duidelijk zichtbaar in het ontwerp. De Duitse tanks hadden echter dezelfde operationele beperkingen en werden uiteindelijk niet in grootschalige productie genomen.
Britse Medium Mark III en Cruiser Mk I
In Groot-Brittannië zelf leidden de lessen van de A1E1 Independent tot de ontwikkeling van meer geavanceerde tankmodellen, zoals de Medium Mark III en de Cruiser Mk I. Deze tanks waren lichter, sneller en hadden een meer gestroomlijnd ontwerp met minder torens, wat de operationele efficiëntie verbeterde. De Cruiser Mk I, ook bekend als de A9, had nog steeds drie torens maar was aanzienlijk beter in termen van mobiliteit en betrouwbaarheid. Deze ontwikkelingen markeerden de overgang van multi-turret tanks naar meer conventionele ontwerpen die uiteindelijk de norm werden tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Technische specificaties en kenmerken
Pantser en bewapening
De A1E1 Independent had een pantserdikte variërend van 13 tot 28 mm, wat destijds als voldoende werd beschouwd voor bescherming tegen infanteriewapens en lichte artillerie. De hoofdtoren was bewapend met een QF 3-ponder kanon, terwijl de vier secundaire torens elk een 0.303 inch Vickers machinegeweer hadden. Dit bood een indrukwekkende vuurkracht en veelzijdigheid in gevechtsomstandigheden, hoewel de effectiviteit in de praktijk beperkt bleek door de complexiteit van het coördineren van meerdere torens.
Motor en prestaties
De krachtige Armstrong Siddeley V12 benzinemotor leverde 370 pk, wat de Independent een maximale snelheid van 32 km/u gaf. De tank had een operationeel bereik van 153 km, wat voldoende was voor de meeste militaire operaties van die tijd. De complexe transmissie, bestaande uit vier vooruit- en één achteruitversnelling, was innovatief maar problematisch in termen van betrouwbaarheid en onderhoud.
Suspensie en besturing
De suspensie van de Independent maakte gebruik van spiraalveersystemen, wat een relatief soepele rit bood over ruw terrein. De lange en smalle rupsbanden, hoewel problematisch in besturing, waren ontworpen om een breed scala aan terreinen te kunnen bedwingen. De besturing werd verder bemoeilijkt door de complexe transmissie en het gewicht van de tank, wat aanzienlijke uitdagingen opleverde voor de bemanning tijdens operaties.
Eindfase van de ontwikkeling en stopzetting
Evaluatie en beëindiging
Na jaren van testen en herontwerpen werd in 1935 besloten om de ontwikkeling van de A1E1 Independent te beëindigen. De voortdurende technische problemen, hoge onderhoudskosten en beperkte operationele voordelen maakten de tank onpraktisch voor verdere productie of inzet. Hoewel de Independent als een mislukking werd beschouwd, leverde het project waardevolle lessen op die bijdroegen aan de ontwikkeling van latere, meer succesvolle tankmodellen.
Overdracht en tentoonstelling
Na zijn pensionering werd de A1E1 Independent in 1949 overgedragen aan The Tank Museum in Bovington. Hier werd de tank een belangrijk tentoonstellingsstuk, dat diende om bezoekers te onderwijzen over de vroege geschiedenis van tankontwikkeling en de uitdagingen die daarmee gepaard gingen. Ondanks de beperkingen van het ontwerp, blijft de Independent een belangrijk symbool van technologische innovatie en militaire experimentatie in de eerste helft van de twintigste eeuw.
Conclusie
De A1E1 Independent vertegenwoordigt een cruciaal hoofdstuk in de geschiedenis van de tankontwikkeling. Hoewel het project uiteindelijk niet succesvol was in operationele termen, had het een diepgaande invloed op de ontwikkeling van tanks in zowel Groot-Brittannië als het buitenland. De lessen die werden geleerd van de Independent droegen bij aan de evolutie van tankontwerpen, die uiteindelijk leidden tot de efficiënte en effectieve tanks die een cruciale rol speelden in de Tweede Wereldoorlog. De Independent, nu bewaard in The Tank Museum, blijft een fascinerend voorbeeld van technologische innovatie en de voortdurende zoektocht naar militaire superioriteit.
Bronnen en informatie
- Fletcher, D. (2007). The British Tanks 1915-19. Crowood Press. ISBN 978-1-86126-701-1.
- White, B.T. (1970). British Tanks and Fighting Vehicles 1914-1945. Ian Allan Ltd. ISBN 978-0-7110-0093-0.
- “The A1E1 Independent,” The Tank Museum. https://tankmuseum.org
- Bishop, C. (2002). The Encyclopedia of Tanks and Armored Fighting Vehicles. Thunder Bay Press. ISBN 978-1-57145-806-3.
- “Norman Baillie-Stewart,” MI5 Archives. https://www.mi5.gov.uk
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding: Photographer not identified. “Official photograph”., Public domain, via Wikimedia Commons